Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor een geslacht dat Jozef niet gekend heeft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor een geslacht dat Jozef niet gekend heeft

8 minuten leestijd

Er is een geslacht opgestaan ‘dat Jozef niet meer gekend heeft’: de redder werd in Egypte vergeten. Zo iets gebeurt ook in de kerk. Zelf heb ik ze in Amsterdam nog gekend: ds. B.D. Smeenk en prof. J.W. van Hulst, die honderden Joden en Joodse kinderen hebben helpen redden. In de tijd dat ik predikant in Amsterdam was zaten zij dikwijls in mijn wijkkerk, de Noorderkerk. Laat mij over hen mogen vertellen.

Toen ik in Amsterdam predikant werd, wees ds. H.G. Abma mij op het portret van dr. J. Koopmans in de consistorie. Deze ‘Jozef’ kende ik nog niet, maar juist toen verscheen Jan Koopmans, dienaar tot de oogst van dr. G.W. Marchal (1985). Veertig jaar na dato! Professor Hasselaar had ds. Marchal op deze theoloog geattendeerd. Wie was hij? Koopmans (geb. 1905) schreef in 1940 Bijna te laat! Over een interkerkelijk request aan de bezetter schreef hij: ‘Ineens waren daar niet meer zes kerken, maar eene, heilige, algemeene christelijk kerk.’ Maar moest je nu die verklaring tekenen, dat je geen Jood bent? En waar bleef de rest van Nederland? Hij deed een beroep op aller geweten. Intussen hadden de meesten al getekend. Als er dan Joden ontslagen worden ben je mede verantwoordelijk. Erger: ‘Zij gaan eruit en zij gaan eraan’. Al vóór 1940 hadden predikanten de Duitse kerkstrijd gevolgd en zij waren aangesproken door de Barmer Thesen (1934): een getuigenis tegen ideologie in de kerk. Maar zij misten ‘Israël’ daarin. Toen had Koopmans in Amersfoortse Thesen ook het Oude Testament verwerkt, maar de Synode kreeg hij daarin niet mee. Toen de deportaties in 1942 begonnen protesteerden de kerken heftig. Koopmans voegde de daad bij dat woord en gaf op het kerkelijk bureau Joden gefingeerde doopbewijzen af. Zijn prediking in de heropende ‘Noorder’ was diep en raak, zoals blijkt uit de preekschetsen die gebundeld zijn in een drietal Postilles. Maar bij een schietpartij op de Weteringschans werd hij door een verdwaalde kogel getroffen. Na weinige dagen bezweek hij daaraan. ‘De duivel had niet beter kunnen mikken’, zei dr. K.H. Miskotte. Is zijn theologisch denken nog steeds actueel? Over deze vraag werd in 2007 een studiedag gehouden, waaraan theologen van Apeldoorn, Kampen en Hervormden deelnamen. Hoe zag Koopmans de Joden? De kerk kwam in plaats van Israël, maar ook: ‘God heeft dit volk lief’. De christelijk gereformeerde predikant Niels den Hertog promoveerde aan de V.U. op Koopmans en stond bij een herdenking op ‘zijn’ kansel. Toen besprak hij Koopmans’ preken over Psalm 119: Genezing uit onze halfslachtigheid. Gelukkig is deze ‘Jozef’ niet vergeten.

Maar dan twee Jodenredders die de oorlog wel overleefden, jaren later kerkganger in de ‘Noorder’ waren en wel bijna vergeten raakten.

De gereformeerde emeritus Smeenk (geb. 1908) volgde onze leerdiensten. Hij woonde toen aan de Keizersgracht tegenover de oude V.U. waar hij nog gestudeerd had bij Kuyper jr., prof. H.H. Kuyper. Zijn verhaal staat in De Nederlandse kerken en de joden, 1940-1945 (1990) en de autobiografie van ds. J.M. Snoek, Soms moet een mens kleur bekennen (1992). Nadat Smeenk in 1943 in Renkum intrede had gedaan zocht hij onderduikadressen. Hij kreeg er 80. Voor Joden bleek dat moeilijker, maar dat was wel urgenter. Vóór zijn komst hadden twee dames Cohen zich verdronken in de Rijn, omdat zij nergens welkom waren. Ook was er een staking geweest, om de krijgsgevangenen en de Arbeitsinsatz. De nieuwe dominee verraste de jonge Snoek, die ds. F. Slomp kende van de landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers. Ds. Smeenk sprak bij zijn intree de NSB-burgemeester aan en nam het op voor de Joden! “Door zijn inzet voor de Joden ben ik bij de kerk gebleven”, zei Snoek mij in 2006, bij de begrafenis van ds. Smeenk. In zijn boek stelt ds. Snoek dat de Landelijke Organisatie met 15.000 meest kerkelijke medewerkers 400.000 mensen uit de handen van de bezetter hield. Achteraf hoorde hij van het verzet van de Hervormde kerk en behandelt ook dat – maar niet zonder Van Hulst.

De Amsterdammer J.W. van Hulst (geb. 1911) had Godvrezende ouders, werd onderwijzer en later onderdirecteur op ‘zijn kweek’. Toen de bezetter de subsidie stopte ging hij vragen of hij zonder dat dóór mocht. De Hervormde kerkenraad betaalde de salarissen! ‘Een Godswonder’. Zo kon de school ook kinderen helpen redden van Joodse ouders die werden weggevoerd. Het aangrijpende verhaal staat in De Crêche (2020), dat de (Joodse) leidsters eert. De directrice vroeg ruimte aan de Kweekschool. Studenten hielpen kinderen weg te smokkelen. Toen bij examens een gecommitteerde hoorde huilen wist zij genoeg en - ging helpen. Ds. H.C. Touw noemt in zijn Het verzet der Hervormde Kerk (1946) Van Hulst niet, maar het kleuter-cheider in Buitenveldert is naar hem genoemd. Van Hulst introduceerde mij daar. Hij vertelde mij ook dat hij de Ariërverklaring wèl had getekend; want anders dan ambtenaren ‘konden dominees makkelijk praten’. Zijn verhaal staat in Johan W. van Hulst, pedagoog, politicus, verzetsman (2015) van de NIOD-historicus B. van Benda-Beckmann. Toen ik daarin Koopmans miste vroeg ik: hebt u die niet gekend? Ik mag zijn reputatie niet schaden, maar hij gaf ons pas valse doopbewijzen toen het voor 10 kinderen te laat was… Het speet Van Hulst dat hij niet meer dan 500 kinderen had kunnen redden; bij de sluiting kon hij er nog enkele uitkiezen. Hij moest onderduiken.

En na de oorlog? Dat de staat Israël zou ontstaan kon Koopmans niet weten. Na 1948 bezochten Van Hulst en Smeenk de nieuwe staat. Ds. Smeenk ging namens zijn kerk zelfs in Jeruzalem werken! Hij verwachtte bekering van de Joden, omdat volgens de studie van Latourette het Evangelie de wereld rond leek te zijn. Dat is te lezen in Opvattingen in de GKN over het Jodendom, 1896-1970 (1996) van dr. G.J. van Klinken. Smeenk zag openingen onder Joodse intellectuelen. Hij was voor een Christelijke kibboets, maar toen in Nes Ammim christen-joden niet mochten meedoen schokte hem dat. Zwijgen over de Heiland?! Nes Ammim werd omslagpunt in de Gereformeerde Kerken, zegt Van Klinken: Godsoordeel en Jodenzending vervielen. Die omslag kon ds. Smeenk niet meemaken. Ik kreeg van hem zijn Jeruzalem, lofzang of roestige pot (1984). Zijn volgeling Snoek werkte in Tiberias en weerlegde de opvatting in de Knesseth, dat de kerk bij de shoa zou hebben gezwegen. Hij wist beter! Hij kwam ook op voor de Palestijnen.

Van Hulst: Theologie vóor Auschwitz en Theologen onder Hitler

En Van Hulst? Hij was tegen de Doorbraak van Miskotte en tegen Barth. Hij promoveerde aan de VU in de pedagogiek bij professor Waterink en werd zijn opvolger. Hij was voor principiële pedagogiek in de lijn van Hoor, Israël! Hij gaf gastcolleges in Berlijn en Tel Aviv. Bij studentenopstanden schaakte hij met de bezetters. Als senator CHU/CDA kon hij met elke premier overweg, zei hij, behalve met Den Uyl. Om zijn inzet voor Joden kreeg hij in 1972 een Jad-wa-shem onderscheiding. Hij zweeg niet als men hem vroeg naar zijn motieven. Afval van de kerk schreef hij toe aan theologen als Kuitert. Toen Van Hulst 100 werd, gaf de Israëlische premier Netanjahu hem een Hebreeuwse bijbel, die hij mij trots liet zien – al noemde hij hem geen vriend. Joden bleven hem trouw. Toen ik hem op zijn hoge leeftijd weer bezocht, liet hij net Joodse bezoekers uit. “Die konden niet meer geloven”, zei hij,”niet fair om God toe te schrijven wat mensen doen”. Zelf hadden wij in Buitenveldert goed contact met gelovige Joodse buren: de sabbat was niet voor ons, maar wij waren welkom op hun Pèsachviering! Bij De wereld draait door op 5 mei sprak hij over ‘de enige troost in leven en sterven’. Op zijn begrafenis werd Psalm 91 gelezen, ‘zijn’ Psalm. Diepste motief. Averechts effect

Waaróm protesteerden de kerken tegen anti-joodse maatregelen? Omdat ze in strijd waren met de Christelijke barmhartigheid en ter wille van christen-joden, ja, maar ‘Eindelijk worden de kerken op het diepst ontroerd, omdat het hier het volk betreft, woaruit de Zaligmaker der wereld geboren is en dat het voorwerp is van de voorbede der Christenheid, opdat het zijn Heer en Koning lere erkennen. Toen de R.K. kerk ging meedoen merkte de aartsbisschop het omgekeerde effect: dan werden juist ook Christen-Joden aangepakt. Daarom is Edith Stein uit een klooster gehaald en vermoord! Volgens de Joodse schrijver P. Lapide hebben in Nederland de kerken het meest geprotesteerd maar juist hier zijn ook de meeste Joden gedeporteerd. Protesten werkten averechts! Bij de bevrijding preekte dr. Miskotte over Gods vijanden vergaan. Niet ònze vijanden. Het ging ook niet om ons eigen leed, hoe erg ook, maar om die vreselijke Joden-deportaties! Miskotte erkende veel wegkijken maar dankte God bovenal voor het ontwaken van de kerk. Volgens historicus dr. G. Harinck waagden predikanten meer dan vergelijkbare beroepen hun leven voor Joden. Kan dat onze schuld compenseren? Dat niet. Maar hebben wij de inspiratie van die vergeten redders niet hard nodig?


(Dit artikel is in enigszins gewijzigde vorm eerder opgenomen in ‘De Waarheidsvriend.’)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021

Ecclesia | 8 Pagina's

Voor een geslacht dat Jozef niet gekend heeft

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juni 2021

Ecclesia | 8 Pagina's