Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rotterdamse Rechtbank behandelde in Sommelsdijk fiks aantal mishandelingen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rotterdamse Rechtbank behandelde in Sommelsdijk fiks aantal mishandelingen

Liftster lastig gevallen en op lifter ingereden

8 minuten leestijd

In het welhaast meest naargeestige openbare gebouw van Goeree Overflakkee, het Sommelsdijkse kantongerechtgebouw, waarin het altijd koud en immer te luidruchtig is van het langsgrommende verkeer, hebben we — woensdagmorgen, toen de Rechtbank er zitting hield — ook nog een illusie prijs moeten geven, één die we altijd zorgvuldig gekoesterd hadden...! Propageerden we niet steeds dat de flakkeeër een vreedzaam mens is die er niet aan zou denken de hand naar de ander op te lichten? We moeten 't maar vergeten, 't Is anders: de Politierechter mr. de Groot en de Officier van Justitie mr. W. Hendriks hebben woensdag de handen volgehad aan de berechting van hen die anderen te lijf waren gegaan. Of hun auto

Dat laatste had H. uit Herkingen gedaan; de auto van de man die H.'s vriendin ('s autobezitters vroegere echtgenote) mishandeld zou hebben bewerkte hij zodanig met een ijzeren staaf dat de schade ƒ 2600- beliep. H. had, toen zijn vriendin met het verhaal van de mishandeling bij hem kwam, revanche willen halen, „maar", zo vertelde hij woensdagmorgen ter zitting, ,,die laffe vent was op de vliering gekropen!". Verdachte had daarom zijn woede maar op 's mans auto gekoeld: „Je moet geen vrouw in mekaar slaan, dat heeft geen zin!" verweet verdachte.

„Alsof het in mekaar slaan van een auto wel zin zou hebben", repliceerde de Officier en dat was voor verdachte een nadenkertje: „Ik had wat gedronken, een pilsjke of acht", verklaarde hij. De eis van de Officier was een geldboete van ƒ 700,- De uitspraak ƒ 500,-. Verdachte maakte en passant maar bekend wel tien dagen te gaan zitten.

Direkt na hem stond de autobezitter Van M. terecht, verdacht van het mishandelen van zijn voormalige echtgenote. Toen ze weer zijn woning binnenkwam om haar kinderen te zien had verd. haar de deur gewezen. ,,Aangezien ze legenstriooeide is dat misschien wat hardhandig gebeurd", gaf verdachte toe.

,,Je slaat geen andere mensen, zeker geen vrouw, ook niet wanneer de emoties hoog zijn opgelaaid", berispte hem de Officier en verdachte kon dat wel beamen als tenminste de omstandigheden normaal zijn. „Iemand kan een ander geestelijk toetakelen zodat 'ie drie verschillende tabletten moet slikken", stelde verd. er tegenover, overigens duidelijk makend dat het hem niet meer zoveel kan schelen nu hem de zorg voor de kinderen is toevertrouwd.

„Hoe moeilijk het ook is, u had zich moeten beheersen", vonden Officier en Politierechter. Eis en uitspraak ƒ 500,-.

Twee jeugdige Platenaren H. en S. stonden terecht wegens openlijke geweldpleging in december 1984 in Middelhamis. De twee toonden zich verbijsterd dat zij wel en de andere partij niet gedagvaard was, terwijl juist die anderen zouden zijn begonnen. ,,Ze begonnen gelijk te slaan", verklaarde H. Zijn vriend had zich in de ongelijke strijd geworpen, ook al kende hij de beperktheid van z'n krachten: „Je laat je vriend toch niet zomaar aftuigen?", zo probeerde hij begrip te vinden, maar dat ontmoette hij nauwelijks. Aanleiding tot de knokpartij was geweest dat gedacht werd dat H. z'n sigaret op 's tegenpartijders hoofd uit had willen drukken. „Terwijl ik m'n sigaret alleen maar weggooide", verbaasde zich nu de verdachte.

De eis van de Off. was tegen S. een geldboete van ƒ 600,- en tegen H. een boete van ƒ 1000,- omdat hij z'n slachtoffer terwijl die op de grond lag ook nog een schop tegen het hoofd had gegeven met een hersenschudding als gevolg. De Politierechter vonniste H. eveneens tot ƒ 1000,-waarvan/250,-voorwaardelijk en S. tot ƒ 600,- waarvan ƒ 200,- voorwaardelijk.

Verd. S. vond 't maar niks en hij vond het zeker niet eerlijk: „Ik heb dan wel wat klappen gegeven maar ik heb er ook genoeg geincasseerd!" klaagde hij, gedachtig aan de blauwe plekken die z'n body later had vertoond.

In een werkplaats in Stellendam was het ook tot een handgemeen gekomen tussen de automonteur R. uit Middelhamis en de klant uit Stellendam en verdachte verklaarde best te weten wat de aanleiding was geweest. Van z'n baas had hij K. eerst moeten vragen of hij geld bij zich had alvorens hij K.'s benzinetank vulde. Kennelijk was dat K. minder welgevallig geweest en — zo vertelde de verd. — ,,na een aantal weken was hij in de werkplaats gekomen om hem te vragen wat al die praatjes te betekenen hadden. Hij wilde naar me uithalen, maar ik was hem voor", verklaarde verdachte. Die snelle handeling leverde zijn slachtoffer een pijnlijke kaak en hem een geldboete van ƒ 250,- op. De Politierechter verminderde die tot ƒ 200,- onder verwerping van het pleit van verdachte :; raadsman die wilde doen geloven dat zijn cliënt uit noodweer had gehandeld. „De situatie was niet dermate dat verdachte zich als een kat in 't nauw moest verdedigen", oordeelde de Politierechter.

De hand geschud

Een Ouddorpse verd. M. heeft zowel bij zijn aantreden voor het hekje als bij zijn vertrek uit de zaal — met een vonnis van ƒ 400, zowel de Officier als de Politierechter en de griffier vriendelijk de hand geschud alsof hij daarmee wilde aantonen het goed met iedereen te menen. Toch was hem mishandeling ten laste gelegd met welke le^i/ verd. het overigens allerminst eens was: „Hij bedreigde me met een schop en ik heb die afgeweerd", was zijn verklaring over het gebeurde dat zich afspeelde toen verd. een stuk heg rooide, tot ongenoegen van de ander die m het handgemeen een gekneusde onderarm opliep. „Ik laat me toch niet zomaar de hersens inslaan!" zo lichtte verd. toe.

Vernieling en uitlokking tot...

Niet zomaar een klein akkefietje, maar zelfs enkele misdrijven moesten met de Plaatse verdachte D. worden doorgenomen. Hij had een vernieling gepleegd, twee anderen tot vernieling aangezet en ook iemand mishandeld en dat alles kwam verdachte duur te staan.

De vernieling beging hij in de politiecel te Middelhamis. Het gewapendbetonnen zitbankje moest het ontgelden. „Met grof geweld van de muur gebroken", heette het in het politierapport. Het aanzetten tot vernieling had hij in Ooltgensplaat gepleegd. Voor vijf tientjes vond hij twee man bereid de politie — die z'n Mercedes van de weg had gehaald — een mit in te gooien en de mishandeling had hij eigenhandig gepleegd. De installateur die een kachel aan zou komen sluiten maar zich niet aan de afspraak had gehouden, kreeg z'n eigen deur nogal hardhandig tegen zich aan.

Op dat alles had verd. z'n verweer. De banken in de cellen hebben niet meer de kwaliteit van vroeger: „Ik ging er op staan om naar buiten te kijken en toen ging de bank slap hangen", was z'n lezing tegenovere die van de politie dat er „meer danj normale kracht" was gebruikt. Verd. ver

normale kracht" was gebruikt. Verd. verklaarde trouwens een nacht lang bij zes graden vorst in de politiecel te hebben doorgebracht. „Nog even en ik had als Hans Kok in een doosje gelegen, met m'n benen is het nooit meer goedgekomen", klaagde verdachte: „.... er is nog een procedure arbeidsongeschiktheid gaande", lichtte verd. de balie in. Voor de installateur die zijn kachel en geijser zou komen aansluiten had hij geen goed woord: „Ik heb 'm dan ook een paar duwen gegeven'', gaf verd. toe.

Verdachtes handelingen vonden geen enkele waardering, zeker niet waar die in 't geniep waren gepleegd, zoals -de vernieling van de mit van het huis van de politieman.,, Vroeger waren de veldwachters meestal gelegerd in kazernes om dat te voorkomen, maar nu moet de politie dichter naar de mensen, waarbij de Overheid hen bescherming biedt, via de rechter", zo gramde de Politierechter.

Eis en uitspraak waren vier weken hechtenis waarvan de helft voorwaardelijk en toewijzing aan de woningbouwver. van het schadebedrag van bijna zeshonderd gulden; „.... het kan zo zijn dat u klachten hebt over het optreden van de politie, maar het is dan niet de aangewezen weg om hem persoonlijk te treffen", aldus de Rechter die het feit dat verd. dat wel had gedaan en zijn strafrechterlijk verleden in de strafmaat mee liet wegen.

Liftster van vrijheid beroofd

Een getrouwd man had een liftster opgepikt en dat niet alleen om haar zo snel mogelijk naar huis te vervoeren. Hij had andere bedoelingen maar het meisje was met van zijn avances gediend, waarna hij met de auto was doorgereden en zij de auto pas kon verlaten toen verdachte bij een kruispunt moest stoppen. De Off. maakte hem duidelijk dat op

De Off. maakte hem duidelijk dat op gepleegde wederrechtelijke vrijheidsberoving meestal ook vrijheidsstraf volgt, waarvoor hij de verdachte nu nog wilde sparen, temeer omdat het gezin er de dupe van zou worden. Het vonnis luidde ƒ 700,-, volgens de Politierechter een milde benadering waamit verd. niet zou mogen opmaken dat het gepleegde feit niet zo ernstig zou zijn.

Op lifter ingereden

Een jongeman uit Oude Tonge werd ervan verdacht met zijn auto te zijn ingereden op een hfter die zich op een uitvoegstrook bevond.

„Een bravourestukje", verwachtte de Officier, maar verd. meende dat te moeten ontkeimen: „ik was van plan een sanitaire stop te maken, maar ik schrok zo van die lifter...." Van de noodzaak tot het maken van een sanitaire stop geloofden Off. en Politierechter niets, temeer daar de verd. er vandoor was gegaan bij de nadering van de politie met wie een soort wild-west achtervolging was ontstaan. Met zijn maats was verd. weer ergens een cafeetje ingeschoten om na het nuttigen van twee pilsjes met een taxi naar huis te gaan; toch was het niet gelukt de politie uit handen te blijven. Een direkt daarna genomen bloedproef bevestigde het vermoeden vand e politie dat verd. ook teveel gedronken had. Hij mocht het prijzen — zo maakte de Off. hem duidelijk — dat tegen hem geen vervolging terzake poging tot doodslag werd ingesteld en dat hij er met de vervolging van een overtreding afkwam, omdat het eerste hem zeker een forse vrijheidsstraf zou hebben gekost. De eis tegen verdachte was twee geldboetes van elk ƒ 250,-, de uitspraak conform. Tevergeefs had verdachtes raadsman bepleit dat het inrijden op de lifter een schrikreaktie moet zijn geweest.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1986

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

Rotterdamse Rechtbank behandelde in Sommelsdijk fiks aantal mishandelingen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1986

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's