De grote werken Gods
Jezus zeide tot hen: Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben; maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde. Johannes 9 vers 41
Het einde van Johannes 9 vormt een aangrijpend hoogtepunt, of beter gezegd: dieptepunt. De blindgeborene is verlost en mag zich door genade eeuwig in het licht van de Zon der gerechtigheid verblijden. De farizeeën zijn achtergebleven en nu eindigt Christus met een scherpe veroordeling. Eerlijk houdt de Heere hen Zijn Woord en de toepassing daarvan voor: ‘Indien gij blind waart, zo zoudt gij geen zonde hebben.’ Dat betekent: Als u uw kwaal zou kennen, zou u te genezen zijn. Die kwaal is het verwerpen en verachten van het Evangelie. Het is een zonde die de wereld niet kan bedrijven. Daarom zitten de ergste zondaren daar, waar het Evangelie aangeboden wordt. Dat geldt óók voor ons!
In de tekst ligt ook vertroosting. Er staat: ‘Indien gij blind wáárt.’ Als u uw blindheid zou kennen en gevoelen, wat dan? ‘Gij zoudt geen zonde hebben’, zegt Christus. Wie zijn blindheid, nood en schuld oprecht voor God leert kennen, heeft dat niet van zichzelf. Het is vrucht van de Heilige Geest. Zulken zullen door de Zaligmaker gered worden. Hebben ze dan geen zonden? Juist wel. Als God in de wedergeboorte de zondaar vernieuwt, is die mens aan Gods zijde zonder zonde, want God ziet die zondaar alleen in de volmaakte gerechtigheid van Christus aan. Maar de zondaar zélf krijgt nu voor het eerst met zijn zonde van doen. Grote droefheid komt in zijn hart, maar in de hemel is blijdschap over zijn bekering. De farizeeën begrijpen er niets van. Het is ook voor de wijzen en verstandigen verborgen.
Nog is het onderwijs niet afgelopen. ‘Maar nu zegt gij: Wij zien; zo blijft dan uw zonde.’ Zulken menen in te gaan, maar ze zullen niet kunnen. Tot hen zegt Jezus: ‘Zo blijft dan uw zonde.’ Zonde is iets wat krom is, wat van de rechte weg afwijkt, wat Gods heilige wet overtreedt, ook in het allerkleinste. Het is úw zonde, zegt Christus. Het is úw bezit, úw hemelhoge schuld. Als God uw zonde niet op Christus legt, blijven ze op u. Dan worden ze niet weggenomen, niet verzoend, niet afgewassen in het reinigende bloed van Christus. Wat zal het zijn om daarmee voor de grote Rechter te staan! Het is zo gelukkig als de Heere uw ogen opent en met Zijn vinger uw zonde aanwijst. Dat drijft uit naar de troon der genade en geeft geen rust tot u door het bloed van Christus verzoend bent. Dat geldt óók voor de kleinste. Zucht maar, roep maar en houd maar aan. In Christus’ bloed is behoudenis. Daar wordt het grote werk van God verheerlijkt.
Vragen:
1. Op welke wijze legt Christus de laatste woorden uit Johannes 9 aan ons hart?
2. Welke troost ligt er in Gods werk aan de blindgeborene?
3. Waar moet het ons voor het eerst en opnieuw naar uitdrijven?
slot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 april 2023
De Saambinder | 20 Pagina's