Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

6 minuten leestijd

Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft. 1 Johannes 2:6

De Pinksterdagen zijn voorbijgegaan. Hoe hebt u deze dagen beleefd? Is het voor u werkelijk Pinksteren geworden? Er is geen pinksterzegen zonder de Pinkstergeest. We weten dat de Heilige Geest op de eerste Pinksterdag in Jeruzalem op onderscheiden wijze gewerkt heeft. De drieduizend die door middel van het woord van Petrus bekeerd werden, deelden in het wederbarende werk van Gods Geest. De Geest schonk nieuw leven en overtuigde van zonde, gerechtigheid en oordeel. De Geest getuigde vervolgens van Christus, waardoor verslagen zielen uitgingen tot Hem, de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Maar in het bijzonder voor de discipelen werd de belofte vervuld: In dien dag zult gij bekennen, dat Ik in Mijn Vader ben, en gij in Mij, en Ik in u (Joh. 14:20). Onze kanttekenaars geven van die bijzondere belofte een zakelijke verklaring: ‘Dat is, dan zult gij Mijn enigheid met den Vader in Wezen, en Mijn geestelijke vereniging met u, nader verstaan.’ Na de hemelvaart van Christus viel daar voor hen al meer licht op, maar zeker door de komst van de Trooster in hun hart is het wonder van zalig worden door het werk van een Drie-enig God, Vader, Zoon en Heilige Geest, in hun zielen opgeklaard.

Hoe noodzakelijk is voor ons allen het werk van de Heilige Geest. Onbekeerde lezers, u bent dood! Met de ogen van uw lichaam kunt u deze regels lezen, met het verstand kunt u ze enigszins volgen, uw geweten kan getuigen. Maar uw hart gaat niet uit naar God. U bent verhard onder het Woord, wat een vreselijke staat toch! U bent verhard onder de zwaarste slagen die u troffen. Uw vijandschap tegen God en Zijn wegen groeit met de dag. En uw rechtvaardig oordeel wordt met de dag zwaarder. Schreeuw toch tot God om Zijn Geest. Arme rechtzinnige lezer – u hebt uw conclusie al getrokken: wat een dwaze oproep. Niemand zal toch tot God roepen om Zijn Geest, zouden we een dood mens aan het werk zetten? Ach, u meent rechtzinnig te zijn, maar u hebt nog niets van de waarheid verstaan. We zetten u niet aan het werk, we zijn geroepen u uit uw werk te zetten. Dat verdoemelijke redeneren van uw godsdienstige bestaan – het is allemaal vroom werk dat uw oordeel verzwaart. Het is de hoogste tijd dat u voor God neervalt, uw hemelhoge schuld erkent en om genade smeekt.

Maar misschien zijn er van Gods kinderen onder de lezers die de afgelopen weken vertroost werden, en iets meer mochten verstaan van de eenheid tussen de Vader en Christus, en de vereniging met Christus mochten ondervinden (gij in Mij, en Ik in u). Of wellicht mocht u iets proeven van het verzegelend werk van de Trooster, en iets beleven van de vrijheid der kinderen. Wat een ernstige oproep klinkt er tot zulke lezers uit onze tekstwoorden: Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft. Zegt u dat u Christus kent? Zegt u dat Hij in u is, en u in Hem blijft? Wel, dat zal dan moeten blijken uit uw wandel! Dan zult u moeten wandelen gelijk Hij gewandeld heeft. O, niet alleen uw woorden! Uw wandel.

Hoe wandelde Hij? En hoe zullen zij wandelen die met Hem verenigd zijn?

1. Christus wandelde op aarde tot de eer van Zijn Vader. Niet Zijn Naam, niet Zijn eer, maar de Naam en de eer van Zijn Vader waren op Zijn hart gebonden. Welnu, kent u Christus? Zegt u dat u in Hem blijft? Dan verloochent u uw eigen naam, uw eigen eer, en begeert u dat God verheerlijkt wordt. Wanneer u merkt dat u in uw meest heilige verrichtingen vaak heimelijk nog uzelf bedoelt, dan smart u dat en roept u om meer van de Geest om hiervan bevrijd te worden.

2. Christus wandelde op aarde met de wet in Zijn binnenste. De tien geboden waren in Zijn hart, en Hij vervulde die wet volkomen. Kent u Christus? Zegt u dat u in Hem blijft? Dan heeft de wet voor u niet afgedaan, maar is het uw hartelijke begeerte geworden om die wet te gehoorzamen. Liefde is in uw hart uitgestort, en u begeert God lief te hebben boven alles en uw naaste als uzelf. Als er iets is dat u verontrust en verdriet, dan zijn het de zonden en uw zondige natuur waartegen u iedere dag te strijden hebt.

3. Christus wandelde op aarde in aanbiddelijke verdraagzaamheid. Kent u Christus, zegt u dat u in Hem blijft? Dan verdraagt u tegenstand en spot, hoon en vijandschap geduldig. Indien gij verdraagt als gij wel doet en daarover lijdt, dat is genade bij God. Want hiertoe zijt gij geroepen, dewijl ook Christus voor ons geleden heeft, ons een voorbeeld nalatende, opdat gij Zijn voetstappen zoudt navolgen; Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden; Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde, maar gaf het over aan Dien Die rechtvaardiglijk oordeelt (1 Petr. 2:20-23).

4. Christus wandelde op aarde in wonderlijke zelfverloochening. Hij zocht geen gemak en vermaak op aarde, maar gaf Zichzelf geheel over voor de zaak waartoe Hij op aarde was. Hij had op aarde niet waarop Hij het hoofd neerlegde. Zegt u dat u in Christus blijft? Dan is uw wandel niet aards, dan gaat u niet op in aards vermaak, maar dan is uw wandel in de hemel. U reist over de aarde als niets bezittende. U verlaat huis, vader, moeder, man, vrouw, kinderen, als Hij het van u vraagt. Merkt u dat u er niet in slaagt om de wereld geheel te verloochenen, dan is dat droefheid!

5. Christus wandelde op aarde in gebed. Des daags nu was Hij lerende in den tempel; maar des nachts ging Hij uit, en vernachtte op den berg genaamd den Olijfberg (Luk. 21:37). Naar Hij gewoon was, lezen we elders, was Hij op de Olijfberg, om daar te vernachten en te bidden. Wel, kent u Hem, en zegt u in Hem te blijven, dan is het uw gewoonte om Hem in het gebed te zoeken, en door Hem tot God te gaan in het gebed. Moet u inleven dat u in uzelf biddeloos bent? Het is u tot schaamte en tot verdriet, en u zucht of de Heere u een gebed wil schenken.

6. Christus verlangde tijdens Zijn wandelen op aarde naar gemeenschap. Gemeenschap met Zijn Vader, maar ook met Zijn beminde Bruidskerk. Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt, want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld (Joh. 17:24). Wel, zegt u in Christus te blijven? Dan hunkert u naar gemeenschap met Hem. Dan begeert u bij Hem te zijn, Zijn stem te vernemen, Zijn onderwijs te ontvangen, te schuilen in Zijn wonden, geleid te worden door Zijn Geest.

Want, die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft. Mocht het zo Pinksteren zijn geworden voor Gods Kerk:

Een milden regen zondt G’, o Heer’,
Op Uw bezwijkend’ erf’nis neer,
Om sterkt’ aan haar te geven
(Ps. 68:4 ber.)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 2023

De Wachter Sions | 12 Pagina's