Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tussen Hemelvaart en Pinksteren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tussen Hemelvaart en Pinksteren

En zij waren allen tijd in den tempel, lovende en dankende God. Amen. Lukas 24:53 Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken. Handelingen 1:14a

6 minuten leestijd

Geliefde lezer,

In deze meditatie willen we aan de hand van twee teksten die uit de pen van de evangelist Lukas gevloeid zijn, onderzoeken hoe de discipelen na Jezus’ hemelvaart naar Jeruzalem terugkeerden en hoe zij daar hun tijd doorbrachten. Vraagt u zich tijdens het lezen eens af of er enige overeenkomst is tussen hun en uw tijdsbesteding. Hopelijk mag het voorbeeld van de discipelen tot navolging leiden, maar ook tot bemoediging en vertroosting van hen die uitziende gemaakt zijn naar de vervulling van de belofte die zij van God ontvangen hebben.

Grote blijdschap

Allereerst lezen we in Lukas 24 vers 52 dat de discipelen met grote blijdschap naar Jeruzalem teruggingen. Ze zijn dus niet bedroefd geweest over Jezus’ heengaan! Wat is de reden van die grote blijdschap? Omdat zij verblijd zijn dat hun dierbare Meester na een weg van diepe vernedering nu weer de heerlijkheid heeft ontvangen die Hij bij Zijn Vader had eer de wereld was. Gods volk verblijdt zich hier op aarde reeds door het geloof in die eer en heerlijkheid. Welk een hemelse blijdschap zal echter hun hart strelen wanneer zij eenmaal Christus’ heerlijkheid in het Kanaän hierboven eeuwig zullen mogen aanschouwen! De vraag die we nu aan uw hart willen leggen is deze: Is Christus’ heerlijkheid ook uw grootste vreugde geworden?

Vervolgens keren zij ook met blijdschap naar Jeruzalem terug, omdat Hij daar nu verschijnt voor het aangezicht Gods voor hen (Hebr. 9:24). Hij is hun Voorspraak bij de Vader. Verder mogen zij zich verblijden in het vooruitzicht dat Hij ook hen eenmaal zal opnemen in eeuwige heerlijkheid. Zo zeker als het Hoofd van de Kerk boven is, zo zeker zullen alle leden ook eenmaal mogen zijn waar Hij is. Tenslotte verblijden zij zich ook met grote blijdschap en verheuging over de belofte van de komst van de Heilige Geest naar deze aarde. Dus er was geen spoor van droefheid in het hart van de discipelen te vinden, maar wel een zich verblijden in God door Christus en een hoopvol uitzien naar de vervulling van de belofte des Vaders. Zo brengen zij de tien dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren in Jeruzalem door.

Lovende en dankende God

Vervolgens laat Lukas ons aan het einde van zijn eerste boek weten dat zij allen tijd in de tempel waren, lovende en dankende God. Zij loofden en dankten God voor de onuitsprekelijke Gave van Zijn eniggeboren Zoon; dat Hij uit eeuwige liefde in hun plaats de eeuwige dood had willen ondergaan, opdat zij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem. Als Gods Kerk dat wonder door het geloof mag aanschouwen en de kracht daarvan enigszins mag ondervinden, dan vloeit hun mond steeds over van Gods eer, gelijk een bron zich uitstort op de velden. Dan stemmen zij van harte in met de dichter van Psalm 75:1:

U alleen, U loven wij;

Ja, wij loven U, o Heere.

Volharden in bidden en smeken

In zijn tweede boek, de Handelingen der apostelen, vertelt de evangelist Lukas ons wat de discipelen en de andere aanwezigen nog meer deden in de dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren. Zij waren allen eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken. Zij baden en smeekten om de vervulling van de Godde lijke belofte. Als een geschonken belofte kracht doet in het hart, wordt de ziel werkzaam gemaakt met de belofte. Dan is er een gedurig, aanhoudend bidden en smeken om en een geduldig wachten op de vervulling ervan. Zoals de belofte een gave van God is, zo zijn ook de gelovige werkzaamheden met de belofte gaven van God. Als een onwaardige in zichzelf leert Gods kind gelovig pleiten op de geschonken belofte, zoals David dit ook deed in Psalm 119:25:

Gedenk aan ’t woord, gesproken tot Uw knecht,

Waarop Gij mij verwachting hebt gegeven.

Allen die daar aanwezig waren, waren één van geest en één van zin. Zij verstonden elkaar in dezelfde blijdschap, maar ook in hetzelfde gemis en in hetzelfde innige verlangen en uitzien naar de komst van de Persoon van de Heilige Geest, Die de Vader hun door Christus beloofd had. Wat gaf dat een hartelijke eensgezindheid onder elkaar! Daar was vanzelf geen plaats voor twist en tweedracht!

Gebed om Gods Geest

Hebben wij de dagen tussen Hemelvaart en Pinksteren ook doorgebracht met de vurige bede om de uitstorting van de Heilige Geest, zoals de Bruid in het Hooglied: Ontwaak, Noordenwind, en kom, Gij Zuidenwind? (Hoogl. 4:16a). ‘O, onmisbare Geest, doorwaai de hof van onze ziel, de hof van onze gemeenten, de hof van ons land en volk!’ Als er toch één onderdeel van ons gebed is dat niet en nooit mag ontbreken, dan is het wel de bede om de zaligmakende werking van Gods Geest. Het is de derde Persoon in het aanbiddelijk Goddelijk Wezen Die de geestelijk dode zondaar levend maakt, en in een weg van zaligmakende overtuiging en overbuiging in zijn hart plaats maakt voor de gezegende Persoon des Middelaars. Daarop is het zaligmakend werk van Gods Geest altijd gericht! Heeft Christus niet gezegd: Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen? (Joh. 16:14).

Moet Gods volk zich vaak niet aanklagen vanwege hun lauwheid en laksheid in de gebeden? Ja, nog erger, vanwege het uitblussen van Gods Geest? O, volk des Heeren, indien u met Christus opgewekt bent, zo bedenkt de dingen die boven zijn, en niet die op de aarde zijn. Bid en smeek vurig en aanhoudend om de Geest der genade en der gebeden.

Bedenk hoeveel jongeren en ouderen er nog op de brede weg naar het eeuwige verderf voorthollen! O, bestorm de troon der genade of de God aller genade Zich over hun onsterfelijke ziel wil ontfermen.

Zijn er onder Gods kinderen in wier hart het verlangen is geboren om de Persoon van de Heilige Geest te mogen leren kennen, alsook het getuigenis van Gods Geest te mogen ontvangen dat zij kinderen Gods zijn? O, laat het voorbeeld van de discipelen u dan aanmoedigen en bemoedigen. Zij worstelden tien dagen met de Heere om de komst van de Heilige Geest, en Hij verhoorde hun gebeden. Hoewel de Heere vrij is in de tijd wanneer Hij Zijn beloften vervult, u kunt ervan op aan dat Hij ze zal vervullen, ook aan u! Hoor tot uw bemoediging wat de dichter van Psalm 145:6 zingt:

Hij geeft den wens van allen die Hem vrezen.

Hun bede heeft Hij nimmer afgewezen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Tussen Hemelvaart en Pinksteren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 juni 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's