Criminaliteit en rechtspraak in Middelharnis
Gezwaai met messen
OP DE VUIST
Pieter Jans ging graag op de vuist. Op 24 december 1700 vocht hij ten huize van stuurman Pieter de Kim met Cornells Pieters, die hij "met een flessoye een gat in het hooft heeft geslagen dat het bloet daeir uyt was loopende." Nog maar kort daarvoor had hij te Sommelsdijk een handgemeen gehad met Ferdinandus Houwer. Pieter gaf Ferdinandus met een mes "verscheiden sneden", waaibij omstanders bang waren, dat hij Ferdinandus van het leven zou beroven. Pieter moest 200 pond betalen of voor zes weken op water en brood.
KLEERSCHEUREN
In 1703 bezorgde Aren Arens de nachtwaker letterlijk enige kleerscheuren door met een mes te zwaaien. Aren kwam niet opdagen en we komen hem verder niet meer tegen.
VERGEVEN
Op 10 september 1704 ontstond er amok tussen Pieter de Karm en Claas de Labeij. De beide heren vlogen elkaar gewapend met mes en houwer in het haar. Er zal dan ook best wel enig bloed gevloeid zijn, maar toen de gemoederen weer enigszins waren gesust, hebben zij "alle voorgaande questie als Christenen den anderen vergeven." Dit was blijkbaar voldoende voor het gerecht, want geen van beide heren kieeg een straf opgelegd.
RUZIE IN DIRKSLAND
In de herberg van Abraham Verkuil te Dirksland gaf Hendrik Jacobs Noorlander met z'n mes een zekere Comelis Jans Kanse een snee in het gezicht. Zij hadden eerst samen een glas wijn gedronken, maar kregen plots onenigheid. Comelis had geen wapen bij zich. Hendrik kon rekenen op een boete van 150 pond. Dit voorval geschiedde m 1705.
VROUWENMISHANDELING
Hendrik Zwart was draaier op de lijnbaan. In mei 1706 mishandelde hij Pieternelle Blocqs. dienstmeid bij Huijbregt van der Kroon. Hij sloeg haar en schopte haar met z'n houten klomp, waardoor zij "seer schrickelijk uyt haer neus bloeden". Tevens uitte hij "horibele dreygementen". Boete: 100 pond.
MISHANDELING OP STRAAT
In de nacht van 15 op 16 febmari 1714 werd Hendrik Gillesse op straat "geaggresseert en met verscheyde wonden sodaiügh gequetst en met een van die wonden sodanigh fataal dat de doet daardoor wel soude connen werden veroorsaakt." De verdachten, Cornelis Dirx Spaan en Jan Coeleweij ontkenden en verzochten lopende het proces op vrije voeten te worden gesteld. Dit verzoek werd ingewilligd en we vinden geen veroordeling in deze zaak. De drie heren hadden eerst in een herberg wat zitten drinken. Overigens was Hendrik ook geen schatje. Een drietal jonge schippersknechts waren hem eerder die avond tegengekomen en verklaarden, dat hij hun met veel gevloek en dreigementen tegen wilde houden. Een eindje verderop kwamen zij de vrouw van Jan Missels tegen en zij zei: "Jongens je bent gelukkigh dat hij geen mes bij hem heefft, hij is daar soo even in ons huys gecoomen met een bloot mes in sijn hant, en gaande naar 't bet toe, vermeynende dat mijn man daar op lagh, heefft hij 't mes door de deekens in 't bet gestoocken pas ter zijden mijn kint, waarop ik seyde mijn Godt Heijn wat wil je doen, mijn kint leyt op bedde." Zij dreigde de baljuw te halen, maar Hendrik zei: "Ik scheyt in den bailljjuw] en ik geeff om hem noch om de dienders niet." Hij was later die avond duidelijk de verkeerde(n) tegengekomen. Naar alle waarschijnlijkheid vielen de wonden achteraf wel mee, en zag het dorpsbestuur er weinig brood in de zaak van deze oproerkraaier tot op de bodem uit te zoeken. Eventuele wraak of vergeldingsacties van Hendrik komen we niet tegen.
TUCHTHUISKLANT
Je hebt van die mensen, die het niet snel leren. Adriaan Droogspek was zo iemand. Hij zag omstreeks 1690 het levenslicht te Sommelsdijk, later verhuisde hij naar Middelharnis. Op 23 december 1722 trok hij ten huize van herbergier Gillis Pieters Cleijdijk een mes, waarmee hij de herbergier te lijf ging. Deze bedacht zich geen moment en trok ook zijn mes. Een van de aanwezigen. Jan Jans Brouwer, zag het verkeert uitkomen, pakte een stoel en kwam tussenbeide. Hierna werd Jan gestoken in de rechterarm en in een bil. De baljuw eiste eeuwige verbanning uit Holland, Zeeland en West Friesland. De leenmannen waren echter milder gestemd en veroordeelden Adriaan tot zes jaar verbanning van Goeree en Overflakkee. Zijn vrouw en kinderen bleven echter hier wonen. Vier jaar later was hij weer in Middelharnis. In de tussentijd had hij als schoenmakersknecht in Zierikzee gewerkt en zijn verdiensten trouw opgestuurd naar vrouw en kinderen. Adriaan was teruggekomen om weer bij z'n gezin te zijn. Of hij nu zo'n geschikte familieman was, kan worden betwijfeld, want recent was hij nog met zijn vrouw in Oudenhoom geweest, waar hij haar met z'n mes twee sneeën in het gezicht gaf. Te Zierikzee kreeg hij het voorgaande jaai' ruzie in een kroeg, waarbij hij gewond raakte. Via Battenoord was hij toen naar Geirit Corstiaense aan Nieuwstraat te Middelharnis gegaan, waarschijnlijk zijn kameraad. Daar verbleef Adriaan enkele dagen. Op 17 juh 1627 werd hij nu wel voor 30 jaar verbannen uit Holland, Zeeland en West Friesland. Liet hij zijn gezicht weer zien dan kon hij rekenen op een brandmerk en geseling. Na de uitspraak werd hij diezelfde avond door schipper Boudewijn naar Prinseland overgebracht. Hij kon daar in de buurt geen werk vinden en besloot op 6 augustus d.a.v. in OudBeijerland met een vlasschuitje over te varen naar de Dirkslandse haven en te voet richting Middelharnis te gaan. Van het in het vooruitzicht gestelde brandmerken en geselen wist hij zogenaamd niets. Hij "segt om sijn schoon goet gecoomen te zijn en sijn vrouw en kinderen te seggen, dat hij gedaegde elders na een woningh off huisje soude gaen omzien." Leenmannen besloten hem nu voor eens en voor altijd duidelijk te maken, dat het menens was. Op 15 oktober werd hij om 11.30 uur door een scherprechter gegeseld en gebrandmerkt. Vervolgens werd hij naar de Moerdijk overgebracht. U zult denken: Die zien we nooit meer terug, maar nee hoor. Twee jaar later gaf Droogspek wederom acte de presence. Het gerecht begrijpende, dat nogmaals geselen en brandmerken ook niet zou werken, besloot hem nu maar voor zes jaar in een tuchthuis op te bergen en daaiboven nogeens 30 jaar te verbannen. Zo was hij zeker de voor eerstvolgende zes jaren onder de pannen.
VREDE OP AARDE
In de nacht van de Eerste op de Tweede Kerstdag van 1729 ontstond in de herberg van Gijsbert den Backer op de Oostdijk te Sommelsdijk ruzie tussen twee ventjagersknechts. De ruzie ging over het breken van een bierglas of een wijnroemer, het had in ieder geval weinig om het lijf. Eén van de twee, Jan Peer Boesjaar uit Middelharnis, daagde de ander uit om buiten met het mes te vechten. Toen de ander, Pieter Visser, richting voordeur liep, stak Jan hem in het bovenbeen en achter het schouderblad. Pieter kreeg de voordeur niet open en draaide zich om. Hij kreeg nog een steek in zijn buik, maar wist z'n mes te pakken en de tegenstander te raken. Beide heren kwamen er dus niet zonder kleerscheuren af, maar de verwondingen vielen mee. De baljuw eiste, dat Jan een uur aan de kaak zou worden gezet met het mes boven zijn hoofd en dat hij daarenboven voor 14 jaar zou worden verbannen uit Holland, Zeeland en West Friesland. De leenmannen waren opvallend milder: hij kreeg slechts een boete van 50 gulden.
ROLLEND OVER STRAAT
In de herberg van Iman Groenendijk op het Vingerling begon Willem Cout op 28 november 1735 Daniel Willemse Kalis uit te schelden en te slaan. De herbergier werkte beide heren naar buiten, waar voor de herberg Willem "ten aansien van verscheyde ingesetenen" Daniel begon te slaan en trappen, zodanig dat laatstgenoemde op 5 december "van die tijt het bedt heeft moeten houden en verscheyde malen bloedt hebben gespogen". Willem Cout werd in de tussentijd in de herberg in gijzeling gehouden. Er staat geen vonnis in de boeken, dus wellicht is hij eraf gekomen met een boete en Daniel Willemse Kalis zal wel weer zijn hersteld.
EEN GOED WOORDJE
Bartel Rees, als schippersknecht varende bij de marktschipper Marinus Oosterling, was een heetgebakerd mannetje. Zo had hij in Middelharnis en Sommelsdijk al verscheidene malen zijn mes getrokken en dienaren van justitie bedreigd. Zijn oom, Leendert Vink, was een van de notabelen van het dorp. Hij verzocht in 1746 de gevallen van eventuele openlijke geweldpleging van zijn neef civiel en niet crimineel te behandelen. We vinden echter niets meer terug over Bartel. Kreeg hij een boete, vertrok hij naar elders of besloot hij zijn leven rigoureus te beteren?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 2001
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 2001
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's