Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 235 (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 235 (slot)

Hoofdstuk 35 – De listen van de satan - 2 (6)

5 minuten leestijd

Maar als ons Evangelie verborgen is, is het verborgen in degenen die verloren zijn, in wie de god dezer wereld de zinnen verblind heeft van degenen die niet geloven, opdat het licht van het heerlijke Evangelie van Christus, Die het Beeld Gods is, hen niet zou bestralen (naar de Engelse vertaling). 2 Korinthe 4:3, 4

Besluit

En nu, als u al mijn preken gelezen hebt over de wijze waarop Christus de grote zaligheid voor ons heeft verworven en over de manier waarop de Geest deze zaligheid toepast en krachtig doet zijn in de uitverkorenen Gods, dan hebt u twee wondere dingen voor uw ogen. Als u ze overdenkt, zult u zich over beide verbazen. Het zijn de heerlijke genade van God, die deze grote zaligheid heeft bereid en de vreselijke goddeloosheid van de mens, die deze zaligheid verwerpt.

Zie dan de rijkdom van de goedertierenheid en barmhartigheid Gods daarin, dat Hij voor een verloren mens dit Middel ter genezing heeft bereid. Dat is wat in 1 Timótheüs 3:16 terecht ‘de verborgenheid der godzaligheid’ wordt genoemd, de verborgenheid waarin de engelen begerig zijn in te zien (1 Petr. 1:12). Deze heerlijke verborgenheid der verlossing, de ‘menigvuldige wijsheid Gods’, de wijsheid die zo bijzondere en voortreffelijke verscheidenheid in zich heeft, wordt luisterrijk tentoongespreid in Éfeze 3:10. Ja, het uitdenken van onze verlossing is in deze zin de heerlijkste betoning van Goddelijke liefde, die ooit in deze wereld voor de kinderen der mensen werd gedaan, of kan worden gedaan. Zó wil de apostel verstaan worden, als hij in Romeinen 5:8 zegt dat God Zijn liefde tot de mens op een heel betrokken wijze heeft bevestigd, of voorgesteld, een wijze die deze liefde op een onvergelijkelijke manier bij de mens aanbeveelt opdat hij die zal aannemen: Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken (1 Tim. 1:15). Dan zou men terecht mogen verwachten dat wanneer deze heerlijke verborgenheid door het Evangelie voor de oren van zondaars bekend gemaakt wordt, alle ogen afgetrokken zouden worden van alle andere dingen, en eerbiedig gevestigd zouden zijn op Christus; dat alle harten bij deze blijde tijding in vervoering zouden raken en ieder mens zich met de grootste ijver en toewijding naar Christus zou haasten.

Kijk dan echter eens, in plaats daarvan, naar de vreselijke goddeloosheid van de wereld, die het enige Middel ter genezing verwerpt dat voor de mens is bereid. Lang tevoren heeft de profeet het al gezegd: Hij was veracht en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten en verzocht in krankheid, en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht (Jes. 53:3). Hij was arm en verachtelijk in Zijn verschijning, iets wat Hem voor de zielen van mensen bemind zou moeten maken, bóven wat wij kunnen denken. Het was om hunnentwil dat Hij al Zijn heerlijkheid aflegde! Toch werd Hij veracht, en beschouwd als een verworpeling onder de mensen. Zijn liefde tot de mensen had Hem al Zijn rijkdom doen afleggen, en de goddeloosheid van de mensen overlaadde Hem met verachting. Zoals over Hem werd geprofeteerd, is het geweest, en tot op de dag van vandaag wordt het helaas overal ter wereld bevestigd.

De heidenwereld kent Hem niet: zij is verloren in de duisternis. God heeft het toegelaten dat de heidenen in hun eigen wegen zouden wandelen (Hand. 14:16).

De mohammedanen, die een heel groot deel van de wereld hebben overspoeld, verwerpen Hem, en in plaats van het gezegende Evangelie aanvaarden zij de Koran, waarvan ze zelfverzekerd zeggen dat die rechtstreeks van God is neergedaald - en christenen noemen ze ongelovigen.

De Joden verwerpen Hem. In blinde ijver voor Mozes noemen zij Hem lasterend een verleider. Hij is gekomen tot het Zijne, en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen (Joh. 1:11).

Verreweg het grootste deel van de gekerstende wereld verwerpt Hem. Zij die naar Zijn Naam zijn genoemd, willen zich niet aan Zijn heerschappij onderwerpen. De edelen der aarde denken dat het hun tot oneer strekt wanneer zij hun nek buigen onder Zijn juk. De genotzoekers van de wereld willen hun lusten niet opgeven en hun genoegens niet verzaken voor alle schatten van gerechtigheid, leven en vrede, dingen die Zijn bloed heeft verworven.

De wereldsgezinden verkiezen het slijk en de drek van de aarde boven Hem, en onder degenen die het christelijk geloof belijden, zijn er slechts weinigen die de Heere Jezus in oprechtheid liefhebben. De enige reden waarom ze christenen worden genoemd, is dat God het zo goedgunstig heeft beschikt dat ze in een land werden geboren en opgevoed waar het christelijk geloof wordt beleden, en het door de wetten van het land gevestigd is. Als de wind zou draaien, en het openbare gezag het juist zou achten een andere godsdienst in te voeren, kunnen ze de huik naar de wind hangen en in tegengestelde richting gaan.

Maar nu, laat mij u zeggen dat als God ooit die twee onverbiddelijke gerechtsdienaars heeft gezonden: Zijn wet en uw geweten om u voor uw zonden te arresteren, en als u merkt dat die twee u wegslepen naar de gevangenis waaruit niemand terugkeert die er ooit in wordt opgesloten en dat Jezus Christus Zich in deze onuitsprekelijke nood aan uw ziel openbaart, dat Hij uw hart opent om Hem aan te nemen, Hij uw Borg wordt bij God, al uw schulden betaalt en al uw verplichtingen delgt - dan zult u Hem op een heel andere manier liefhebben dan anderen.

In uw ogen zal Zijn bloed een diepere betekenis hebben dan in de oppervlakkige bevattingen van de wereld. Hij zal ‘geheel en al liefelijk’ zijn, en u zult alle dingen slechts schade en drek achten in vergelijking met de uitnemendheid van Jezus Christus, uw Heere.

Deze dingen zijn geschreven om uw hart in deze gesteldheid te brengen. De Heere doe ze voorspoedig zijn in uw ziel, door de zegen van Zijn goede Geest over u.

God zij geprezen voor Jezus Christus!

(Einde)

© 2008 Den Hertog B.V. Houten. Geschonken genade

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Over de toepassing van het heil - John Flavel (ca. 1630-1691) - 235 (slot)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 februari 2022

De Wachter Sions | 12 Pagina's