Zie, nú!

Geliefde lezer,

Het is juist in de vakantietijd wanneer we deze tekstwoorden overdenken. Misschien hebt u temidden van al uw dagelijkse beslommeringen en zorgen rondom uw werk naar deze tijd van rust verlangend uitgezien. Even tot onszelf komen na een mogelijk intens jaar van zoveel zorgen en misschien ook veel stil verdriet. Dan kan het zeker wel eens noodzakelijk zijn om enkele weken op een stille plaats dicht bij de natuur tot rust te komen. Dan hopen we voor u dat het in zeker opzicht een welaangename tijd mag zijn.

Maar toch zult u in dit alles wel ervaren dat, waar we ook gaan of verblijven, overal ter wereld de verwoestende kracht van de zonde tastbaar en zichtbaar is. Het aardrijk is sinds de diepe val in Adam ‘om onzentwil vervloekt.’ Tot Adam en Eva sprak de Heere na hun vallen in de zonde: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten, zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt, en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen. ( …) In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof en gij zult tot stof wederkeren. (Gen. 2:17-19). Wat ligt dan over de tijd die we hier op aarde nog krijgen de zwarte schaduw van de ras naderende dood. Maar bovenal wat het zal zijn om onverwachts en onverzoend zonder Borg voor onze hemelhoge schuld God te ontmoeten!

Dan worden we hier door het getrouwe Woord Gods opgewekt in Paulus’ brief: Zie!! Let er toch op dat het nu de tijd is van wederkeer tot de levende God. Elke seconde dat u leeft is ‘kostbare genadetijd’!! In dit kleine woordje klinkt de ernstige oproep tot de waarachtige bekering!

Geliefde lezer, bent u nog ‘onbekeerd’? Hoor dan de ernstige oproep: ‘Zie, nu! is het de welaangename tijd! Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer (Jes. 45:22). De Heere zegt hierin zo indringend tot ons: Zeg tot hen: Zo waarachtig als Ik leef, spreekt de Heere HEERE, zo Ik lust heb in den dood des goddelozen! Maar daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Bekeert u, bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, o huis Israëls? (Ezech. 33:11). Zie, nu worden in de weg van de waarachtige bekering dode zondaren opgewekt en wedergeboren tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus. De korte tijd dat u op aarde bent moet het wonder van genade aan uw ziel toegepast worden. Dan wordt u ‘wedergeboren niet uit vergankelijk zaad maar door het eeuwige en onvergankelijke zaad van het Woord Gods’ (1 Petr. 1:3-23).

Dan gaan we ons voor het eerst in ons leven verwonderen dat we nog in de genadetijd zijn. Alsof men het nooit eerder gehoord heeft gaan de oren en het hart open voor de levende verkondiging van het welbehagen Gods in Christus Jezus, de geheel enige Zaligmaker der wereld. Wat wordt het dan in ons leven een ‘welaangename tijd’. Dan komen we echt ‘tot onszelf,’ zoals we lezen van de verloren zoon. Dan is de ‘dag der zaligheid’ voor ons persoonlijk aangebroken.

Is die dag ooit voor u gekomen? Nee? Hoor dan de zeer ernstvolle oproep: Zie, nu is het de welaangename tijd, zie, nu is het de dag der zaligheid! De tijd waarin ‘onze bekering’ moet plaats vinden is zo zeer kort. Het geldt zeker in deze ernstvolle tijd: Maar dit zeg ik,.. dat de tijd voorts kort is! Zijn er die uit hun dodelijke rust zijn opgewekt en nu in stilte over de aarde gaan? En mag u bij tijden uw nameloze ellende voor God bewenen? Wat wordt dan de doorgebrachte tijd van ‘eertijds’ die achter u ligt betreurd. Dan kan het niet anders of er is voor in de plaats gekomen een ‘heilig haasten en spoeden om des levens wil.’ Dan zal de stem van het gepredikte Woord Gods steeds achter u klinken in al uw doen en laten: Zie nu is het de tijd... Vliedt de toekomenden toorn. Brengt dan vruchten voort van geloof en bekering waardig.

Wat wordt dan juist in die begintijd beproefd of het ‘goede werk des Heeren’ in ons begonnen is of niet. Daarom is het ontdekkende genadelicht in die dagen zo nodig om gebracht te worden tot de waarachtige kennis van onze diepe ellendestaat voor God. Als het recht ligt is het bij het ‘aanbreken van de morgenstond van de bekering’ een direct breken met de zonde. Het kan ook niet anders doordat de Heilige Geest intrek genomen heeft in de ziel en in alle waarheid leidt. Hij leidt en ontdekt de ziel aan de onmogelijkheid van zalig worden door eigen werk. Dan is het in die weg gedurig: ‘Ik bracht de nachten door met klagen, ik liet niet af mijn hand en oog op te heffen naar omhoog!’

Juist in die weg gaan we het leven verliezen uit al onze zogenaamde aangename gesteldheden en vertroostingen vanuit Zijn Woord. Zo wordt ontdekt dat al onze strohalmen van hoop en verwachting door eigen werkzaamheden ontvallen zullen in het licht van de rechtvaardigheid en heiligheid Gods. Dan ligt het geheel verloren voor God. Wat is het dan een ontzaglijk wonder als de verloren zondaar mag zien op Hem, de Middelaar Gods en der mensen. Het is inderdaad alles verliezen en in Hem het eeuwige leven vinden. In de dadelijkheid mag men dan gelovig de toevlucht nemen tot Hem en schuilen onder de schaduw van Zijn vleugelen. Helaas, hoe vaak kan het in de tijd voor het ware volk praktijk zijn: ‘Och wierd ik derwaarts weer geleid!! Dan zou mijn mond U de ere geven!’

Het gebed voor de bediening van de Heilige Doop zij onze verzuchting in de tijd die we ontvangen: ‘….opdat wij met Hem in Zijn dood begraven worden, en met Hem mogen opstaan in een nieuw leven; opdat wij ons kruis, Hem dagelijks navolgende, vrolijk dragen mogen, Hem aanhangende met waarachtig geloof, vaste hoop en vurige liefde; opdat wij dit leven (hetwelk toch niet anders is dan een gestadige dood) om Uwentwil getroost verlaten, en ten laatsten dage voor den rechterstoel van Christus, Uw Zoon, zonder verschrikken mogen verschijnen, door Hem, onzen Heere Jezus Christus, Uw Zoon, Die met U en den Heiligen Geest, één enig God, leeft en regeert in eeuwigheid.’

Dan zullen we ‘met alle krachten, de wereld verlaten, onze oude natuur doden, en in een nieuw, godzalig leven wandelen.’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen