Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een overwinningslied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een overwinningslied

5 minuten leestijd

Psalm 9 is een lied geschreven door David na de opvoering van de ark naar Jeruzalem op de berg Sion. Het is duidelijk dat David in de naam van het verdrukte, maar ook verloste volk van God gezongen heeft. Maar ook dat het volk daarmee van harte ingestemd heeft.

Zo komen wij tegelijk bij het doel van deze psalm. Het heeft een geestelijke strekking. Zo is er een volk op aarde dat een strijd gaat leren voeren. Nee, van nature strijden wij niet, maar zijn wij gevangen in strikken des doods. Een dode kent geen strijd, maar is overgegeven aan het verderf.

Zo is het van nature met ons allemaal. Nadat wij goed uit Gods hand zijn voortgebracht en waar geen strijd en verderf was, hebben wij allemaal gekozen voor de dood en het verderf. Daarom is het zo’n ontzaglijk groot wonder dat God van eeuwigheid gedachten des vredes heeft gehad over een volk dat in opstand zou komen tegen Hem. Ja, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gezonden heeft om ervoor te gaan zorgen dat Hij de strijd zou ondergaan die de mensen tot in eeuwigheid moesten dragen. Dat heeft Christus willen doen in de tijd, om Zijn volk te verlossen van de eeuwige dood. Daarvoor wilde Hij Mens worden, om naar ziel en lichaam de toorn van God te dragen. Tot eer van Zijn Vader, maar ook om de verlossing van de Kerk.

Strijdende Kerk

David begint in vers 2 met loven: ‘Ik zal den HEERE loven met mijn ganse hart, ik zal al Uw wonderen vertellen’. Nee, David komt niet met zijn eigen verhaal, zoals een mens dat van nature zo graag wil doen. Over het kwade spreken we niet zo graag, liever spreken we over onze prestaties. Dat alles komt vanwege onze diepe val waarin wij in hoogmoed zijn gevallen. Maar als een mens in geestelijke zin de Heere gaat loven, is daar een weg aan voorafgegaan. Dat heeft David in zijn lied niet achtergehouden. Hij spreekt over vijanden, rechtszaak, schelden, verwoestingen, oordelen en benauwdheid. Al deze woorden wijzen ons op strijd.

En strijd gaan al Gods kinderen leren kennen, al is het op onderscheiden wijze. Want Gods Kerk wordt een strijdende Kerk genoemd. Als een mens van dood levend gemaakt wordt, begint de strijd, en die zal pas eindigen bij de laatste snik. Als de liefde wordt ingestort en het geloof wordt geplant, dan gaat een mens zien wie hij is. Dan verstaat hij dat hij buiten God leeft. Dan zal het Woord, door Gods Geest, hem leren dat er recht gedaan moet worden aan Zijn geboden. Dat geeft werkzaamheden aan de genadetroon.

In die strijd wordt geleerd dat het van ’s mensen kant onmogelijk is om te overwinnen. Maar de getrouwe Verbondsgod heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Israël nooit gekrenkt. Als daar op Gods tijd het zicht op mag komen, dan ziet men ook de ruimte. En dat was nu waarom David looft. Zo is het ook voor Gods kinderen, in welke stand van het genadeleven ook. Als het geloofsoog komt bij het wonder van verlossing.

Zie maar in de tekstwoorden: ‘En de HEERE zal een hoog Vertrek zijn voor den verdrukte’ (vers 10). Zij die leren om door de wet gedrukt te worden, die blijft eisen. Daartegenover een hoog Vertrek. Dat ziet op Christus, Die Zichzelf zo diep heeft willen vernederen, zodat Hij grote droppelen bloeds heeft gezweten. Dat was voor Zijn kinderen, om voor hen een hoog Vertrek te worden, maar ook om ze uit de benauwdheid te verlossen.

‘En die Uw Naam kennen’, dat wijst ons naar kennis. Ja, ook dat zijn wij door de diepe val verloren. Als er ‘Naam’ in de Bijbel staat, ziet dat op alles wat van God is. Zowel Zijn gerechtigheid als barmhartigheid, enzovoort. Alles wat van God is, is heilig en goed. Dan wordt het waar wat Gods Woord ons leert: ‘Sion zal door recht verlost worden’. Alleen als aan het recht volkomen genoeg gedaan wordt, kan barmhartigheid worden geschonken. Als daaraan geestelijk kennis mag komen, wordt al het vertrouwen van mensen afgenomen, en wordt het vertrouwen op God gesteld. Dat is enkel genade. Zie maar waar David over roemt: ‘Omdat Gij, HEERE, niet hebt verlaten degenen die U zoeken’. Al wat Gij ooit beloofd hebt zal bestaan, en zal zonder hindering voortgaan.

De einden der aarde

Als het geloof in oefening is, dan ligt de vijand onder. De kanttekening wijst ons daar bij het woord ‘zoeken’ ook op: ‘Dat is hier, met gelovige gebeden U om hulp aanroepen’. ‘Psalmzingt den HEERE, Die te Sion woont’ (vers 12). De kanttekening wijst ons erop wat dat betekent: ‘Waar de ark des verbonds en de godsdienst is, waar Hij Zijn genadige tegenwoordigheid op een bijzondere wijze betoont’. Dit staat in het Oude Testament, wat ons heenwijst naar het Nieuwe Testament. Dat alles wijst ons naar Christus, Die is opgevaren ten hemel, en zit aan de rechterhand Zijns Vaders. Vandaar heeft de Zender aan de onderherders de opdracht gegeven om heen te gaan en te onderwijzen. Niet alleen in Jeruzalem, maar tot aan de uiterste einden der aarde.

Dat mogen wij iedere zondag op de onderscheiden plaatsen horen. De verkondiging van het heilig Evangelie. Dan wordt ons aangewezen de dood in Adam, en het leven in Christus. En mag worden aangewezen, hoe nu een verloren Adamskind in de weg van onmogelijkheid geleid wordt naar Christus, het hoog Vertrek. Nu de vraag: kennen wij al iets van die geestelijke strijd? Of ligt alles nog in de dood? Roep dan de Heere aan of Hij u van dood levend wil maken. Nu is het nog de genadetijd. Daar komt een einde aan. En dan niet bereid? Dan wordt het: eeuwig rampzalig. Door genade bereid? Dan voor eeuwig welgelukzalig.


En de HEERE zal een hoog Vertrek zijn voor den verdrukte; een hoog Vertrek in tijden van benauwdheid. En die Uw Naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat Gij, HEERE, niet hebt verlaten degenen die U zoeken.

Psalm 9:10-11

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2025

De Saambinder | 28 Pagina's

Een overwinningslied

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 2025

De Saambinder | 28 Pagina's