Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De toekomst van de landbouw op Flakkee

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De toekomst van de landbouw op Flakkee

Concentratie en intensivering zal nodig zijn om concurrentie uit te sclialcelen

7 minuten leestijd

Voor de leden van de Coop. Boerenleenbank te Ooltgensplaat hield de heer J. A. van Nieuwenhuijzen, directeur van genoemde bank, in Hotel „Hobbel" een belangrijke lezing (door hem zelf een praatje genoemd) waarin hij zijn zienswijze gaf over de toekomst van de landbouw in zijn geheel en voor Flakkee in het bijzonder. Als voorzitter van de Hollandse Maatschappij van Landbouw komt de heer Van Nieuwenhuijzen vanzelf met zeer veel zaken in aanraking die de landbouw aangaan. In verband daarmee ziet hij voor de toekomst de macht van grote bedrijven een gevaar voor de handel in vele branches en voor de landbouw. De concurrentie zal steeds groter worden en om nu hieraan paal en perk te stellen zal het ook voor de landbouw een vereiste zijn (oftewel een zwaar punt van overweging) om een doelmatige concentratie en intensievering te scheppen. De verwezelijking hiervan zal het mogelijk maken dat ook de landbouw als „groot bedrijf" niet in de hoek wordt gedrukt. De heer Van Nieuwenhuijzen merkte in zijn „praatje" op, dat het door hem geen luiden van de alarmklok is, maar het alleen zijn gedachten zijn die hij weergaf.

Spreker begon met te zeggen, dat de macht en invloed van sommige bedrijven heel groot wordt. B.v. de Unilever trekt veel naar zich toe, de cementindustrie heeft alles in zijn hand en bepaald één prijs, onze meelfabrieken proberen concurrenten uit te schakelen en zo mogelijk de prijs met 1 of 2 cent te drukken. Hierdoor concentreert men een macht die probeert de concurrentie uit te schakelen. Wat is hier nu aan te doen, vroeg de

Wat is hier nu aan te doen, vroeg de heer Van Nieuwenhuijzen zich af. Zijn advies luidde: een mogelijke concentratie en vergroting van bedrijven. De 250.000 boeren in Nederland zullen een zodanige samenbundeling moeten bevorderen, dat „grootte" tegenover „grootte" komt te staan.

De eerstkomende jaren zal dat, volgens spreker, niet zijn te verwezenlijken. Toch gaf hij al enkele voorbeelden. De 500 zuivelfabrieken in ons land proberen elkaar te beconcurreren. Maar nu denkt men (of probeert men) te komen tot samenvoeging. Het plan bestaat om van de 35 fabrieken in Drenthe er 5 of 6 over te houden. Bij de middenstand zag men vroeger de zelfstandige winkelier. Tegenover de grootbedrijven gaat men nu almeer gezamelijk inkopen om zich te handhaven. Een bundeling van krachten dus.

Grotere eenheden in de landbouw

In de landbouw zelf probeert men te komen tot grotere eenheden in de bejdrijverA Grotere oppervlakten spelen hierbij een voorname rol. Bij de oogst kunnen grotere stukken gemakkelijker met de machines worden bewerkt. Dit geldt ook voor de veehouderij.

De heer Van Nieuwenhuijzen, heeft vorige week een reis naar Engeland gemaakt om zich te overtuigen van dergelijke flinke bedrijven. Hij zag b.v. grote varkenshouderijen en melkveehouderijen. De boeren laten daar hun vee verzorgen door een vaste kern, die niets anders doet. Voor het verzorgen van 50 melkkoeien is één man nodig (een vakman) die de stal schoon houdt, de koeien melkt (mechanisch) en verder verzorgd. Op dergelijke bedrijven worden de productie'kosten gedrukt en dat brengt spanningen op de markt teweeg. Ook de kippenhouderij is daar geconcentreerd, want de afzet van kippenvlees neemt steeds toe.

Hoe zullen wij ons op de duur hier het beste tegen kunnen verweren en kan ook Flakkee hierdoor in moeilijkheden geraken, zo stelde spreker nogmaals de vraag.

Niet ieder bedrijf afzonderlijk leent zich voor uitbreiding, concentratie of intensivering. Zou daarom een samengaan van bedrijven mogelijk zijn, aldus de heer Van Nieuwenhuijzen, die niet verheelde dat deze kwestie moeilijk is.

Het was geen luiden van de alarmklok, maar een weergave van zijn eigen gedachten. Spreker zag het zo; dat men bedrijven samenbrengt en men gezamenlijk gaat oogsten met (dure) machines.

Ook ruilverkaveling kan komen tot concentratie. Aan een administratieve ruilverkaveling voor Flakkee wordt reeds gewerkt.

Intensivering door fruitteelt en tuinbouw

Bedrijfsvergroting is in Nederland moeilijk, maar intensivering is wel mogelijk, zo vervolgde de heer Van Nieuwenhuijzen. Het aantal bunders speelt niet alléén een rol. Bijvoorbeeld: op enkele hectaren land kan een intensieve tuinbouw worden uitgeoefend met warenhuizen etc. Dit is al een groot bedrijf waar soms 2 ton (ƒ 200.000.—) mee gemoeid is.

Flakkee is voor tuinbouw geschikt, vooral op de zwaardere gronden. Ook fruitteelt komt zeer zeker in aanmerking: 10 ha land is klein, 10 ha fruit is groot. Flakkee zal in de komende jaren deze kant op kunnen of moeten gaan. De boerenleenbanken hebben dan in deze ontwikkeling een taak om de grotere uitbreidingen mee te helpen bevorderen. Zij zullen daarom behoorlijke kapitalen ter beschikking moeten hebben om hun leden van dienst te zijn.

Zelf is spreker reeds begonnen om zijn bedrijf te mechaniseren en in de toekomst zal dit nog meer worden uitgebreid door het aanschaffen van rooiers, transportbanden en zelflossende kipwagens, die kunnen worden gebruikt bij de aardappelen- en bietenoogst. Bieten met de hand delven raakt uit de mode en men krijgt daar t.z.t. ook geen mensen meer voor. Met drie, of vier of vijf collega's kunt u zelf ook tot uitbreiding overgaan, maar het vraagt een grote investering, aldus besloot de heer Van Nieuwenhuijzen zijn „praatje", dat met veel belangstelling werd aangehoord, wat ook bleek uit de levende discussie die hierna volgde.

Waarbcyrgfondsen

De eerste vraag kwam van de heer Joh. Breeman. Hij zou wel eens willen weten hoe men b.v. 1 ha tuinbouw moet financieren en dan tuinbouw onder glas. „De waarborgfondsen geven veel garantie en dat is een mogelijkheid die men aan moet grijpen," aldus de heer Van Nieuwenhuijzen. Zelf moet men natuurlijk ook wat geld hebben en de meesten hebben dat. Door deze samengang is er veel te bereiken. Met fruit is het moeilijker, daar de investering hiervan veel groter is en men de eerste jaren geen opbrengst heeft, wat met tuinbouw wel het geval is. In dit verband wenste spreker nadrukkelijk te verklaren, dat een goede opleiding van de eigenaar zelf en zijn jongens zeer voornaam is. Vakbekwaamheid is nodig om niet in moeilijkheden te komen.

De heer J. W. Korteweg was het niet geheel met de heer Van Nieuwenhuijzen eens. Uw boerenhart spreekt te sterk, aldus deze vraagsteller, die van mening was, dat wij op Flakkee niet geheel die kant uit moeten. Hij zag ook mogelijkheden in recreatie en industrievestiging. West-Brabant gaat ons met de industrie voor en de middenstand zou daar ook beter mee gebaat zijn, daar nu al de mensen wegtrekken. „Alle boeren willen geen pension

„Alle boeren willen geen pensionhouder worden of een kampeerterrein inrichten,' aldus antwoordde spreker. Dat het wel benut wordt vind ik goed maar wij zitten op Oost-Flakkee en daar is zo maar geen recreatie. Landbouw blijft er hier zeer zeker.

Vacantie brengt wel meer geld in, maar de eerste 20 of 25 jaar zal de landbouw het middelpunt van bestaan blijven. Over industrie vestiging sprak de heer Van Nieuwenhuijzen niet, althans gaf hij hierop geen antwoord.

De heer Jac. van Gurp Jac.zn. vroeg naar vergunningen voor de tuinbouw, waarop de referent zei, dat men niet zo maar een vergunning heeft voor de glascultuur. Wel zijn wij er vóór dat deze streek zoveel mogelijk wordt geholpen. Zij die de tuinbouwvakschool hebben gevolgd (onlangs behaalden 19 jongens hun diploma) krijgen op grond hiervan i-eeds een vergunning. Spreker is zelf met fruit begonnen en daar hij vroeger een paar bunder bessen heeft gehad was hij voor fruitteler ingeschreven, dat was dus een meevaller. Vanzelf is er toch altijd nog een kundig man nodig die er verstand van heeft. De heer C. P. Hofcfce (vertegenwoordiger van de afdeling tuinbouw) gaf een nadere toelichting. Het voornaamste voor de jongeren is, dat men de Lagere Tuinbouwcursus volgt en daarna de Tuinbouwvakschool bezoekt. Voor de ouderen is dit practisch niet meer mogelijk.

De heer B. W. de Vos noemde het niet zo gemakkelijk als men wel voorgeeft. Men moet toch een 5-jarige ervaring hebben (wat nu terug gebracht is tot 2 jaar) om als tuinder te worden ingeschreven.

De heer Hokke betoogde dat men eigenaar of pachter van het land moet zijn waar men de tuinbouw op denkt uit te oefenen. Kwistig met vergunningen is men niet, stemde hij toe, maar koop is ook mogelijli. Dit is een kans voor de ouderen; voor de jongeren is er een andere weg, namelijk de vakcursus en laat men ook een poos (b.v. 2 jaar) in het Westland gaan werken, zo adviseerde deze spreker.

Hierna werd deze avond door de heer Van Nieuwenhuijzen met een woord van dank voor de opkomst (die niet zo groot was) besloten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1961

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

De toekomst van de landbouw op Flakkee

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1961

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's