Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de zaal van Bethesda

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de zaal van Bethesda

4 minuten leestijd

Ten zuiden van de Schotse stad Glasgow ligt het stille dorp Fenwick. In de zeventiende eeuw stroomde het dorp van zondag tot zondag vol met kerkvolk. Ze wilden William Guthrie horen.

William Guthrie werd in 1620 geboren uit een oud adellijk geslacht. De familie bewoonde het Guthrie Castle in het dorpje Guthrie, ten noordoosten van de stad Dundee. In het naburige Brechin ging William naar de Grammar School. Hij was een begaafd en leergierig kind en maakte zich al snel de klassieke talen eigen.

Op jonge leeftijd werd hij door zijn ouders naar de universiteit van St. Andrews gestuurd. Daar kwam hij onder de hoede van zijn acht jaar oudere neef James Guthrie. Op het St. Mary’s College in St. Andrews ontmoette hij Samuel Rutherford, hoogleraar in de Godgeleerdheid.

Benauwdheid en wanhoop

Rutherford zag in William Guthrie een geestelijke zoon. Dat betekende nog niet dat William het lek al boven water had. Gods Geest had nog heel wat werk aan zijn jonge ziel. Zijn bekering ging aanvankelijk gepaard met vrees en diepe overtuigingen aangaande zijn zonde en schuld. Er waren wel dagen dat hij in hevige benauwdheid en wanhoop verkeerde. Maar God liet niet varen wat Zijn hand begon. Zijn Geest verbrak Guthries hart, waarna hij mocht buigen onder de lieflijke heerschappij van vrije genade. Daarna genoot hij een grote vrede en een geestelijke vreugde die hem in zijn verder te leven zijn bijgebleven. Zo werd zijn hart ontvankelijk gemaakt voor het werk in Gods Koninkrijk. Hij werd gemaakt tot een vriend en een metgezel van allen die Gods Naam eerbiedig vrezen en willen leven naar Zijn Goddelijk bevel.

Eerste gemeente

William Guthrie was bereid gemaakt om zielenherder te worden in de dienst van het Evangelie van Jezus Christus. Eenvoudig sprak hij tot de hemel: ‘Zie, hier ben ik, zend mij heen’. In augustus 1642 werd Guthrie door de kerkenraad van St. Andrews toegelaten tot het ambt van dienaar van het Goddelijk Woord. Nadat hij enige tijd had gewerkt als huispredikant op een kasteel ontving hij een beroep van de gemeente in Fenwick. Hij nam het aan en werd daar op 7 november 1644 bevestigd. William Guthrie was toen 24 jaar. Fenwick was zijn eerste gemeente, het zou ook zijn enige gemeente blijven.

Beroepsbrief

In het huidige Fenwick wonen nauwelijks duizend Schotten, te midden van heidevelden, veengronden en moerassen. De witgeschilderde Fenwick Church is de kerk van William Guthrie. Vlak bij de kansel hangt achter een gordijntje nog de originele beroepsbrief die aan Guthrie werd gestuurd met daarop de namen van alle mannelijke gemeenteleden. Vrouwen werden niet geacht kerkelijke documenten mede te ondertekenen.

Guthrie ontmoette in dit afgelegen Fenwick veel tegenstand. Vele dorpsbewoners wilden aanvankelijk niets met hem te maken hebben. Als ze hem in de verte zagen aankomen, deden ze bij voorbaat de deur al op slot. Toch trok hij hier ook grote scharen volk. Sommigen moesten van heinde en ver komen en kwamen al op zaterdagavond. Ter voorbereiding op de zondag brachten ze de nacht door in gebed. Iemand schreef over de kerkdiensten in Fenwick: ’Fenwick is als de zaal te Bethesda waar zielsziekten worden genezen en geestelijke duisternissen worden verdreven’.

Groot interest

William Guthrie is vooral bekend gebleven door zijn boek ”The Christian’s Great Interest” (”Des christens groot interest”). Het was ook het enige werk dat hij publiceerde. Guthrie schreef het in 1659 vanuit pastorale bewogenheid met zijn gemeente. Hij bedoelde het vooral om daarmee de eenvoudige mensen te bereiken, ‘zij die niet veel geld hebben om aan boeken te besteden, noch over veel tijd beschikken om te lezen’.

Van dit boek schreef Rutherford dat er, behalve de “Viervoudige Staat” van Boston, ‘geen werk van godgeleerdheid in Schotland een bredere verspreiding heeft gekend of een grotere invloed heeft uitgeoefend dan dit boek van William Guthries pen’. En toen John Owen het boek gelezen had, schreef hij: ‘Ik beschouw de schrijver ervan als een van de grootste godgeleerden die ooit geschreven hebben. Ik heb verschillende folianten geschreven, maar hier is meer godgeleerdheid dan in die alle’. William Guthrie stierf op 10 oktober 1665. Hij was 45 jaar oud.

volgende week het laatste deel, Thomas Halyburton

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2024

De Saambinder | 24 Pagina's

In de zaal van Bethesda

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 oktober 2024

De Saambinder | 24 Pagina's