Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vervolgverhaal

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vervolgverhaal

9 minuten leestijd

138

El vaait een oniusi dooi de vei zamelde menigte Men kijkt in de iieliting dei socialisten "Gooi ze ei uit", zegt iemand De veldwachtci. die tot nu toe tlistig achtel m de keik gesla.m lieeft, cfiingt dooi tot de man, die geinteiiumpeeid heelt en zegt "Dit IS je laatste wooid, Janus, nog één keei en je hele kliek gaat er uit'"

Dl Kiivjiei heeft even gewacht Dan veivolgt hij "\lle viijheid des gcestes blijft slechts m naam, zolang ze met dooi de vuje beschikking ovei eigen levensbestaan geiugsteuiid vioidt Bij onze geest behooit een lieha.im, bij dal lichaam een eigen kleed, een eigen woning, en in die vsomng een uil eigen midtlelen aangeiiehte tafel, en wie die due met het zijne kan noemen, komt aan de stujd voor de vT ijlieid des geestes zelfs niet toe Eigendom, van hoe bescheiden almetmg ook, is vooi alle geestelijk vet weet van onze buigeivujheid, alleieeiste eis "God lof, nog staal de oianjeboom. om ons te ovei

"God lof, nog staal de oianjeboom. om ons te oveidekken mei zijn schaduw Betoont u dan ook in de wotsteling, die nu aanbieekt, aan de veeikiacht uwei vadei en met ontzonken, niet veivieemd van hun moed, niet ontaaid aan hun heilige einst Betoont u met slechts het nageslacht, maai ook de geestelijke zonen eliei v adei en Weest i uini v an blik. bleed van opvatting, onveizettelijk in wilskiacht, en komt niet aan­sliompelen achtet andeien, maai loop zelf die andeien vooi uit

Allel wege, bioedeis, tiekken we stiaks tei stembus op Hanleeit ook in deze stiijd nooit andeis dan v,in Ciod gekeinde v\apeneii

Indien wij hel "Zij zullen het met hebben van Da Costa met veileeid zijn. zal onze God ons zegenen " Een ogenblik is het stil

Dan. na een enkele inleidende noot. klinken vol en bleed de eeiste lonen van Da Costa's lied dooi de keik Het lied woidt spontaan dooi allen oveigenonien en het biuist in machtige stolen van onveizettelijke wil dooi de keik

zegenbede uit Psalm 134

"Dal s Heei en zegen ofr u daal. zijn gunst uu Sion u bestiaal. Hij schiep 't helal. zijn Naam lei eei. Looft, fooft nu allei Heeien Heci '

Nog eenmaal v uit het soiiooi gezang liet kei kgebouw Stil. in diepe ei nst, staat hij daai op de pi eekstoel, de bijna zestigjauge, vooi wie de "gevseldige zeven jaien", waaiin Inj zijn giootste kiacht ontplooien zal, nu komen In die diepe einst stort hij zijn ziel uit 111 dank en smeking

Gai tjan staat w eei achtel de lessenaai

'Vi lenden, wij danken den Heeie, dat Hij ons zulk een man als eh Kuvpei gegeven heeft Wij cfanken de spiekei, dat hij m zo klaie en macfitige taal en in zo bezielende w ooi den ons gewezen heeft op ons heel lijk ideaal stiaks bij de komende stembtisstii]cl Laat ons, vooi zovei wi) daaitoe geieehtigd zijii, onze stem stiaks uitbiengen op de man, bij wie onze hecilijke beginselen veilig zijn in de volksvei tegenwooidiging En ten slotte, vtienden, laten wij hem toezingen de zegenbede tut Psalm 134 "Dat 's Heelen zegen op u daal, zijn gunst mt Sioii u bestiaal. HIJ schieji 't helal, zijn Naam lei eet. Looft, looft nu allei Heeien Heei "

Nog eenmaal vult het sonooi gezang het keikgebouw Stil, UI diepe ernst, staat hij daai op de reekstoel, de bijna zestigjauge, vooi wie de 'geweldige zeven jaien", waaun hij zijn giootste ktaclit ontplooien zal, nu komen In die diepe einst stoit liij zijn ziel uit 111 dank en smeking

32 REL NIE DLR TROMPEN

Die avond lijkt hel in het huis van Lizebeth en Baiend wel een leuiiie dei Tiompen Ze zijn allen bij elkaai, Gaitjan en Maaitje, Diik, die een paai dagen geleden vooi de wal gevallen is met een gebioken zw aai d. Lizebeth en Baiend en ook Lijntje, die bij Dn k vaan

"Kijk es dominee de zoigstoel vooi u", zegt Lizebeth "L hebt wel een gemakkelijke stoel Veichend Dankje, Betje,je bent nog even zoigzaam als vioegei Oveiigens, of ik een gemakkelijke stoel veichend heb, moet nog blijken

Dominee knipoogt tegen C­aitjan

'\ls 't aan u lag, dan kwam u vooi Ciavestem m de Kamei', zegt deze Och. wat heb ik genoten vanav oud "

"Nee, meestei Tiomp, als hel gelukt, dan ligt hel met aan niij Wij vei dienen met andeis dan de toom Gods Daai maken we het ledeie dag naai Het IS God, die alles, wat wij ondei nemen, ook in Zijn Naam, zegenen moet Wi| kunnen slechts planten en nat maken. God moet de wasdom geven \\ ij zijn maai onnutte cfienstkneehten, ook al sloven wij ons uit vooi de eei Zijns Naams ' Met een viiendelijke glimlaeh ziet dominee Gait

Met een viiendelijke glimlaeh ziet dominee Gaitjan, die dit volmondig beaamt, aan "Vindt u het niet veidiietig. dominee, dat de heei Lohnian en meeideien met hem. niet meei geheel met u kunnen sa­mengaaiP' viaagt Baiend

' Dat IS iiiij een gioot vet duet, bioedei Biesheuvel In de heien De Geei, Lohman. Mackav en aiiclelen eei ik de moed van hun ojitiedeii, de van God hun gegeven talenten, de veiplieblende toewijding en vooi wat ze ook ons ten goede volbiacfiten, gaat iiiijn dank naai hen uit Hun vet wijt, dat ik samenweiking onmogelijk zou hebben gemaakt, beaiitwooid ik kalm, maat einstig met de legenveiklaimg, dal samenweiking nieei dooi iiiij dan dooi hen is gezocht Ik heb getiacht de Chiistenedelman en de Chuslen­weikman te vet zoenen Volgens mijn wens moeten beide schakelingen niet buiten maai binnen onze kung viijgelaten woiden Misschien komen de dissentieeiende bioedeis weei tol ons Gebeult dit met v\ at God vei hoede, dan zal mijn halt ei bij schieien. maai we zullen geen ogenblik aai zelen Dan gaan w e alleen dooi En hoe ook |jaileiiieiilaii gekoitwiekt, we zullen met vet sagen "Toch ben ik wel eens bang, dat het niet tot een vei zoening komen zal, afs ik cfenk aan mannen als dl Btonsveld en di Vos, dominee ', zegt Gaitjan

"Ov ei w ie met de kei kelijke kaï abijn w ild sti oopt, zwijg ik lievei, meestei Tiomp De lijd zal t leien Gelukkig, dat el liiei met veel disseiitieeiende bioedeis zijn

"Ik had met gedacht, dat ik zo nog eens alle fioiiijieii bij elkaai zou zien", zegt liij dan ..Hel hjkt wel een familieieunie

Dan tegen Dnk 'Hoe gaat het met u. bioedei Tiomp' Nog steeds geen spijt, dat ge weet o\> een schuit zijt gaan vaten'' ' Nee. domenee". zegt hij. "ik heb VIacht en ik houd Mn de uviei Wat wil ik nog iiieei''

..God heeft u dooi een diei:)e weg geleid Ik hooji. dat u eens­willend met Hem zijt gewoiden 'Dat was wel eens moeilijk, domenee "

"Ik begiijp het, Tionij^ Gods wegen zijn vaak niet aangenaam v ooi liet v lees Maai als w ij opi ech kunnen zeggen Uw wil gescfiiede. dan ligt daaiin toch een zegen En gij. meestei Tiomp. /iet gij zegen op uw weik'"

"We hielden gestadig ml. dominee Ik zie, dat ei liiei eeilang een tvveede Chustelijke school gesticht woidt ' 'Dat vet heugt me, meestei En hebt gij nooit eens vei langen gehad, om op een andeie plaats te ai beiden'" 'Ik heb een aanzoek ontvangen om UI Rotteidam te gaan wei ken, dominee, 't was een Hinke school, maai ik ben gehecht aan mijn weik hiei En ook mijn vioiiv\ zou lievei liiei blijven, meen ik Daaiom heb ik liet afgewezen, hoewel het tiaetement hogei was fk ben als het waic met C lavestein samengegioeid

"Ik kan me dat vooi stellen, meestei, gij zijt hiei geboien en getogen De ai beid hiei zal u betei liggen, dan die m de giote stad

' Naai Betje zal ik maai niet viagen Ik weet, bioedei Biesheuvel dat zij is als een viuchlbaic wijnstok 111 uw huis, om met de psalnidichtei te sjiiekeii Baiend knikt en ziet zijn viouw vol liefde aan Liefde IS iets, dat gloeien moet heeft hij eens gezegd Het IS gegloeid en gioeit nog steeds in innigheid 'Ook uw weg IS niet gemakkelijk. Lijntje, maai het IS legen Gods' w tl, dat gij u v ei bindt aan de m.in die welbewust de weg gaat, die van Goef afvoeil "

Ik zal me niet aan hem verbinden, dominee Ik heb het hem gezegd '

' Dan denk ik, dat ei vieugek is in de hai ten van uw bioeis en uw zustei

Dominee kijkt op de hangklok, die afgemeten statig, de lijcf wegtikt

"Vuendcn', zegt hij, "het was niij aangenaam, een ogenblik in jullie midden te veil^eien Jullie weet dat de Iiompen een luinie j^laats hebben m mijn halt Ik heb je vioiiie iiioedei gekend, een opiiieikelijke, sloeie viouw Ik veiheug me in de piettige geest, die ondei jullie woont En ik zou nog lang zo gezellig met jullie willen samenzitten Maai de klok zegt me, dat het tijd is, me tei luste te begeven '

' Ikbegiij)3 niet, dominee, wat het geheim is van uw ongelooflijke weikkiacht "

'Dat IS geen geheim, meestei Tiomp Het ligt in twee dingen een stieng dooi gevoelde arbeidsveideling en zelftucfit en m het geloof En nu wilde ik ons allen opdiagen aan de troon dei genade '

t Dl Kuvpei slaat ofi uit z'n stoel en buigt de knieën De bi oei s en zustei s zien elkaai ev en aan Lizebeth geeft een wenk, dat allen moeten knielen Zo IS dominee dat immeis tfiuis gewend Dan gedenkt hij allen in hel gebed

Nadat hij allen de hand gegeven heeft, gaat Lizcbeth hem met het nachtlichtje vooi naai boven

"L slaapt oji ons bed. dominee Baiend moet na een paai uui weer gaan bakken en ik vind mijn weg wel ' Dank je Betje, dank je God zegene onze slaap' zegt liij

EINDE

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 2011

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Vervolgverhaal

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 juni 2011

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's