De smeekbede van Jesaja

De profeet Jesaja mag dit al in een profetisch vergezicht zien, voordat het gebeurt. In hoofdstuk 63 en 64 zoekt Jesaja het aangezicht des Heeren in een ernstig gebed om genade. Onze tekst staat in nauwe verbinding met het voorgaande hoofdstuk. We horen Jesaja smeken: ‘HEERE, waarom doet Gij ons van Uw wegen dwalen?’ (63:17).

Heere, wij gaan niet in Uw wegen. Wij dwalen ervan af, ja, ons hart is zelfs verstokt. Als volk vrezen we U niet. U zendt ons Uw oordeel vanwege onze zonden.

Anno Domini 2025

Zijn deze woorden niet van toepassing op onze tijd? We zijn vorige week een nieuw jaar ingegaan, Anno Domini 2025. Want dat mogen we wel benadrukken: het is het jaar onzes Heeren 2025. Dit nieuwe jaar is allereerst van de Heere, Hij regeert. Hij gaat verder met Zijn plan voor deze wereld opdat Zijn huis vol worde. Al probeert satan dit met alle macht te verhinderen en gebruikt hij daarvoor de wereldleiders en politieke denksystemen, het zal hem niet gelukken. De Heere gaat door met Zijn Kerkvergaderend werk! Het is donker op deze wereld, de ene ramp voltrekt zich na de andere, het is oorlog op oorlog. Het gaat allemaal zo snel dat we het soms niet meer kunnen volgen. Door de Geest van de profetie roept Jesaja het uit: Wat verschil is er nog met ons en de heidenen? Wij waren toch een heilig volk? We waren toch afgezonderd? We hebben maar een korte tijd in het Beloofde Land gewoond. ‘Wij zijn geworden als die over welke Gij van ouds niet hebt geheerst, en die naar Uw Naam niet zijn genoemd’ (Jes. 63:19).

Dat is het intens droevige, door hun zonden is Israël geworden als een heidens volk dat niet naar de Heere is genoemd. Zo laag is het afgelopen. Er is geen verschil, geen onderscheid meer. Alles is verzondigd. Ze zijn de heidenen gelijk geworden. God houdt Zich verborgen. De hemel lijkt van koper. En het is smartelijk als dat ingeleefd wordt.

Zucht en smeekbede

Na deze verootmoediging en belijdenis volgt er een zucht, klimt er een smeekbede op naar de hemel: ‘Och, dat Gij de hemelen scheurdet’. Heere, openbaart U Zich nog eens aan Uw volk? Zoals U dat deed in de dagen vanouds? U hebt toch de hemelen gescheurd, toen U Uw volk op zo’n wonderlijke wijze uit Egypte bevrijdde en toen U in al Uw heerlijkheid op de Sinaï neerdaalde? Och, zegt Jesaja, dat U nog eens zó aan Uw volk Israël zou verschijnen!

‘Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten’.

Zou dit ook niet ons aanhoudend gebed moeten zijn in dit jaar? Hebben wij het er beter afgebracht dan het volk Israël onder Jesaja? Is ons land ook niet aan de heidenen gelijk geworden? Zouden wij het niet op onze knieën moeten uitroepen in verootmoediging: Heere, U houdt Zich zo verborgen, en dat is onze schuld! Zou U de hemelen nog eens willen scheuren, dat U Zich openbaart in heerlijkheid en macht?

Kerstevangelie

Geen mens kan de hemelen scheuren, God moet dat doen. En Hij hééft het gedaan! Dat hebben we met Kerst mogen herdenken. Dwars door alle donkerheid op deze wereld mocht dat heerlijke Kerstevangelie klinken. ‘Alzo lief heeft God de wereld gehad…’ Toen Christus werd geboren in Bethlehem scheurde God de hemelen.

Hij kwam om de werken van satan te verbreken, om aan Gods recht te voldoen. Op Golgotha vloeide er genade en barmhartigheid over deze zondige aarde.

Jesaja mocht er met het oog des geloofs al van getuigen: ‘… dat Gij nederkwaamt’. Gods Zoon kwam neder op deze vervloekte aarde om zondaren te redden. Hij kwam als de beloofde Messias tot Israël en wij als heidenen mogen delen in Zijn genade. Hij is gekomen en Hij regeert. Maar nog eenmaal zullen de hemelen gescheurd worden voor Israël als de Heere Jezus Zich zal openbaren aan Zijn volk Israël. Dan zullen zij Hem zien Die zij doorstoken hebben. Dan zal geheel Israël zalig worden. Naar die dag ziet Jesaja uit met groot verlangen.

Borg en Zaligmaker

De wetenschap alleen dat de hemelen al gescheurd zijn en Christus is nedergekomen in Bethlehem is niet genoeg. Het zal alleen genoeg zijn als Hij ook nedergekomen is in uw hart. Kent u Hem al als Uw Borg en Zaligmaker? Is Hij uw Alles? Is Hij uw Redder voordat Hij zal komen als Rechter?

‘En scheurt uw hart en niet uw klederen, en bekeert u tot den HEERE uw God; want Hij is genadig en barmhartig, lankmoedig en groot van goedertierenheid, en berouw hebbende over het kwade’, zo klinkt het later door een andere profeet, Joël (hoofdstuk 2:13). Er kunnen veel bergen rondom ons zijn. Bergen van zonde, van vrees, van aanvechting. Ze kunnen als een machtige berg lijken. Maar als we bij de Heere mogen schuilen, dan smelten deze bergen weg.

Geliefde lezers, hoe hebt u het oude jaar afgesloten en hoe bent u het nieuwe jaar ingegaan? Op uw knieën, met de smeekbede: ‘Och, dat Gij de hemelen scheurdet’?

Och, dat Gij de hemelen scheurdet, dat Gij nederkwaamt, dat de bergen van Uw aangezicht vervloten.

Jesaja 64:1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen