Algemene beschouwingen over de begroting 1958

Als eerste maakte hiervan gebruik de heer P. A. de Vin (P.v.d.A.) die sprak als volgt:

Wij hebben zoals b en w in de begeleidende brief stellen de begroting 1958 inderdaad met bijzondere belangstelling tegemoet gezien. Dat deze begroting sluitend is, kunnen wij met b en w toejuichen. Immers de begrotingen voor 1958 van de gemeenten wijzen in grote meerderheid belangrijke tekorten aan, zoals dat ook In 1957 het geval reeds was. Meer dan 50% van de gemeenten hebben voor 1957 een subjectieve verhoging van de algemene uitkering uit het gemeentefonds gevraagd. De begrotmg van het gemeentefonds heeft voor al deze aanvragen echter maar een beperkt bedrag beschikbaar. Vele gemeenten dekken de tekorten door de in vorige dienstjaren gevormde saldi reserves. Aanwending van saldi reserve betekent echter dat men voor het bedrag middelen op de geld- of kapitaal markt moet aantrekken, omdat de ge vormde reserves niet in contanten beschikbaar zijn, maar reeds zijn aange wend voor gemeentelijke investeringen. Hierdoor worden de moeilijkheden met betrekking tot de finantiën van de gemeenten dus vergroot.

Er is in Nederland na de oorlog een grote kapitaalbehoefte ontstaan. Deze grote behoefte heeft op de duur geleid tot kapitaalschaarste. En deze kapitaalschaarste heeft in het bijzonder haar weerslag gehad op gemeentelijke financieringen. Zeer veel is gefinancierd met z.g. kort geld. Toen binnen het officiële rentegamma geen vaste leningen als gevolg van de kapitaalschaarste meer te sluiten waren en de ontwikkeling ongunstig bleef op de geldmarkt, kwam de circulaire van de mnster van Binnenlandse Zaken, waarin bepaald, dat nieuwe werken pas dan kunnen worden uitgevoerd wanneer vaste financiering verzekerd is. De gevolgen hiervan zijn voor de gemeenten vrij ernstig.

In theorie is de financiering voor de woningbouw verzekerd. De aankondiging van de regering, dat

De aankondiging van de regering, dat voor 1958 weer voorschotten worden verleend ingevolge de woningwet, kan zeker in het algemeen worden toegejuicht. We zijn echter bang, dat dit voor onze gemeente slechts theorie zal zijn, omdat de woningen, die thans gebouwd worden nu net geen woningwetwoningen zijn, althans niet als zodanig worden aangemerkt, hoewel — als we goed zijn geïnformeerd — de huren van deze woningen door de minister moeten worden vastgesteld.

Maar bovendien mijnheer de voorzitter is men voor woningbouw niet alleen klaar met het geld voor de woningen zelf. Er zijn om tot woningbouw te komen belangrijke investeringen nodig, zoals daar zijn de aanleg van straten, wegen, rioleringen, gas, water en elektrische geleidingen. Wij vrezen dan ook dat dit in het gedrang zal komen, terwijl we voorts vrezen, dat verschillende objecten zoals sportvelden gymnastiekzaal, aula begraafplaats kortom elk nieuw object, wat direct buiten de woningbouw geacht wordt te vallen, te lang zal moeten wachten wegens gebrek aan financieringsmiddelen. Dit wachten schept weer nieuwe problemen op zich zelf. Daarnaast hebben de gemeenten een

Daarnaast hebben de gemeenten een nogal dynamisch karakter. De gemeenten worden gesteld voor een aantal wettelijk verplichte nieuwe uitgaven voortvloeiende uit de toepassing van o.a. de onderwijswetten, terwijl de regering herhaaldelijk de neiging heeft nieuwe lasten naar de gemeenten te schuiven.

Wanneer we verder nog komen te staan voor kostenstijging, denk aan de verpleegprijzen voor geesteszieken, dan moet wel gevreesd worden dat er in het gemeentelijk verzorgingspeil een achterstand ontstaat. Ook de gemeente zal in het kader

Ook de gemeente zal in het kader van de bestedingsbeperking een bijdrage moeten leveren. Wij hebben daartegen geen bezwaar. Bezwaar hebben wij wel als dit eenzijdig op de gemeente wordt gelegd.

De indruk wordt wel eens gevestigd, dat de gemeente te grote investeringen deed en dat het bij de gemeente een soort geldsmijterij is geweest. Wij kunnen deze indruk niet delen en )vij kun nen zeker niet aanvaarden de stelling, dat de gemeenten de voornaamste schuldigen zijn aan de overbesteding. Een analyse van de samenstelling en omvang van de gemeentelijke investeringen bewijst het tegendeel. De bestedingsbeperking drukt wel onevenredig zwaar op de gemeenten. Als we dan toch tot beperking bereid zijn, gaan we er vanuit, dat de beperkingen van tijdelijke aard zullen zijn en dat de beperking' elk voor zich nauw gezet zal wor den overwogen en we er niet vanuit kunnen gaan, zoals wel gebeurd, de bestedingsbeperking als kapstok te gebrui ken.

Zo heeft onze waardering voor de sluitende begroting dus ook wel haar keerzijde, vandaar deze beschouwing.

Deze keerzijde achten wij van temeer betekenis, nu in verband met de te verwachten ontwikkeling in de toekomst voor Flakkee zeer bijzondere aandacht noodzakelijk is. Wij achten het verkeerd als elke gemeente op zich zelf zal gaan bepalen welke maatregelen er in verband met toekomstige ontwikkeling reeds thans genomen kunnen worden.

Overleg eventueel het vormen van een orgaan uit gemeenteraden op Flakkee achten wij zeker gewenst. Dit orgaan zal naar onze mf^ing een bijzondere taak kunnen vervullen ten opzichte van vele problemen die er op Flakkee zijn en nog komen. Het orgaan zal zich van deskundige voorlichting moeten kunnen voorzien.

Het opnemen van een begrotingspost hiervoor lijkt ons een eerste stap m de goede richting.

Hoe staat het met het rampen- potje?

De heer Groenendijk (S.G.P.) bracht het volgende naar voren:

„Als we de begroting 1958 ter hand nemen, verheugt het ong dat deze sluitend gemaakt kon worden. Daarvoor is zeker een woord van dank schuldig aan diegenen die er aan gewerkt hebben. Ook de toelichting daarop laat niets te wensen over. Anderzijds geeft het onze fractie reden tot droefheid, daar we bij deze begroting onze oud fractieleider moeten missen wiens raad en inzicht steeds door ons zeer gewaardeerd is. Wanneer we onze blik terugslaan,

Wanneer we onze blik terugslaan, dan zien we dat er in het afgelopen jaar nog heel wat tot stand is gekomen. Allereerst de nieuwe scholen. Ze zijn

Allereerst de nieuwe scholen. Ze zijn een lust voor het oog en van goede afwerking. Jammer dat het zo lang duurt, eer de bijzondere school aan het bestuur wordt overgedragen. Of dit nu een vast gebruik is of nog maar uit nood, is nog niet goed bekend.

Verder nadert het postkantoor de voltooiing. Ook de woonhuizen in de Wilhelminastraat en Tonisseweg vorderen, al gaat het langzaam. En zien we op de behoefte aan woonruimte, dan lijkt ons spoed wel gewenst. Als het lE^ng duurt zal er slijtage aan komen voor ze bewoond worden. Men kan ook niet zeggen, dat deze huizen een sieraad in de gemeente zijn. Evenals de verbouwing van het Herv. verenigingsgebouw. Naar ons inzicht is het totaal ontsierd. Wij kimnen niet zeggen dat Stad en Land hiermee zo'n goede beurt maken.

De oostzijde van de kaai laat nog te wensen over. Het is wel vreemd dat gedurende de herfst die palen niet recht gezet konden worden en nu wel. Wat de Stationsweg betreft, die ligt er keurig bij, doch van de Schoolstraat kan dat helaas niet gezegd worden. Deze straat is voor de bewoners eh de bedrijven die daar zijn, en voor de gehele gemeente, een grote last. Men spreekt over een Birmaweg. Het is te hopen dat hier spoedig verandering in komt.

Op 24 juli j.1. heeft de Edelachtbare heer de commissaris der Koningin een bezoek gebracht aan onze gemeente. Op die vergadering is door ondergetekende gevraagd naar de herkomst van het rampenpotje, ook naar het bedrag daarvan, wie daaruit ontvangen heeft, Jioeveel, en wat er nog over is. De vóorz. zou hierop antwoord geven, doch het wachten is tot heden nog te vergeefs. Verder willen we het college van b en w nog op de onhoudbare toestand bij de R.T.M, wijzen vooral in de vrinter. Veel werkvolk trekt naar de overkant en dat geeft veel drukte. Wenselijk zou het zijn, dat voor iedereen hier werk te vinden was. Het zou misschien op te lossen zijn door industrie, doch die blijft weg. Ook een brug zou verbetering brengen, dan zou de tuia^ouw zich beter kunnen ontwikkelen. Daar zit veel werk in. Ook wil ik nog wijzen op een wachtgelegenheid bij de bus. Met de voorz. heb ik persoonlijk hierover gesproken. Verder hoop ik dat het college in 1958

Verder hoop ik dat het college in 1958 wijsheid en kracht „in afhankelijkheid van God" mag ontvangen ,om de gemeente te besturen naar zijn vnl en wet en dat we voor rampen en gevaren gespaard mogen blijven.

Wensen en verlangens

Dan volgde de heer Jonker (S.G.P.) met een korte beschouvring. Hfl sprak als volgt:

Een woord van waardering voor het secretariepersoneel voo het samenstellen van de begroting is wel op zijn plaats. Hoewel nog kort lid van de raad zijnde en wat ook hoogstwaarschijnlijk maar kort zal duren is toch de begroting door mij met belangstelling tegemoet gezien. Dat de bestedingsbeperking bij deze begroting een grote rol zou spelen was te voorzien. Veel goede dingen zijn het afgelopen jaar tot stand ge komen, ik denk aan het nieuwe scholencomplex, het postkantoor enz. en ik kan dat dan ook in b en w ten volle waarderen.

Toch wil ik hier ook enige wensen en verlangens naar voren brengen. Vooreerst spijt het me dat er nog

Vooreerst spijt het me dat er nog steeds geen aula op de begraafplaats is geplaatst. Dit is wel een dringende noodzaak.

Mij dxmkt dat wanneer de bouw van een aula heel sober gehouden wordt, dit met niet al te grote kosten uitvoerbaar is. Verder is ook een goede grafhft zeker niet overbodig .

De haven aan de oostzijde vraagt dringend om herstel een goede haven is een levensbelang voor de gemeente. Hoewel de straten er over het algemeen goed bij liggen, zou ik toch aan willen dringen op een spoedig in orde maken van de Schoolstraat. Deze straat bezorgt de bewoners momenteel veel ongerief en last. Het woonruimte tekort is nog steeds een probleem op zichzelf. De woningen die thans afgemaakt worden zul len dit op moeten lossen, hoewel ik vrees dat de huren van die woningen voor de meeste mensen een groot bezwaar zullen vormen.

Het veiligheidsvraagstuk eist ook alle aandacht, verschillende punten van het dorp zijn niet of onvoldoende verlicht b.v. het z.g. spuidam is beslist onvoldoende. De heining van de spui kolk is geheel stuk en bij donker beslist gevaarlijk voor omwonenden en zeker voor vreemde schippers. Hierin vraag ik ten spoedigste verbetering. Ook de pendeldienst voor vervoer van arbeiders van en naar ons eiland vraagt dringend de aandacht. Vooral in de wintermaanden is de vervoercapaciteit beslist onvol doende en niet van gevaar ontbloot. Hier ligt een taak voor gemeentebesturen en P.G. om te trachten daarin verandering te brengen.

Verder wil ik aandringen op een zuinig beheer van de financiën en met de subsidies inzonderheid Ik zou alleen subsidies willen verstrekken aan instellingen en verenigingen die werkeUjk in het belang van de gemeente zijn.

Broad en spelen'.

In hoofdst. 11 volgno. 247 kom ik een raming tegen van ƒ 3.600.—• aan vermakelijkheidsbelasting. Het blijkt hieruit dat men niet liever heeft dan brood en spelen. Met God en Zijn Woord wordt geen rekening gehouden. Ik denk aan het beschikbaarstellen van het gemeentelokaal voor Godonterende en zedenbedervende films. Dan denk ik in zonderheid aan sport op zondag en het openstellen van de cafe's. Dat Gods Naam en dag er mee ont

Dat Gods Naam en dag er mee ont heiligd en gelasterd wordt is een kwaad dat niet is te overzien. Hier ligt een grote verantwoordelijke taak voor de gemeente overheid. De overheid is Gods dienaresse. Zij heeft niet te doen wat de mens eist, maar wat God eist. Ik betwist geenszins de vrijheid van de mens maar dan in gebondenheid aan Gods Woord. Stelt dus aan dit grote kwaad paal en perk. Want God eist van ons Gedenk de Sabbathdag dat gij dien heiligt. Daarom zou ik er op vrtllen wijzen terug naar Gods Woord, dan is er voor zeker zegen te wachten ook in het besturen van de gemeente, want Hij zegt zelf, die Mij eren zal Ik eren, maar die Mij versmaden zullen ligt geacht worden. Dus daarom terug tot de Wet en tot de getuigenis. Verder hoop ik dat Gods zegen op het werk van b en w en de raad moge rusten in het begrotingsjaar 1958. Diversen

Diversen

De heer Both merkte op, dat hij niet wist dat een begrotingscommissie benoemd was. Hij stelde de vraag of gewerkt was om het badhuis voor de bur gerij beschikbaar te krijgen; hij stelde een ideeënbus in te voeren voor gemeentepersoneel en ook voor de inwoners. Verder vond hij het fout dat de bazar van de brandweer bier had geschonken en wijn verloot. Hij vroeg b en w dit te voorkomen. Dan had hij vernomen dat een woning beschikbaar was gesteld voor een Hongaars gezin, waarmee hij voor 100»/o instemde. Wel had hij het beter gevonden deze eerst te verhuren aan anderen, daar er later voldoende woningen vij komen. Nu staat die woning lange tijd leeg.

De voorz. antwoordend zei tot de heel Jonker, dat het niet de bestedingsbeperking is die tot zuinigheid heeft bewogen. Het beleid besteedt de finantiële middelen altijd zo zuinig mogelijk. Wat de wens van een aula betreft, leeft dit in b en w om dit te bewerkstelligen. Over het badhuis zijn we al 2 jaar bezig we hebben de mondehige toezegging om die te gebruiken. De reparaties in het kamp zijn aangebracht; met de wederopbouwdienst is gecorrespondeerd hoe het nu zit met de overname. Verleden week is nog een brief uitgegaan; het heeft de volle aandacht van b en w zei spr. Het denkbeeld van een ideeënbus is door spr. gelanceerd te Ooltgensplaat spr. wilde het ook hier gaarne overwegen. Het misbruik van alcoholische dranken bij een bazar had spr. goed in zijn oren geknoopt; voortaan zal er ten deze een voorwaarde worden gemaakt. Als bestuurslid van het comité vluchtelingenhulp afdeling Goeree Overflakkee zei spr. dat het nodig werd geoordeeld een woning aan te wijzen; het tijdstip waarop het Hongaarse gezm komt staat nog niet precies vast. Spr. begreep dat het psychologisch niet juist is dat deze woning leeg staat. Het geval zal nog eens worden bekeken.

Dan kwam het verslag van de begrotingscommissie aan de orde. Dit was een lijvig stuk van 27 punten, met 27 antwoorden van b en w. Wij kunnen dit gezien de plaatsruimte niet opnemen en volstaan met de vragen die er over gedaan werden.

Een conflict?

De heer de Vin had bezwaren tegen vraag en antwoord 13, en vroeg welk raadslid hier bedoeld werd.

In het verslag van de commissie stond n.1. onder no. 13 het volgende:

Bij volgnr. 57 wijst een lid op de huiu-prijs van 5 et. per m^. Hij meent, dat indertijd besloten is te verhuren voor 4 et per m2, en naar de eerste maatstaf ontving hij een nota. Hij weigert deze te betalen en wil zien wie of in deze de sterkste partij is. Wanneer het college tot civiele aktie ovrgaat zal hij alle raadsleden doen dagvaarden. Overigens geeft hij toe formeel niet sterk te staan, blijkens de redactie van de notulen van de betreffende vergadering. En het antwoord van b en w hier- op was:

Demogelijkheid, dat conflicten met raadsleden kunnen ontstaan als het thans ter sprake gebrachte, is ondermeer één van de redenen geweest om destijds artikel 26 in de gemeentewet op te nemen, hetwelk aan raadsleden verbiedt om middellijk of onmiddellijk deel te nemen aan onderhandse pacht van gemeentegoederen, op straffe van schorsing uit het raadslidmaatschap.

Het is thans een lid van de gemeenteraad dat b en w utdaagt en dat de gemeenteraadsleden in het openbaar bedreigt met een civiele actie, hetgeen te denken geeft.

Desalniettemin is dezerzijds aandacht geschonken aan de grief, welke — al heeft het bewuste raadslid het zo niet gesteld — ook betrekking heeft op andere personen. Gebleken is dat de gemeenteraad aan b en w machtiging heeft gegeven de huurprijs vast te stellen, welke volgens de notulen der vergaderingen van het laatstgenoemde college bepaald is op ƒ 0.04 per m^.

„Noem de naam maar!" wierp de heer de Vin in het midden. Spr. vond het een zeer scherpe uitlating. Kennelijk wordt mijn persoon er mee bedoeld. Hij wees er op, dat niet hij, maar zijn zoon de huurder was.

De voorz. antwoordde dat b. en w. zich nietbezig had gehouden met namen. De beantwoording van b. en w. die U scherp en aanstootgevend noemt, is niet zo bedoeld. Met de redaktie van de opmerkingen van de begrotingscommissie wordt door een lid gewezen op de huurprijs van 4 et per m2; afgaande op de redaktie heeft b. en w. deze conclusie samengesteld. Wanneer een raads lid conflict krijgt met de raad is daarvoor door de wetgever art. 26 gesteld.

De heer de Vin: Wij wisten er niets van, dat dit stuk zo is ingediend! „Maar het is door de voorz. en secr.

„Maar het is door de voorz. en secr. van de commissie ondertekend!" antwoordde de voorz. B. en w. betreurde dat in de administratieve sfeer een fout is geslopen. Er is aangenomen van 4 et; de administratie heeft 5 et gesteld. Hoe dit is gekomen wist spr. niet; het staat vast dat het 4 et was.

De heer de Vin was hiermee tevreden. Het is bovendien helemaal niet in het openbaar behandeld. „U had er wel met b en w over kunnen

„U had er wel met b en w over kunnen spreken" meende de voorz. De heer van Loon kwam op de ver

De heer van Loon kwam op de verkeersspiegel hoek Oostdijk-Herendijk. Het stopbord is al weg gehaald meende spreker, wat de voorz. tegensprak. Dezelfde stelde vragen over de oprel bij de Been, uit het prae-advies kon hij niet leven of er wat aan gedaan wordt.

De voorz. stemde dit toe. Met de Ambachtsheerlijkheid is het opgenomen; men wil geen nieuwe zaken met de gemeente aanknopen, voor dat de oude zijn opgelost. De oprel bij de Been is er een onderdeel van. De bouwverordening verbiedt deze over te nemen, waar neer ze niet in goede staat is. Bezien zal worden om de Amb. heerlijkheid het achterstallige onderhoud te laten uitvoeren.

De rioolzuivering

De heer Verweij informeerde hoe het met de rioolzuiveringsinstallatie stond. Het duurt lang. De voorz. zei dat het liep over het

De voorz. zei dat het liep over het systeem. Het systeem dat wij op het oog hebben is goedkoper dan het RIZAsysteem, welke laatste voorzichtig is om toestemming te geven. De zaak is overigens geheel rond; in februari zou er mee kunnen begonnen worden. Tenminste wanneer er financiering voor gevonden kan worden. De heer Kanters informeerde of er

De heer Kanters informeerde of er cijns op de weg aan de Molendijk lag. „Op dat eind niet" antwoordde de voorzitter. Van het verslag van de commissie en het antwoord van b. en w. hierop werd afgestapt. De begroting van de vleeskeurings

De begroting van de vleeskeuringsdienst werd allereerst vastgesteld. Daar na die van het Burgerlijk Armbestuur en vervolgens die van boedel Dabbe voer 1958.

Diverse vragen

De gemeentebegroting 1958 werd hoofdstuksgewijze behandeld. Door de heer Both werden verschillende vragen gesteld: hij wilde o.m. een bedrag ramen voor onderzoek inzake de komende Deltaplannen. De voorz. antwoordde op het laatste dat er een behoefte is aan het „denken" van de ontwikkeling die komende is. De nieuwe visie Randstad en Delta is nog pas uitgekomen; spr. wilde nu nog geen gelden beschikbaar stellen voor het geopperde doel. Eerst dienen er duidelijke aanwijzingen te komen, hoe het zich zal ontwikkelen. Omtrent een vraag dat de Flakk. Gemeenschap bijzondere aandacht zal schenken aan het verkeersbeleid; zei de voorz. dat de burgemeester dit ook met de R.T.M, kan opnemen.

De heer Both merkte op, dat bij de E.H.B.O. een post van ƒ 100.— subsidie ontbrak.

De heer de Vin: Het is in de commissie besproken. Het staat niet in het raport. Hij stelde de voorz. en de sekretaris in gebreke.

De heer Verweij: Het ligt niet aan de voorzitter, maar aan de notulist!

De heer de Vin: Er zijn meer dingen, die er niet in staan! We hadden het stuk ook moeten zien, éér het getekend werd. Weth. Gebraad: Het behoort te wor

Weth. Gebraad: Het behoort te worden gerapporteerd en eerst bij de commissie te circuleren. De heer Both wees verder op enige

De heer Both wees verder op enige fouten bij verschillende posten Volkshuisvesting, die zullen worden verbeterd.

Bij de post weegbrug zei dhr. Both dat er een van de twee niet meer gebruikt werd en stelde voor er één te verkopen. Bij de post „Markt", dacht hij het beter deze op te heffen. Er wordt niets aangevoerd; dan worden er ook geen kosten voor gemaakt. Dit zal nader bekeken worden.

Bij de post beplanting wilde de heer Both de hoofden van scholen at.^nderen in de opvoedingssfeer de jeu?d er op te wijzen, dat er geen beschadigingen aan plantsoenen worden gedaan. De voorz. zal dit met de hoofden van scholen bespreken.

De heer Verweij kwam op de weegbrug die veel te klein is voor deze tijd. Hij wist dat de weegbrug is afgerchreven en gaf b. en w. in overweging een nieuwe en zwaardere te bouwen.

De voorz. antwoordde dat er op papier al een nieuwe brug is. Het stroopt op de finantiën, maar het is nodig dat er voor de volgende bietencampagne een nieuwe weegbrug komt.

De haven

De heer Kanters informeerde of er ook een baatbelasting kwam voor de kranen aan de haven. Hierop antwoordde de voorz., dat er nog geen verordening is op de baatbelasting. De raad zal zich daar binnenkort over komen uitspreken. Vervolgens sprak de heer Kanters over het plaveisel van de haven. Het „hol en dol" van de havenwand is ook niet goed gemaakt. Er zit epn grote fout in. Hij had er liever eerst een tekening van gezien. De invloed van auto's op het parkeerterrein is merkbar ook aan de havenwand. Er zou z.i. een goede kleilaag of een asf altlaag vóór de damwand moeten komen tegen uitvloeiing. Spr. had nog meer opmerkingen over oude palen, die nog in de haven zitten. De meerpalen op de wal zijn te laag afgesteld; de zgn. grendels liggen nu al in de straat. Er valt moeilijk aan te meren. Wat de „inklinking" van het plaveisel betreft, wilde hij daarvoor de aannemer aansprakelijk stellen.

De voorz. kon hierop niet direct een. antwoord geven. Spr. zal deze euvelen laten onderzoeken, ook, of nog een beroep op de aannemer kan worden gedaan inzake de aflevering. Wanneer de scheepvaart belemmerd wordt, zal spr. hierin laten voorzien. De heer Both informeerde wat de

De heer Both informeerde wat de plannen waren met de Oude scliool. De voorz. antwoordde dat het in de bedoeling was hier een kleuterschool te bouwen; architect Niepoth heeft dit uitgewerkt. Het stuit er op, of op de oude fundamenten kan gebouwd on ook stroopt het op de finantiën. Er wordt bezien er tijdelijk een andere bestemming aan te geven.

De heer Both kwam bij de post subsidies op de voetbal- en gymnastiekverenigingen en de vermakelijkheidsbelasting die moet worden betaald. Hij wilde daar een vrijstelling voor óf een subidie daaraan gelijk. Dit jeugdwerk vond hij zeer belangrijk.

De voorz. antwoordde dat b. en w het ook een minder sympathieke belasting vonden. Toch wil b. en w. dit in de techniek niet veranderen; wel wil b. en w. het jeugdwerk bevorderen waarvoor nar middelen wordt gezocht om hen tegemoet te komen. Waar nodig is reeds verzachting aangebracht.

Weth. Gebraad merkte op, dat b, en w. er naar streeft genoemde verenigingen te steunen zij het dan op andere wijze.

S.G.P. tegen subsidie voor vermaak

De heer Groenendijk wenste aantekening dat hij tegen stemde op de post Verenigingsgebouwen en ook tegen de post subsidie toneelvereniging.

Voor de gymnastiekvereniging wilde de heer Verv/eij een memorie post ramen voor subsidie.

De voorz. noemde deze vereniging zeer actief. Bezien zal worden of er een bescheiden post voor geplaatst kan worden. De heer Jonker deed een voorstel te

De heer Jonker deed een voorstel tegen subsidie toneelvereniging en de Thuisfronten. Dit werd gesteund door de heren Groenendijk en Kanters. Het werd verworpen. Voor het voorstel stem de alleen de S.G.P. fraktie (3 voor 8 tegen).

Vervoer naar Beschuttende Werkplaats

De heer Both had een klacht over het ophalen van de mensen in de Beschuttende Werkplaats. Men rijdt met deze mensen over den Bommel en Stad. Kan dat niet anders? vroeg spreker.

De voorz. antwoordde dat er 2 auto's zijn voor vervoer. Het is vrij moeilijk om het anders te doen. Spr. zal het in het bestuur ter sprake brengen.

De heer Both stelde een vraag over het Bejaardencentrum wat de voorz. toe lichtte. Er is een eenvoudig plan gemaakt; met de gekochte claims is bekeken wat er kan worden gebouwd. Het nieuwe plan is afgekeurd op grond van theoretische bezwaren van de Inspectie Volksgezondheid. Het onbevredigende is bi] het zoeken naar een goede oplossing (combinatie met een consultatiebureau) dat er veel instanties in moeten gekend. Spr. betreurde dat er al veel tijd en kosten aan waren geweest, waaruit alleen is geleerd, hoe het niet moet. In 1958 hoopte b. en w. er dieper op in te gaan.

De heer Kanters kwam terug op de nieuwe beschuttende werkplaats en vroeg of het Rijk er in tegemoet kwam. Dit bevestigde de voorz.; alleen moet de Stichting voor het kapitaal zorgen. Voor de gemeenten verwachtte de voorz er geen grote lasten van. Er komt een vergroting van opdrachten en werkverruiming door die dus extra inkomsten opleveren.

De heer Kanters vond dat een „rijke" uitvoering op het spel stond; de voorz. zei hierop, dat het gebouw sober wordt gehouden.

De begroting werd daarna in zijn geheel vastgesteld. Gewone dienst inkomst en uitgaaf op ƒ 3,9762,22; de kapitaaldienst inkomst f 389679.80 en uitgaaf f 4877603.51. Nadelig saldo ƒ 9. 80623.71.

Daarna werd de bijeenkomst op gebruikelijke wijze met dankgebed gesloten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen