In de goede aarde…
En een ander deel viel in de goede aarde, en gaf vrucht. Matthéüs 13:8a
Geliefde lezer(s), ik lees in de gelijkenis van de zaaier van een verschillend neervallen van het zaad. Een deel viel bij de weg. Een ander deel viel op steenachtige plaatsen. Een derde deel viel waar doornen en distelen in zaten. Maar een vierde deel viel in een weltoebereide aarde. Daar moet u eens over denken, daar ligt een diepere betekenis in. De zaaier, de verkondiger van het Woord, is verantwoordelijk voor zijn zaad. De volle raad des HEEREN moet verkondigd worden. Al de stukken moeten voorgesteld worden in de prediking. Maar wil het vrucht voortbrengen dan zal er een werk des HEEREN aan vooraf moeten gaan. Er staat van het zaad dat het viel in de goede aarde, dat is een weltoebereide aarde
Dat heeft ons veel te zeggen. Hoe is het met ons hart? Van nature is ons hart nog harder dan een steen. Al zond de Heere de beste prediker die er geweest is. Hij moet er aan te pas komen, om het woord te doen vallen in een weltoebereide aarde des harten.
Geliefde lezer(s), dacht u nu werkelijk: daar is een heer, en hij roept zijn knecht en zegt: Ga uit om te zaaien. Dat hij die knecht zou sturen naar een akker die er braak bij ligt? Er zal een werk aan vooraf moeten gaan, anders zal het nooit enige vrucht voortbrengen. Er zal vooraf moeten zijn het werk van de waarachtige wedergeboorte. Houd er toch aan vast. Er moet een wonder in ons leven gebeuren. We zullen van dood levend, van nieuws geboren moeten worden. We zijn blind en doof. Het hart van de mens is harder dan een steen. Alles ketst ertegen af, nietwaar?
Het kan zijn dat de mens een ogenblik verschrikt wordt, dat hij denkt: Ik ben onbekeerd en zo te moeten sterven zal niet gaan. Maar hij gaat weer door op hetzelfde zondepad. Het brengt hem nergens als er niet wat anders aan te pas zal komen. Als de Heere dat geeft, dan wordt het anders hoor! Dan zal die harde ijskorst van binnen gaan smelten. Dan zal Hij Zijn belofte waar maken: Ik zal ze een nieuw hart en een nieuwe geest schenken.
Dan wordt ons hart: aarde; toch zal het dan nog bearbeid moeten worden. Wie gaat er aan de zaaier vooraf? Dan denk ik in het oosten aan de ploeger. Ik zie hem gaan met zijn runderen naar de akker. Dan komt hij bij die wildernis. Denk maar aan een braakland. Hoe hoog de doornen daar kunnen staan. Maar ook hoe die grond er inwendig bij ligt. Totaal ongeschikt om het zaad te ontvangen. En toch doet de man zijn werk. Dat braakland moet gebraakt worden door de ploeg. Dan snijdt men de ergste doornen en distelen er eerst af.
En dan begint het moeilijke werk: de ploeg door de grond te laten trekken. Die ploegende man wijst ons aan, het werk van de wet, die het evangelie vooraf gaat. De catechismus leert het ons. Waardoor is de kennis van onze ellende? Door de wet Gods.
De Heere grijpt een zondaar. Dan grijpt Hij ons op ons zondig bestaan. Het is meestal een dadelijke zonde, die de Heere dan aan de mens toont. Als een verbreking van Zijn Goddelijke wet.
Wat werd er gezegd tot de Samaritaanse vrouw? Ga heen, roep uw man en kom hier. Toen stond ze daar schaamrood, en werd ze in haar schuld gezet. Denk aan een Saulus: Saul, Saul, wat vervolgd gij Mij? Het is u hard de verzenen tegen de prikkels te slaan.
Nathan stond voor David en zei: Gij zijt die man. Toch is het dat niet alleen. Behalve onze dadelijke zonde, zal ze als schuld en smet opengelegd moeten worden. Dat doet de Heere door de ploegschaar van Zijn Goddelijke wet.
Een kind zal het wel eens gezien hebben. Wat gebeurt er toch als de ploeg door de grond heentrekt? De ploeg snijdt af. Wat snijdt hij af? De diepe wortels die liggen onder de grond. Hij snijdt de doorn en de distel af aan zijn wortel. Dit voortgaande werk is zo nodig om afgesneden te worden van zonde en van ongerechtigheid. En toch, die man bleef in het oosten maar ploegen. Wat zie ik daar liggen? Stenen zijn boven gekomen. Daar is een gedeelte van een akker, dat bezaaid ligt met stenen. Die zullen de groei van het zaad tegenhouden.
Maar zo zal ook door de ploegende, de ontdekkende werking van Gods Geest naar boven gebracht worden wat er allemaal in een mensenhart huist. De oudjes zeiden dan zo vaak: De kwaal moet eerst doorbreken. Het moet zo worden dat het werkelijk een omkomen gaat worden. Die steen van ongeloof. Die steen van vijandschap. Die steen van hoogmoed. Die steen van onwilligheid. Al die stenen komen dan boven.
Maar wat is het eeuwige wonder? Het is anders dan in onze gelijkenis: Eerst komt de ploeger en dan de zaaier. Het zijn twee verschillende knechten. Maar in het geestelijke, waar het werkelijk een werk des HEEREN is, is de Zaaier reeds bezig bij het scheuren van de aarde. Als de HEERE een lichtstraal wil schenken in onze verlorenheid. Als er in één keer een evangelische belofte doordringt in een arme verslagen ziel: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven. Dan kan het zijn dat daar zo’n kracht in mee komt. Zou ik nog zalig kunnen worden?
Maar wil die aarde werkelijk ontvankelijk liggen voor het werk van die dierbare Middelaar, dan zal de aarde helemaal gescheurd moeten zijn en de stenen weggenomen. Dan zullen de doornen afgesneden moeten zijn aan de wortel. Dit doorbrekend werk des HEEREN is zo nodig, wil er plaats komen voor Christus als de enige Verlosser en Zaligmaker. In de zielsvereniging met Hem komen er vruchten van geloof en bekering waardig.
Geliefde lezer(s), kent u daarvan de beleving in uw ziel?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 2025
De Wachter Sions | 12 Pagina's