Aangeraakt

Geliefde lezers,

Een grote schare begeeft zich langzaam door de straten van Kapérnaüm naar het huis van Jaïrus. Daar ligt zijn twaalfjarig dochtertje op sterven. De mensen hadden gezien hoe de overste van de synagoge aan Jezus’ voeten was gevallen en hoe hij in grote nood had gesmeekt: Mijn dochtertje is in haar uiterste; ik bid U dat Gij komt en de handen op haar legt, opdat zij behouden worde, en zij zal leven. Jezus hoort en verhoort zijn gebed en begeeft Zich op weg naar Jaïrus’ huis. Weet u wie dit alles ook gezien en gehoord heeft? Een zieke en verzwakte vrouw die al twaalf jaar aan uitzonderlijk veel bloedverlies leed.

In het evangelie van Lukas lezen we dat ze al haar leeftocht, dat wil zeggen al haar middelen om van te leven, aan allerlei medicijnmeesters uitgegeven had. Niets had echter mogen baten. Ze was met alles aan een einde gekomen en zag nu de dood voor ogen. We weten dat er ook onder onze lezers zijn die zelf ernstig ziek zijn, of in de kring van hun gezin of familie ernstige zieken hebben. Weet dat we over u bewogen zijn en met u mee hopen te leven zoveel als in ons vermogen is. We hopen van harte dat de Heere u en de uwen genadig wil zijn naar het lichaam, maar bovenal naar de ziel. Heeft Gods Geest u al aan de dodelijke kwaal van de zonde ontdekt? Hebt u de gang van de bloedvloeiende vrouw, voordat ze tot Jezus kwam, leren kennen? O, hoe noodzakelijk is het toch om als een gans melaatse en onreine zondaar met alles aan een einde gebracht te worden! Zo maakt Gods Geest plaats voor de kundigste Medicijnmeester van dodelijk zieke zielen.

Zo ging het ook in het leven van de bloedvloeiende vrouw. Het goede gerucht van Jezus kwam haar ter ore, en het behaagde de Heere om dat aan haar ziel te heiligen, zodat zij hoop en moed kreeg. Het geloof is uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods (Rom. 10:17). De Heere schonk het zaligmakend geloof in haar ziel, waardoor ze vrijmoedigheid kreeg om te zeggen: Indien ik maar Zijn klederen mag aanraken, ik zal gezond worden. Maar hoe zou zij ooit tot Jezus kunnen naderen aangezien de ceremoniële wet bepaalde dat een onreine vrouw zich moest afzonderen van het gezelschap van mensen? Het was echter in haar ziel evenals bij koningin Esther, die ook niet ongeroepen in de tegenwoordigheid van de koning mocht verschijnen: Wanneer ik dan omkom, zo kom ik om (Esth. 4:16).

Door de trekkende liefde des Vaders werd deze vrouw tot Jezus getrokken als een door Gods wet veroordeelde en in zichzelf onreine vrouw vanwege haar zondekwaal! Zo kwam zij onder de schare van achteren, en raakte Zijn kleed aan. Of zoals de evangelist Lukas het verwoordt: Van achteren tot Hem komende, raakte zij den zoom Zijns kleeds aan (Luk. 8:44a). Aan de vier hoeken van het opperkleed van de kinderen Israëls moesten op Gods bevel snoertjes worden genaaid. Op deze snoertjes of kwastjes, die meestal uit acht witte wollen draden bestonden, moest een hemelsblauwe draad worden gezet. Welk onderwijs wilde de Heere hierdoor geven? Hoor wat de Heere Zelf zegt: Opdat gij gedenkt en doet al Mijn geboden, en uw God heilig zijt (Num. 15:40).

Geliefde lezers, Één is er op aarde geweest Die Gods heilige wet in het midden van Zijn ingewand droeg. Als de heilige en reine Middelaar Gods en der mensen heeft Hij al Gods geboden volmaakt liefgehad en betracht. Ja, Hij heeft zelfs het oordeel des doods als straf op de zonde in de plaats van Zijn volk gedragen, en zo een volkomen gerechtigheid en zaligheid voor hen verdiend. Heeft Gods Geest u geleerd dat u schuldig staat aan de overtreding van al Gods geboden en dat daarom de vloek van Gods heilige wet op u rust? Hebt u geleerd dat al uw gerechtigheden een wegwerpelijk kleed zijn, en is in die weg het kleed van Christus’ gerechtigheid onmisbaar voor u geworden? Bent u zo tot Jezus genaderd en hebt u de zoom van Zijn kleed gelovig aangeraakt? Hebt u toen iets van de bedekkende kracht van Zijn gerechtigheid mogen ondervinden? Dan zult u op Jezus’ vraag: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? niet verborgen kunnen blijven.

Waarom stelde Jezus deze vraag? Wist Hij dan niet wie de zoom van Zijn kleed had aangeraakt? Jazeker, maar Hij wilde Zijn Eigen werk in haar openbaar maken en bevestigen, tot roem van vrije genade, en tot bemoediging van andere heilbegerige zondaars. Vrezende en bevende kwam ze uit de menigte tevoorschijn en naderde tot Jezus, viel voor Hem neer en verklaarde Hem voor al het volk om wat oorzaak zij Hem aangeraakt had, en hoe zij terstond genezen was (Luk. 8:47).

Geliefde lezers, voordat Jezus de vraag stelde: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? keerde Hij Zich in de schare om. Dat wil zeggen, dat Jezus om Zich heen keek. Welnu, door middel van deze meditatie doet Jezus dat als het ware opnieuw. Vanuit de hemel ziet Hij op ons allen neer, en stelt ons de vraag: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt? Als u nog blind bent voor de onreinheid van uw hart en leven, betekent dit dat u nog in uw natuurstaat leeft. U bent nog geestelijk dood door de misdaden en de zonden. O, vreselijke staat! Durft u zo verder te leven, terwijl Gods toorn u elk ogenblik kan treffen? Hoe zult u ontvlieden, indien u geen acht slaat op Christus’ bloed en gerechtigheid? O, verlaat toch de wegen der zonde en uw ongerechtige gedachten, en bekeer u tot de Heere, zo zal Hij Zich over u ontfermen, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Laat u met God verzoenen!

Durft u niet ontkennen dat u uzelf hebt leren kennen als een wetsovertreder, als een onreine en verloren zondaar die voor God niet kan bestaan? Dan hopen we van harte dat u met de koorden van Gods eeuwige liefde en goedertierenheid liefelijk en tegelijk onweerstaanbaar getrokken zult worden tot Hem, de grote Hogepriester over het huis Gods. Hij heeft al de krankheden en smarten van de Zijnen op Zich genomen en verzoening teweegbracht. O, nader dan tot Hem en raak de zoom van Zijn kleed aan, en u zult de kracht van Zijn bloed en gerechtigheid ondervinden!

Tot slot, bent u één van degenen die als een onreine, veroordeelde zondaar Jezus’ klederen met een bevend en toch gelovig hart hebt aangeraakt? ‘Ja’, zegt u, ‘hoewel het vaak bestreden wordt, zou ik het toch niet durven ontkennen. Ik voel echter nog een haper in mijn ziel.’ Wat mist u dan nog? ‘Hoewel ik niet kan ontkennen iets van de kracht van Jezus’ bloed te hebben ondervonden, toch mis ik nog zo de bevestiging van de vergeving van mijn zonden.’ O, bekommerde ziel, u bent eerlijk gemaakt en daarom kunt u niet rusten voordat u het zelf uit Gods mond gehoord hebt. Welnu, we wensen u van ganser harte toe wat Jezus tot de bloedvloeiende vrouw zei: ‘Dochter, uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede en zijt genezen van deze uw kwaal.’ Dan zult u met hart en mond kunnen instemmen met de dichter van Psalm 65:2:

Een stroom van ongerechtigheden

Had d’ overhand op mij;

Maar ons weerspannig overtreden

Verzoent en zuivert Gij.

Welzalig dien Gij hebt verkoren,

Dien G’ uit al ’t aards gedruis

Doet naad’ren, en Uw heilstem horen,

Ja, wonen in Uw huis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen