Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dagelijkse godsvrucht - bekering

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dagelijkse godsvrucht - bekering

7 minuten leestijd

In vorige artikelen werd stilgestaan bij drie belangrijke en overbekende onderdelen van ons belijden, namelijk het gebed des Heeren, de apostolische geloofsbelijdenis en de Tien geboden. Ze zijn zo bekend dat velen van ons die moeiteloos uit het hoofd kunnen opzeggen. Een groot deel van de Heidelbergse Catechismus bestaat uit de uitleg van deze drie delen van ons belijden, namelijk 32 van de 52 zondagen. Ik schreef dat deze drie delen ook een belangrijke plaats horen te hebben in het dagelijkse godvruchtige leven van Gods kinderen. De Dichachè, het oudste kerkelijke handboekje uit de eerste eeuw na Christus, laat zien dat dit vermoedelijk ook de praktijk was van de eerste christenen. Ik wil deze kleine serie artikelen afsluiten door nog in te gaan op het begrip dagelijkse bekering. Het is niet voor het eerst dat hierbij wordt stilgestaan in dit blad. Maar omdat het hier gaat om een ander belangrijk onderdeel van het dagelijkse geloofsleven waarin velen – naar ik vrees – tekortschieten en waarover veel onbegrip bestaat, wil ik er toch graag op ingaan. En het zij daarbij maar direct gezegd: ik sluit mijzelf hierbij in!

En de Heere zeide: Simon, Simon, zie, de satan heeft ulieden zeer begeerd, om te ziften als de tarwe; Maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude; en gij, als gij eens zult bekeerd zijn, zo versterk uw broeders (Luk. 22: 31, 32). Gij, als gij eens bekeerd zult zijn! Petrus was natuurlijk al bekeerd toen Jezus dit tot hem sprak in die zin dat hij was wedergeboren. De eerste bekering had plaatsgevonden. Hij kende de Heere Jezus in Zijn profetische bediening. Hij had een indrukwekkende openbare belijdenis van zijn geloof afgelegd: Gij zijt de Christus, de Zoon des levenden Gods (Matth. 16:16). En toch spreekt de Heere Jezus van een nieuwe bekering die nodig zal zijn.

Kennelijk is bekering dus geen eenmalige kwestie. Het kan vaker nodig zijn, bijvoorbeeld nadat een kind van God in zonde is gevallen. De zeven brieven van Johannes aan de gemeenten in Azië illustreren dit eveneens. De gemeente van Éfeze had haar eerste liefde verlaten. Als zij zich niet zouden bekeren zou de kandelaar van zijn plaats geweerd worden (Openb. 2:5). Zo’n oproep tot hernieuwde bekering betekent uiteraard niet dat er een afval der heiligen is. Want in dit opzicht geldt: eens bekeerd, altijd bekeerd. De Heere Jezus sprak: niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken (Joh. 10:28b).

Gods kinderen vallen echter niet alleen soms in grote zonden. Zij zondigen ook dágelijks. Want wij struikelen allen in vele (Jak. 3:2). Zij worden in dit leven ‘niet ganselijk’ verlost van ‘het vlees en het lichaam der zonde … Hieruit spruiten de dagelijkse zonden der zwakheid’. (Dordtse Leerregels, hoofdstuk 5, 1,2). Daarom is dagelijkse bekering nodig. Het is in dit verband opvallend dat de waarachtige bekering waarover de Heidelbergse catechismus spreekt in Zondag 33, bij uitstek het karakter heeft van een levenslang voortgaand proces.

Het gaat in deze zondagsafdeling niet zozeer over de eerste bekering maar over de voortgaande bekering. Waarachtige bekering bestaat in de ‘afsterving’ van de oude en de ‘opstanding’ van de nieuwe mens. Het afsterven van de oude mens is niet alleen een hartelijk leedwezen dat wij God door onze zonden vertoornd hebben, maar ook een ‘hoe langer hoe meer’ haten en vlieden van zonden. Het moet ons veel te zeggen hebben dat juist Zondag 33 voorafgaat aan de behandeling van de tien geboden en het gebed des Heeren. Het plaatst die uitdrukkelijk in de context van de waarachtige bekering als voortgaand proces. Dat illustreert nog eens het belang van deze twee onderdelen van ons belijden voor het dagelijkse godvruchtige leven.

Maar wat is dagelijkse bekering nu precies? Behulpzaam is de formulering die we vinden in de Dordtse Leerregels. Die leren namelijk dat de dagelijkse zonden en de gebreken die kleven aan de allerbeste werken, Gods kinderen ‘gestadige’ (dat is: voortdurende) oorzaak geven ‘om zich voor God te verootmoedigen, hun toevlucht tot den gekruisigden Christus te nemen, het vlees hoe langer hoe meer door den Geest des gebeds en heilige oefeningen der godvruchtigheid te doden, en naar het eindperk der volmaaktheid te zuchten, totdat zij van het lichaam des doods ontbonden zijnde, met het Lam Gods in de hemel zullen regeren.’ (DL, hfdst. 5, 2). Ook wordt gesproken over een ‘gestadiglijk waken en bidden dat zij niet in verzoekingen geleid worden.’ (DL, hfdst. 5, 4).

Wat is dus dagelijkse bekering? Het omvat de volgende zaken: (1) Dagelijks gebed om ontdekkend licht en dagelijks zelfonderzoek naar bedreven zonden. (2) Dagelijkse specifieke belijdenis van bedreven zonden voor het aangezicht van de Heere, met droefheid en berouw. (3) Dagelijkse gelovige toevluchtneming als doemwaardige en onwaardige zondaar tot de gekruisigde Christus, om vergeving hiervan te verkrijgen. (4) Dagelijks gebed om kracht om tegen de zonde te strijden, om verzoekingen te weren, en om waakzaam te zijn. (5) Dagelijks gebed om vernieuwing en wasdom van het geloof.

Merk op dat de drie delen van ons belijden waar we bij stil hebben gestaan, ons kunnen helpen om vorm en inhoud te geven aan de dagelijkse bekering. De Tien geboden zijn een spiegel om dagelijks onze zonden te zien. Het gebed des Heeren laat ons dagelijks smeken: Vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren. De apostolische geloofsbelijdenis leert ons zeggen: ‘Ik geloof … de vergeving der zonden’. Die laat ons bovendien zien op het werk van een Drie-enig God, en het werk van Christus in Zijn Middelaarsgangen.

Hoe moet de dagelijkse bekering praktisch gestalte krijgen? Wel, moet dit niet beginnen met er dagelijks tijd voor in te ruimen in de binnenkamer? Ik vrees dat hier een grote haper ligt voor velen. Onze tijd is vol, druk, gehaast, chaotisch, vluchtig, stressvol, met een overvloed aan prikkels. We menen altijd ‘aan’ te moeten staan. Dat veroorzaakt geestelijke dorheid, armoede en verachtering. We kunnen dat verhullen met vrome praat. ‘God moet het doen.’ ‘We zijn uit de aarde aards.’ ‘Aan wat vrome godsdienst hebben we niets.’ ‘Het komt zo aan op de bediening van Zijn Geest.’ Dat is allemaal waar! Maar we vergeten erbij te zeggen dat we Gods Geest bedroeven door de gedurige verborgen omgang na te laten. Een dagelijks godvruchtig leven behoort een werkzaam leven te zijn, ook in de binnenkamer. Dat is de gewone manier voor de Heere om wasdom in het geloof te werken. Of om de Dordtse Leerregels nog een keer aan te halen: we behoren het vlees hoe langer hoe meer te doden door de Geest de gebeds en heilige oefeningen der godvruchtigheid, en door naar het eindperk der volmaaktheid te zuchten. Het is in die weg dat we leren zien dat ‘de barmhartigheden des Heeren allen morgen nieuw zijn en dat Zijn trouw groot is’ (Klaagliederen 3:23).

Tot slot, reformatoren en oudvaders hebben veel geschreven over de dagelijkse bekering. Ik eindig daarom met enkele citaten. ‘Maar van een andere zijde bezien, moet het gehele leven een tijd van voortdurende bekering zijn. En van deze noodzakelijkheid komt niemand vrij, daar een ieder vanwege zijn gebreken geroepen is om dagelijks vorderingen te maken (Johannes Calvijn). ‘Elke dag moeten wij ons recht in Christus vernieuwen door berouw en bekering en aldus spreken: deze dag heb ik alles verbeurd, doch nochtans begeer ik opnieuw mijn hand op Hem te leggen, want er is een fontein geopend voor de inwoners van Jeruzalem tegen de zonde en tegen de onreinheid.’ (Richard Sibbes).

‘O, volk van Nederland, bekering, bekering alleen kan u te dezen dage nog behouden; een oprechte bekering, een volkomen bekering, een algemene bekering, een haastige bekering, een openbare bekering, en daarbij een dagelijkse en toenemende bekering.’ (Theodorus van der Groe).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Dagelijkse godsvrucht - bekering

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's