Vrouwelijke predikanten
Het is niet alleen in kringen, waar nen ontzonken is aan de H. Schrift, dat len streven gevonden wordt om de vrouw Ie emanciperen. Ook in de kerk wordt pit streven gevonden. Zoals men weet, vordt in de Ned. Herv. Kerk een nieuve koers gevaren. De weg tot de ambten noet ook voor de vrouwen ontsloten vorden. Men noemt het een zeer achlerlijke positie, en zeer onevenredig met Ie plaats welke het vrouwelijke element |n de kerk inneemt. Het is waar, tegenwoordig komen minder mannen dan trouwen tot belijdenis des geloofs. Een terschijnsel dat overigens niet geheel BieuvvT is. Zie hoeveel vrouwen den Heere fezus, tijdens zijn omwandeling op aarpe, dienden van haar goederen. Bij het ruis stond één Johannes en vele vrouffea. De vrouwen waren het eerste aan net graf.
Met allerlei gevoelsargumenten wil nen nu betogen, dat de vrouwen dan och ook haar deel moeten hebben in de flmbtelijke bedieningen.
Door de Verenigde Zendingscorporaäes is 8 Juni 1.1. een theologische can- |idate geordend. Tot nog toe is hier );e ande bij de Ned. Herv. Kerk voor de ^rouw alleen het hulppredikerschap peil; maar er wordt met kracht propatanda gemaakt, om bij het kerkvolk de eedachte ingang te doen vinden, dat het gaar de Schrift is, dat de vrouw tot alle abten moet worden toegelaten. Het is Qkel maar conservatisme, dat men zich laar tegen kant. BIn natuurlijk zou ook ten rol spelen, dat de mannen hun plaats niet aan de vrouwen af zullen illen staan, en dus deze „mannen-autojfatie" niet gemakkelijk tot een beslis- Bng zullen komen, om de vrouw van onfer deze ,,druk" te verlossen.
In het weekblad „De Hervormde Kerk" ffordt er het pleit voor gevoerd. Ds. J. ?. Roscam Abbing bepleitte het in een Boofdartikel. Prof. J. de Zwaan van Leilen geeft in een artikel „Het zwijgen Ier vrouw" een uitleg aan 1 Cor. 14 : |4 en 35, dat daaruit zou moeten blij- Ken, dat deze tekst tot nu toe altijd verleerd verstaan is.
Het is een wind, die ook in andere lanleii waait. In Amerika is het bij de liesbyterianen ook al bijna zover. Met en kleine meerderheid is het voorstel |cg verworpen, dat aan de vrouw de ffeg tot de kansel geopend zou worden. Btu&sen mogen zij daar het diaken- en Buderhngenambt bekleden. In Denemar- |en wordt er ook al strijd over gevoerd. Pe Geref. Kerken in Hersteld Verband pee'kerken) hebben de vrouw indertijd ^eJs toegelaten tot het diakenambt, naar door de vereniging met de Ned. jerv. Kerk is hieraan weer een einde lekomen.
Er is een nieuwe Kerkenordening bij |e Ned Herv. Kerk in de maak. Een chV; geen reglement, maar eén, als de pordtsche Kerkorde van 1618—^1619, ptlke laatste in il815 door de reglemenen'iunde! is vervangen. Aan de samen- |teUlng is reeds lange tijd gearbeid. De Ühoud wordt zorgvuldig geheim gehoulen. Of de ordening nog niet rijp is voor Ie Kerk, of de Kerk nog niet rijp Clor deze ordening, is een open vraag. Taar gezien de bewuste propaganda, plke voor sommige punten, waaronder ok dat van de vrouw als predikant, |ordt gemaakt, zou het geen verwondeng baren, dat, als binnenkort het Èherm wordt opgehaald, ook dit ont- Èerp-kerkenordening in dit opzicht mo- |ern zal blijken te zijn.
I Tegen de dufdelijke uitspraken der H. |ohriften; tegen het algemeen beloop ^arvan in, wil men een uitleg geven, ruit zou moeten blijken, „dat de hrift het niet verbiedt", en dat Pau lus, leefde hij nu, er een voorstander van zou zijn, al zou hij dan, als diep psycholoog en wedergeboren realist, toch ook weer niet een volkomen gelijkheid en gelijkvormigheid in de omlijning van taak en functies van beiderlei ambt hebben voorgestaan. Maar, zegt de Schrift dan niet 1 Cor.
Maar, zegt de Schrift dan niet 1 Cor. 14 : 34 en 35: „Dat uwe vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. En zo zij iets willen leren, laat ze thuis haar mannen vragen. Want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de gemeente spreken. „En zegt niet Paulus, 1 Tim. 2 : 11 en 12. „Een vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over de man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij." Jawel, maar dat geldt voor de igehjiwde vrouw, maar het is niet een verbod in het algemeen, zegt m.en dan. Maar tegelijk wordt ten bewijze van de gelijkheid van man en vrouw een beroep gedaan op Paulus' woord: 'In Christus is noch man noch vrouw.
Hoe nu? Moeten wij dat óók zo lezen: „In Christus is noch man noch gehuwde vrouw" ? Ons volk late zich niet vervoeren door zulke redeneringen en houde zich aan de eenvoudigheid van Gods Woord.
Scheppingsordening is, in het ganse leven, dat de vrouw haar eigen plaats heeft, ook in het kerkelijke, en die is in de Schrift getekend.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1947
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 november 1947
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's