Verdere teruggang resultaten kottervisserij in 1989
De bedrijfsresultaten van de Nederlandse kottervisserij zijn in 1989 verder verslechterd. Een lichte toename van de geldopbrengsten werd meer dan teniet gedaan door een stijging van de kosten. Ook in de mosselcultuur gingen de resultaten achteruit. Hier ging de kostenstijging samen met een daling van de geldopbrengsten. Dat meldt het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) bij het verschijnen van 'Visserij in cijfers 1989' * het jaarlijkse verslag over de bedrijfsresultaten in de zeevisserij.
- Kotternsserij: vlootomvang loopt terug, maar kostenstijging verhindert verbetering resultaat
Het aantal aktieve kotters daalde in 1989 verder tot 573. Voor het eerst sinds de sanering in het midden van de jaren zeventig ging dit gepaard met een vermindering van het totale motorvermogen, dat met 24.000 pk afnam tot 574.000 pk. Enerzijds verliest een vijfenveertigtal kotters de visserij, deels door sanering, anderzijds liepen de investeringen in nieuwe schepen en motoren tot ongeveer de helft terug. Ondanks een met ongeveer vijf procent
Ondanks een met ongeveer vijf procent teruggelopen visserij-inspanning - op basis van het aantal ingezette pk's en het aantal zeedagen - steeg de totale besomming licht, al werd daarmee de geringe inflatie niet goedgemaakt. Mede door een stijging van de brandstofprijs kwamen de kosten twintig miljoen gulden hoger uit. Het netto-tekort steeg hierdoor tot 41
Het netto-tekort steeg hierdoor tot 41 miljoen gulden. Aan de bemanningsleden, waarvan het aantal met ongeveer tweehonderd terugliep, werd tien miljoen gulden minder aan deellonen betaald.
Met name de resultaten in de visserij op rondvis waren slecht. In de garnalenvisserij viel daarentegen
In de garnalenvisserij viel daarentegen een uitsproken verbetering waar te nemen.
De netto kasstroom van de gehele kottervloot daalde door de slechtere resultaten verder tot dertien miljoen gulden. Het overschot ten opzichte van de financieringslasten die circa 130 miljoen gulden bedroegen is daarmee verder afgenomen.
- Mosselcultuur: aanzienlijke produktiestijging gaat gepaard met daling geldopbrengsten
Het moderniseringsproces van de mosselvloot zette zich met nieuwbouw en verbouwingen verder voort. De vloot groeide met drie eenheden tot 82 vaartuigen.
In het seizoen 1989/1990 werden 107 miljoen kg mosselen aangevoerd, wat een toename van de produktie met tweederde betekende. Dit ging echter gepaard met een dusdanige daling van de prijzen, dat de totale geldopbrengst met acht procent terugliep tot 70 miljoen gulden. Mede door de verhoogde perceelhuren stegen de kosten, zodat per saldo het totale netto-resultaat verminderde van 36 tot 19 miljoen gulden.
* 'Visserij in cijfers 1989'. Betstellen door overschrijving van ƒ 11,00 op postrekening 41223S van het LEI te Den Haag, onder vermelding van 'PR 31-89'.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1990
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 september 1990
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's