Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus’ opstandingsboodschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus’ opstandingsboodschap

‘En op den eersten dag der week’. Zo begint Johannes 20 vers 1. Vers 19 begint ook met deze woorden, alleen dan met de vermelding dat het inmiddels avond is geworden.

5 minuten leestijd

Als het dan avond was op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren waar de discipelen vergaderd waren, om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden en zeide tot hen: Vrede zij ulieden. Johannes 20:19

Wat is er veel gebeurd op deze dag. Een onvergetelijke dag voor Maria Magdalena, voor Simon Petrus, voor Johannes, voor de andere discipelen. Behalve Thomas, hij was er niet bij op de avond van deze eerste nieuwtestamentische sabbat. Dat zou nog acht dagen duren. Het is waar gewor- den op deze dag dat de Zone Gods is opgestaan van de doden. De dood had niet het laatste woord. De opgestane Levensvorst heeft de dood gedood voor Zijn volk, en hun het leven bereid. Het leven tot in eeuwigheid.

Maria Magdalena heeft de discipelen geboodschapt dat zij de Heere gezien had, en dat Hij haar dit gezegd had. Maria Magda- lena heeft Hem persoonlijk ontmoet. Beter gezegd: Jezus is haar ontmoet. ‘Maria’, zo sprak Hij haar aan. Hij heeft haar gezegd dat Hij opgestaan is en zal teruggaan naar Zijn Vader, het was echter nog dieper onderwijs: Hij is ook haar Vader; Zijn God en haar God. Op grond van de verdienste van deze opgestane Heere is het Vaderhuis bereid met zijn vele woningen.

De discipelen hebben de ontmoeting van Jezus met Maria Magdalena gehoord. Zij heeft het hun verteld. Zij heeft niet meer kunnen zwijgen van Zijn Woord tot haar. En als dan op die grote dag, die roem der dagen, het avond is geworden, zitten de dis- cipelen achter gesloten deuren. Ze waren ergens in Jeruzalem bijeen. Misschien wel in die opperzaal waar Jezus eerder met Zijn discipelen het pascha gegeten had, ook toen het avond geworden was.

De tekst spreekt over deuren, meerdere dus. Waarschijnlijk de deur van de toegang tot de binnenplaats, en ook de deur van het huis, net als in Handelingen 12, waar Petrus klopte op de deur van de voor- poort. Waarom gesloten deuren? Om de vreze der Joden. Bang dat ze vervolgd zouden worden. De overpriesters en ouderlingen hadden hen immers beschul- digd dat zij het lichaam van Jezus uit het graf gestolen hadden, volgens Mattheüs 28:13. Nu hun Meester het leven afgelegd had, zou het nu hun beurt zijn? Bevreesd zitten ze achter gesloten deuren.

Drie tabernakelen

Dat zitten met de discipelen achter gesloten deuren is Gods volk niet vreemd. Na alles wat van Jezus genoten is, het onderwijs dat Hij gegeven heeft, en die zoete momenten met Hem.

Laat ons drie tabernakelen maken, zo zei Petrus tegen Jezus. Deze discipelen waren echter met alles in de dood terechtgeko- men. Hoe had Jezus gesproken tot hen: ‘Vrede laat Ik u, Mijn vrede geef Ik u; niet gelijkerwijs de wereld hem geeft, geef Ik hem u. Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd’. En zie nu eens, ze zitten bevreesd achter gesloten deuren. De vrede waar de Middelaar toen over sprak, hadden ze niet recht verstaan. Dat was een vrede die Hij zou aanbrengen in een weg die tegen hun vlees en bloed inging. Hadden ze dan nog niet gehoord dat Hij opgestaan was? Jawel. Hij was op die eerste dag der week immers al verschenen aan Maria Magdalena, aan de vrouwen, vervolgens aan Simon Petrus, en die heeft ervan verhaald aan de disci- pelen, want als later die twee vanuit het veld, Kleopas en zijn vriend, teruggekeerd waren naar Jeruzalem en aangeschoven waren bij de elven, horen we de discipelen zeggen: ‘De Heere is waarlijk opgestaan en is van Simon gezien’. Daar spreekt een hunkering, een uitzien, uit. Dat uitzien zal versterkt zijn geworden toen dat tweetal vertelde dat Hij ook aan hen bekend was geworden.

Toch een broederlijk gezelschap, hoewel Thomas ontbrak op dat moment. Om niet te spreken van Judas Iskáriot, die zichzelf had verworgd. Daar mocht de één de ander onderwijzen. En dan dat wonder vanuit vers 19: ‘… kwam Jezus’. Dat komen van Hem. Wat is Hij op die eerste dag der week aan verschillenden geopenbaard geworden. Dat laat ook zien dat die eerste dag der week zo belangrijk is. Dat Hij Zich juist op de dag des Heeren wil vertonen, al is Hij vanzelfsprekend daaraan niet gebon- den. Ziet u op de dag des Heeren uit naar Zijn spreken? Hij spreekt gewis tot elk die voor Hem leeft. Hij kwam door gesloten deuren. Hoe kan dat? Heel eenvoudig. Is Hij niet bij machte, Hij Die de dood doodde, om met Zijn wezenlijk, maar ook verheerlijkt lichaam binnen te komen? Hij heeft die deuren Zelf geopend, Hij Die van Zichzelf gesproken had: ‘Ik ben de Deur’.

Onuitsprekelijk wonder

Laat dat tot onderwijs zijn in deze dagen voor zielen die in een nadere weg gingen leren dat zij de dood verdiend hebben, en geen mogelijkheid voor zich zien dat de Vredevorst ooit woorden van vrede tot hun ziel zal spreken. Hem is gegeven alle macht in hemel en op aarde. In die ogenblikken van vrees, terwijl hun ziel hun- ker de, komt Jezus en staat in het midden van hen. Onuitsprekelijk wonder! Hij staat daar. Hij stelt Zich daar. Staat bij hen stil. Dat doet Hij nog. Als Hij komt, brengt Hij alles mee. Ze hadden Hem niet aan horen komen. Hij komt en neemt dan ook de hoogste plaats in. In hun midden. Het is immers Zijn komst alleen, die hun heil volmaken kan.

‘Vrede zij ulieden’. Wanneer u zegt dat dit hier de gewone Joodse begroeting betreft, zoals de kanttekening ook weergeeft, dan is dat juist. Alleen, deze begroeting komt wel uit de mond van Eén, Die de vrede heeft aangebracht. De vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus. Deze begroeting komt uit de mond van Hem Die gezegd had: ‘… opdat gij in Mij vrede hebt’. Dan krijgt dit woord ‘vrede’ zo’n diepe betekenis. De vrede met een kus van het recht. Vrede op grond van betaling. Dat Hij het werkelijk is, toont Hij door Zijn handen en Zijn zijde te laten zien. De tekenen waarin, ja waardoor, die vrede verkre- gen is en wordt aangebracht in harten van vrezende zielen.

Pasen: Want Hij is onze vrede!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 2022

De Saambinder | 24 Pagina's

Jezus’ opstandingsboodschap

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 april 2022

De Saambinder | 24 Pagina's