ISIS: Opzienbarende Opmars -2-
In een vorig artikel 1 is na een verklaring van het begrip kalifaat en de behandeling van de verschillen tussen het soennisme en het sjiisme ingegaan op het ontstaan en bedoelingen van de mohammedaanse terreurbeweging ISIS. In dit tweede artikel willen we uitvoeriger dan eerst de bedoeling was de opzienbarende opmars van ISIS nader beschrijven. We maken hierbij gebruik van een Duitse bestseller die ons in handen kwam.
Dit goed gedocumenteerde boek van de Duitse journalist Christoph Reuter met de titel Die schwarze Macht 2 beschrijft uitvoerig de opkomst van ISIS en zijn strategen. In een volgend artikel hopen we vooral het leven binnen het zelfverklaarde kalifaat IS (Islamitische Staat) aan de orde te stellen. Daarbij zal de in januari verschenen publicatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties onder de titel Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld 3 en het onlangs uitgegeven jaarverslag over 2015 4 van deze officiële instantie betrokken worden. Omdat de zelfuitgeroepen staat IS door geen enkel land aanvaard is en in navolging van de AIVD en verscheidene buitenlandse media, gebruiken we hier alleen de afkorting ISIS. Kennis van het eerste artikel is niet noodzakelijk, maar verdient wel aanbeveling.
Irak: surge
In 2004 zwoer Abu Musab al-Zarqawi (1966-2006) trouw aan Osama bin Laden (1957-2011) en heette zijn groep Al-Qaida in Irak (AQI). In mei van dat jaar kwam hij met een video waarop hij waarschijnlijk eigenhandig de Amerikaanse zakenman Nicolas Berg met een mes onthoofdde. Later in het jaar volgde een tweede onthoofding van een Amerikaanse ingenieur. Veel afschuwelijk geweld met bermbommen, zelfmoordaanslagen en executies van Irakezen werden met video’s vastgelegd. Dit moest dienen als vergelding voor de Amerikaanse ‘misdaden’ en om angst aan te jagen, vooral onder de Irakezen vanwege eventuele samenwerking met de Amerikanen en de sjiitische regering van Irak. Deze onmenselijke manier van handelen zou door ISIS worden overgenomen en worden geperfectioneerd. Zarqawi zocht overigens ook doelbewust zijn slachtoffers onder de sjiieten nadat hij hen tot ongelovigen (kafir) had verklaard. Deze tactiek wordt werd ‘takfir’ genoemd en houdt dus in dat men de ander tot heiden bestempelt en daarmee het recht heeft de ander te doden. Ook deze handelwijze zou ISIS overnemen. Zarqawi wilde een burgeroorlog tussen soennieten en sjiieten teweegbrengen om daarna een eigen staat op te richten. Vele jihadisten uit de hele wereld trokken over de Syrische grens en sloten zich bij hem aan. Syrië hielp daarbij al-Qaida in het geheim en sluisde onder andere vele radicalen over de grens naar Irak.
Zarqawi richtte zich hoe langer hoe meer tegen de sjiieten en verwijderde zich daarmee van Bin Laden, die meer op samenwerking van alle mohammedanen was gericht en in Amerika het grootste kwaad zag. Zijn eed van trouw aan Bin Laden in 2004 diende uiteindelijk alleen maar om van hem en de faciliteiten van zijn al-Qaida gebruik te maken. Tevens benutte hij de onvrede van soennitische stammen over de door de Amerikanen gesteunde regering van de sjiitische premier Nouri al-Maliki (2006-2014), die op zijn beurt na de onderdrukking van de sjiieten door Saddam Hoessein (1937-2006) de soennieten aan de kant schoof. De Amerikanen hadden daarbij de grote fout gemaakt om zonder meer alle leden van Hoesseins Ba’ath-partij en het hele Iraakse leger te ontslaan. Dit waren bijna allemaal soennieten.
In 2006 begon Zarqawi zich de emir of prins van Irak te noemen. Grote delen van Irak beheerste hij. Door zijn extreme geweld, waarvoor hij zelfs door Bin Ladens tweede man gewaarschuwd werd, en vanwege zijn strenge uitleg van de sharia bleef echter verzet van de soennitische bevolking niet uit. De Amerikanen zagen daarin een mogelijkheid tot samenwerking met de verschillende soennitische stamhoofden. De ‘Sahwa’ ontstond: de Beweging van de Dageraad. Een samenwerkingsverband van soennitische milities (een militie is een krijgsmacht uit de bevolking), het Iraakse leger en de Amerikanen. De Amerikanen leidden de milities op en voorzagen hen van het nodige. Deze actie wordt wel ‘surge’ (stortzee, grote golf) genoemd en werd een succes. Al-Qaida werd teruggedrongen. In juni 2006 werd Zarqawi door een gerichte Amerikaanse bomaanval gedood en de oude al-Qaidaleiding probeerde de macht weer in handen te nemen. Zij hief de twee takken van al-Qaida op en richtte de Islamitische Staat in Irak (ISI) op. Maar het was te laat, het gelukte de Amerikanen met hun actie al-Qaida uit grote delen van Irak te verdrijven. De stroom jihadisten uit het buitenland verminderde sterk. Na de dood van twee topmannen van al-Qaida dachten de Amerikanen hun werk gedaan te hebben en trokken zij zich vanaf 2010 uit Irak terug.
Haji Bakr, de architect van ISIS
Maar de Amerikanen hadden geen rekening gehouden met Abu Bakr al-Baghdadi, de nieuwe Bin Laden. Deze was door toedoen van Haji Bakr, een verbitterd, voormalige hoge officier van Saddam Hoesseins geheime dienst en een uitstekend strateeg, de nieuwe leider van al-Qaida in Irak geworden.
In samenwerking met Haji Bakr werd de organisatie in het geheim weer opgebouwd en na het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië (2011) het werkterrein daarnaar verlegd. Hier kon Haji Bakr, die niet verward moet worden met Abu Bakr al-Baghdadi, zijn organisatietalent ontplooien.
Volgens Christoph Reuter heeft hij als architect onopvallend een leger van jihadisten en lokale rebellengroepen in Noord-Syrië opgezet en tegelijk de nieuwe leider ingewerkt.
Tevens stelde hij een zeer gedetailleerd plan van infiltratie en informatie-inwinning via een soort ‘zendingskantoren’ (dawa-bureaus) in de dorpen en steden op om de lokale rebellengroepen en bevolking te kunnen gebruiken, maar hen later ook door middel van chantage in een eigen staat te beheersen en te controleren. Hij leverde een soort blauwdruk van een tot in kleinigheden gecontroleerde en gestuurde totalitaire staat zoals de DDR en het Irak onder Saddam Hoessein daarvan voorbeelden waren. 5
Syrië, een slangenkuil
In maart 2011 breekt er een burgerprotest uit tegen de alawitische president Bashar al-Assad, die de soennieten onderdrukte. Het alawisme is verwant aan het sjiisme. Assad wordt daarom gesteund door Iran en Rusland en treedt hard op tegen de demonstranten. Steeds weer verklaart hij dat het geen gewone opstand is, maar dat al-Qaida de boosdoener is. De gemiddelde Syriër zou best tevreden zijn, maar al- Qaida-jihadisten zijn de aanstokers tot revolutie. De oppositie houdt stellig vol dat Assad zelf het extreme geweld organiseert om dit al-Qaida in de schoenen te schuiven. Assad wil voorkomen dat net als in Libië de Amerikanen en het Westen de kant van de rebellen kiezen. Christoph Reuter maakt Assads politiek van leugen en bedrog zeer aannemelijk, ja, levert eigen - lijk de bewijzen. 6
Het burgerprotest ontaardt in een burgeroorlog. Naast vele losse, gewapende, veelal soennitische verzetsgroepen ontstaat het Vrije Syrische Leger, dat uit allerlei tegenstanders van Assad bestaat. Het beschikt slechts over lichte wapens en wordt ook wel aangeduid als de rebellen. Daarnaast komt er de officiële tak van al-Qaida in Syrië, die Jabhat al-Nusra heet en kortweg al-Nusra wordt genoemd. Bovendien komen er weer vele jihadisten uit de hele wereld naar Syrië om voor een mohammedaanse staat en tegen Assad te vechten. Vanaf 2011 zouden in drie jaar tijd minstens 12.000 radicale mohammedanen en/of jihadisten naar Syrië zijn vertrokken, van wie ongeveer 3.000 uit het Westen. 7 Dezen sloten zich bij de een of de andere partij aan, maar liepen vaak in de loop van de tijd weer over naar een andere partij. Partijen werken daarbij soms samen, maar kunnen ook elkaar bestrijden.
Kortom, de situatie is tot aan de dag van vandaag onoverzichtelijk en met recht een slangenkuil te noemen. De rebellen boeken weinig succes vanwege de onderlinge verdeeldheid, maar ook omdat zij met hun lichte wapens weinig vermogen tegen de straaljagers en helikopters van Assad. Deze veroorzaken door hun bombardementen vele slachtoffers onder de burgers. 8 Amerika weigert de rebellen beter te bewapenen uit angst dat zware wapens in handen van al-Qaida vallen. Wel bombarderen inmiddels vele landen tot Nederland toe de troepen van ISIS.
Een ‘Blitzkrieg’
In deze chaos sinds vooral 2011 ziet de nieuwe leider al-Baghdadi zijn kans schoon en zendt onder leiding van Haji Bakr ervaren strijders naar het noorden van Syrië om lokale rebellengroepen te verenigen en samen tegen Assad te strijden. Deze groepen krijgen in januari 2012 een naam: Jabhat al-Nusra (ondersteuningsgroep voor de inwoners van de Levant). De organisator Haji Bakr zorgt via Irak voor geld, wapens en training. Met de strijdmethoden van Zarqawi zoals onthoofdingen, zelfmoordaanslagen en gruwelijke executies van hen die de koran anders uitleggen dan Baghdadi, en door middel van de tactiek van verrassing en bedrog, waarbij het ene moment een bepaalde verzetsgroep als vriend gebruikt wordt om deze het andere moment tot vijand te verklaren, begint een oorlog die doet denken aan de ‘Blitzkrieg’ van Hitler. In korte tijd gelukt het met relatief weinig strijders grote delen van Syrië en Irak te veroveren. De hele wereld staat versteld vanwege de opzienbarende opmars, die op 29 juni 2014 uitmondde in het uitroepen van een eigen kalifaat, de Islamitische Staat of kortweg IS, waarbij Abu Bakr al-Baghdadi zich zelf tot kalief benoemt. Van de in het Sykes-Picotverdrag (1920) door westerse mogendheden vastgelegde landsgrenzen trekt men zich niets aan. Deze grenzen worden eenvoudig weggevaagd en zo ontstaat het kalifaat in Syrië en Irak. We willen aard en verloop van deze ‘Blitzkrieg’ enigszins beschrijven.
‘Takiyya’
Om de aard van deze oorlog des te beter te begrijpen, is het zinvol ook nog iets te zeggen over het dogma van de zogenaamde ‘takiyya’ , wat ‘verdediging’ betekent en leidt tot ‘(bedrieglijke) aanpassing’. Bij dreigend gevaar of vervolging is het volgens sommige mohammedaanse stromingen toegestaan het geloof te verbergen of ontkennen. In de praktijk houdt dit nog wel eens façadepolitiek in, het werken met een dubbele agenda of het spreken met twee gezichten met de bedoeling om wanneer de omstandigheden gunstiger zijn, de zaak naar de eigen hand te zetten. Een voorbeeld van ‘takiyya’ in de zin van façadepolitiek is bijvoorbeeld de uitspraak: ‘Je wordt niet gedwongen om te geloven’. Deze uitspraak geldt alleen voor de ongelovige die mohammedaan wil worden, want voor de mohammedaan die afvalt en bijvoorbeeld Christen wordt, geldt de doodstraf. Ja, zelfs het onderscheid tussen gematigde en fundamentalistische mohammedanen is in zeker zin ‘takiyya’, omdat wanneer de sharia is ingevoerd alle mohammedanen meetellen, gematigd of niet. Een duidelijk voorbeeld van bedrieglijke ‘takiyya’ is het feit dat in landen waar de mohammedanen een minderheid vormen de vredelievende Mekkaanse soerateksten gelden, maar waar een mohammedaanse meerderheid is, gelden de radicale uit de Medinaperiode en treedt het principe van ‘abrogatie’ 9 in werking. Men kan hier spreken van een bedrieglijke situatie-ethiek of een politiek van de jezuïeten waarbij het doel de zondige middelen heiligt. Het zal in het vervolg duidelijk worden dat ISIS deze politiek niet schuwt.
De verovering van Raqqa
Het werk van Haji Bakr samen met de politiek van ‘takiyya’ en het extreme geweld zijn de verklaringen voor de pijlsnelle verovering van delen van Noord- Syrië. Stap voor stap grijpt ISIS zonder veel strijd naar de macht. Na infiltratie neemt de terreur langzaam toe en aanvankelijke medestrijders tegen Assads troepen worden tot vijanden verklaard en (via moord op de leiders) weggewerkt zonder dat er echt gevochten wordt.
Een duidelijk voorbeeld is de huidige hoofdstad van ISIS in Noord-Syrië, Raqqa, een onbetekenend provinciehoofdstadje aan de Eufraat. Van de verschillende vechtende partijen zoals het Vrije Syrische Leger, leden van al-Nusra en andere rebellengroeperingen, die alle tegen het Syrische leger vochten, had niemand de overhand in de stad. In maart 2013 kwam ISIS met een kleine groep van veelal buitenlandse jihadisten naar Raqqa en opende daar een zendingsbureau. Haji Bakrs fase van infiltratie nam een aanvang en met behulp van de kennis die men verzameld had, ‘verdwenen’ langzaam de leidende figuren van de andere partijen. ISIS nam bovendien de controle over de oliebronnen in de omgeving over. Kleine groepen van al-Nusra liepen over naar ISIS, terwijl ook soldaten en officieren van Assads leger volgden. Vrij spoedig werd de sharia ingevoerd en vonden openbare executies op het marktplein plaats. Honderden tegenstanders verdwenen eenvoudigweg. Steeds meer voorschriften werden ingevoerd en met in het begin vaak onzichtbare hand krachtig gehandhaafd. In augustus werd met zelfmoordaanvallen de minst godsdienstige religieuze groepering van het Vrije Syrische Leger aangevallen, velen gedood en op de vlucht gejaagd. Op 17 oktober werd de elite van de stad bij elkaar geroepen en de machtsovername van de stad bekendgemaakt. Slechts twee mannen hadden de moed te protesteren. Enkele dagen later werd het geboeide lijk van een van hen gevonden. Velen, onder wie vooral Christenen, sjiieten en alawieten, waren al gevlucht of vluchtten nu. Een periode van gewelddadige onderwerping aan de strengste regels volgde, waarbij het geringste vergrijp soms met de dood werd gestraft. Christenen die bleven, moesten als ‘dhimmi’ een speciale belasting (djizja) betalen om in afzondering hun godsdienste te kunnen belijden. Overigens wist ISIS met gebruikmaking van de kennis van onderlinge twisten en vetes de zwijgende meerderheid van de stad hun medewerking af te dwingen door 14 opperhoofden van de grootste stammen bij een ceremonie in oktober 2013 hun eed van trouw aan Baghdadi te laten afleggen, terwijl ze dat twee jaar eerder aan Assad hadden gedaan. Handig werd er van de onderlinge verdeeldheid gebruikgemaakt. De vruchten van het werk en de werkwijze van Haji Bakr werden geoogst. Raqqa was echter slechts een begin.
De verovering van Noord-Syrië
In september 2013 neemt een groep van ongeveer 7.000 jihadisten de grensstad Azaz in het noordwesten in. Iets later volgt een hele rij van steden en zelfs delen van de grote stad Aleppo. Allemaal gebieden die onder controle hadden gestaan van de rebellengroeperingen. In de grote steden wordt de woordvoerders van een burgerlijke staat de mond gesnoerd door bedreiging, ontvoering of executie. In deze gebieden worden door ISIS emirs benoemd, wordt orde en regel ingesteld om vervolgens het volk te laten geloven dat het daarbij blijft. Maar er volgen spionnen en opzieners, die er ook op moeten letten dat niemand van de eigen mensen te machtig wordt, en speciale eenheden die elke vorm van tegenstand moeten neerslaan. Een ‘alleswetende’ en onzichtbare leiding wenst de macht in handen te houden en verlangt absolute getrouwheid van de emirs, die meestal niet op grond van bekwaamheid worden benoemd. Het goed opgebouwde net van informanten en de structuur van slapende cellen doen ‘goed werk’. In de herfst van 2013 vluchten uit angst steeds meer rebellenkommandanten, die hoewel ze eerder soms zij aan zij met ISIS tegen Assad gestreden hadden, nu voor hun leven moeten vrezen. Tamelijk gemakkelijk kan ISIS nu de ene stad na de andere innemen. De sterke onderlinge verdeeldheid onder de rebellen is daaraan vooral debet en ISIS weet die goed te benutten.
In het begin van december bedroeg het aantal buitenlanders bij ISIS in Syrië ongeveer 5.500. Daarbij kwamen ongeveer 2.000 Syriërs vooral uit Raqqa. Maar het was niet zozeer het aantal dat het deed, maar de strakke centrale leiding en het feit dat het grotendeels om buitenlandse jihadisten ging die uiterst mobiel waren en geen bindingen hadden met de lokale bevolking en de streek. Zij traden gemaskerd in het zwart op. ISIS betaalde overigens ook goed, meer dan het dubbele van al-Nusra.
Vergeefse tegenstand
De terreur en het extreme geweld leiden ertoe dat in het begin van 2014 de Syrische rebellen genoeg van ISIS krijgen. Er ontstaat een opstand van zich verenigende rebellen en stamhoofden tegen ISIS. De jihadisten worden uit menige stad verdreven. Ook het in een kinderziekenhuis gevestigde hoofdkwartier van ISIS in Aleppo wordt ‘bevrijd’, waar echter nog snel voor hun vertrek alle gevangenen door de jihadisten worden vermoord. Nu de rebellen eendrachtiger optreden, blijkt hoe zwak ISIS is bij een gelijktijdige aanval op verscheidene punten, maar ook hoe zeer de bevolking bijvoorbeeld in gevangenissen is geterroriseerd.
Ook Jabhat al-Nusra, het al-Qaida in Syrië, keert zich steeds meer tegen ISIS. Op 8 april 2013 kondigt al-Baghdadi eigenmachtig de nieuwe groep Islamitische Staat in Irak en al-Sham (ISIS) af. Al-Nusra gaat echter niet met de fusie mee en ISIS wordt officieel in februari 2014 door de opvolger van Bin-Laden uit al-Qaida gestoten.
Ondertussen staan de rebellen voor en deels in Raqqa en hebben strijders van al-Nusra al twee verwoeste kerken in Raqqa op ISIS veroverd die ze merkwaardig genoeg de Christenen voor gebruik weer aanbieden. Maar dan slaat ISIS op zijn manier terug. Zelfmoordaanslagen veelal met auto’s vol springstof rijden op de controleposten, hoofdkwartieren en onderkomens van de tegenstander in. Minstens 34 zelfmoordaanslagen vinden er plaats. In de tweede week van januari 2014 komen er bovendien 1300 man ter versterking uit Irak aan. In Raqqa legt een groep jihadisten zijn zwarte kleding af, mengt zich in de kleding van de rebellen onder hen en begint hen plotseling massaal neer te schieten. In deze chaos verschijnt de versterking. En in de derde week van januari is Raqqa weer volledig in handen van ISIS. 70 gevangenen, vooral strijders van al-Nusra, worden zonder meer gefusilleerd. Ook in de stad Jarablus wordt deze misdadige methode gehanteerd. In korte tijd is ook deze stad weer overmeesterd. Op het hekwerk van het culturele centrum van deze stad worden heel macaber ter afschrikking en waarschuwing vier hoofden van de belegeraars gespietst. 20 rebellen worden direct omgebracht en huis voor huis wordt onderzocht om elke tegenstander en zijn familie om het leven te brengen. Op deze barbaarse wijze gelukt het ISIS veel terrein weer te veroveren. Maar niet alleen op deze wijze!
ISIS en Assad
Ook draagt Assad een steentje bij. Wellicht is ISIS een geheime samenwerking met Assad aangegaan. In elk geval is zeker dat Assads luchtmacht zich op de rebellen concentreert en ISIS zo veel als mogelijk ontziet. Assad had beweerd dat hij niet vocht tegen ontevreden burgers, maar alleen tegen terroristische jihadisten. Nu dreigde ISIS als nuttige vijand verdreven te worden, daarom koos hij in het geheim voor de bescherming van ISIS, terwijl hij naar buiten toe volhield ook ISIS te bestrijden. De stellingen van de rebellen worden volop gebombardeerd, terwijl die van ISIS worden ontzien. Christoph Reuter toont dit met onmiskenbare bewijzen aan. 10 Met andere woorden ook Assad draagt het zijne aan de heroveringen van ISIS bij, terwijl in het oosten van Syrië ISIS en Assads troepen wel tegen elkaar vechten. Kortom, alle middelen zijn voor ISIS toegestaan. Als het nodig en nuttig is, werkt men met de rebellen of met Assad samen, maar wanneer men sterk genoeg is, vecht men tegen elk. Het dogma van de ‘takiyya’ in de praktijk. Belangrijk is nog te vermelden dat de architect Haji Bakr op 27 januari 2014 in de buurt van de grensstad Azaz door Syrische rebellen wordt verrast en gedood.
De verovering van Mosul in Irak
We gaan van Syrië naar Irak. In januari 2014 weet ISIS vrij gemakkelijk de stad Fallujah te veroveren, 70 kilometer ten westen van de hoofdstad Bagdad. Enkele honderden strijders verjagen met behulp van een uiterst ontevreden soennitische bevolking het Iraakse leger. Maliki reageert met bombardementen, waarvan vele burgers het slachtoffer worden. ISIS richt nu zijn aandacht op het noordelijker gelegen Mosul, de tweede stad van Irak met ongeveer twee miljoen inwoners.
De Koerdische geheime dienst in Irak kwam dit te weten en waarschuwde Maliki meermaals. Mosul was een soennitische stad in het in meerderheid sjiitische Irak. ISIS had hier vele ondergrondse cellen, die net als in Syrië al jaren veel informatie over de bewoners verzamelden, maar ook een beleid van terreur en afpersing voerden. Afpersingsgelden onder de zakenlieden en winkeliers van Mosul, de zogenaamde ‘terreurbelasting’, waren gedurende jaren een belangrijke bron van inkomsten voor ISIS. In 2014 zouden deze inkomsten 12 miljoen Amerikaanse dollars per maand bedragen hebben. 11 Deze cellen vormden de onderwereld van Mosul en schuwden geen moord- en bomaanslagen. Het leger van Maliki werd door de soennitische bevolking als een soort bezettingsmacht beschouwd, terwijl men de ISISaanhangers ten zeerste vanwege chantage vreesde. Niet alleen de Koerden, van wie het gebied niet ver ten oosten van Mosul begon, waarschuwden echter Maliki, maar ook een van zijn generaals in Mosul. Deze had van een aanstaande aanval op de stad gehoord had en vroeg om versterking. Maar Maliki vertrouwde op zijn leger en deed niets.
Op 6 juni 2014 kwam om half drie in de nacht een hoeveelheid pick-ups met zware machinegeweren in de open laadbak met elk vier jihadisten aangereden, die zich een weg schoten door enkele controlepunten van Mosul. Een uur later hadden de eersten het centrum bereikt.
De vele informatie die men in de loop van de jaren verzameld had, deed goed dienst en de ondergrondse cellen kamen vanuit het binnenste van de stad gewapend tevoorschijn. Twee zelfmoordgroepen lieten zich met hun wagens aan een andere zijde van de stad in de lucht vliegen. Politie-eenheden schoten wel terug, maar konden niet tegen de zware wapens op, terwijl vele soldateneenheden de vlucht namen zodra de jihadisten zich lieten zien. Steeds meer groepen jihadisten kwamen naar binnen, toen ze merkten dat de tegenstand gering was. Op 7 juni hadden ze al vijf stadsdelen bezet. De Koerden boden hulp aan, maar Maliki wees dit tot tweemaal toe af omdat het leger sterk genoeg zou zijn. Vliegtuigen bombardeerden de stad en doodden daarbij strijders, maar ook veel burgers. In de middag van 8 juni reed een golf van ongeveer 100 voertuigen met 400 strijders de stad in, terwijl in de loop van 9 juni een vrachtwagen met een grote watertank gevuld met springstof en stukjes metaal tegen een hotel waarin de laatste politieagenten zich verschanst hadden, tot ontploffing kwam. Daarmee was het westen van de stad in handen van ISIS. In het oosten van de stad bevonden zich nog vele legereenheden die echter de eenheden in het westen niet te hulp wilden komen. Daarop vertrokken de bevelhebbers uit het westen, even later gevolgd door de soldaten. Dit bracht weer een massale vlucht in het algemeen teweeg. Uniformen werden weggeworpen, burgerkleding door velen aangetrokken en een geweldige hoeveelheid oorlogsmateriaal werd achtergelaten. Mosul was in handen van ISIS!
Ongelooflijk
Het is nauwelijks te geloven dat slechts duizend, tot op de derde dag maximaal tweeduizend ISIS-strij-ders een leger van in theorie 25.000 politieagenten en soldaten verjaagd heeft. Een heel leger met tanks, gevechtshelikopters, gepantserde Humvee-terreinwagens (jeeps die door Amerika aan Irak waren geleverd), artillerie en raketwerpers. Toch is dit de werkelijkheid. Hoe was dit mogelijk? Het heeft alles te maken met de kloof tussen sjiieten en soennieten die door Maliki niet was gedempt, maar alleen maar verdiept. Bekwame soennitische officieren waren weggewerkt uit angst dat zij tegen Maliki zouden opstaan. Corruptie en nepotisme ten gunste van sjiieten was aan de orde van de dag. Maar ook het beleid van ISIS in Mosul speelde een grote rol. Vele soennieten zagen de jihadisten als bevrijders. Zij lieten de soennieten uit de gevangenis, terwijl honderden sjiieten aan de rand van de woestijn werden vermoord. Kinderen werden van snoep voorzien; benzine was aanvankelijk gratis en ziekenhuizen werden weer operationeel gemaakt.
Tevens ging het niet om 25.000 soldaten en politieagenten, maar was er sprake van zogenaamde ‘spook soldaten’. Vele militairen incasseerden in samenwerking met hun officieren wel het salaris, maar kwamen niet opdagen. Men schat dat het in totaal om 10.000 man ging die op het beslissende moment op hun post waren. Daarbij komt dat vele sjiieten niet bereid waren om hun leven op het spel te zetten voor een soennitische stad. Raadselachtig blijft wie de bevelen tot aftocht gegeven zouden hebben waarvan vele soldaten spraken.
Wandaden van ISIS en einde van Sykes-Picot
In de eerste dagen sloten zich ongeveer tweeduizend soennieten bij de overwinnaars aan en zette ISIS zijn triomftocht richting het zuiden voort. De geboortestad van Saddam Hoessein Tikrit en andere steden volgden bijna geheel zonder strijd, maar niet zonder wandaden. Volgens ISIS zouden 17.000 sjiitische soldaten zijn vermoord. Een instantie als Human Rights Watch (HRW) houdt het op 560 tot 770. 12 De schrik van Mosul samen met een onder andere via Twitter gevoerde virtuoze propagandacampagne waarin gesteld werd dat Bagdad aan de beurt was, was er de oorzaak van dat alles razendsnel verliep. Vele soennieten bejubelden de jihadisten als bevrijders. Een zeer betekenisrijke, symbolische handeling die door ISIS werd verricht en door vele Arabische nationalisten werd toegejuicht, was een graafmachine die een gat in een aarden wal maakte: de ontmanteling van de grens tussen Syrië en Irak. De in het Sykes-Picotverdrag door het Westen afgesproken landsgrenzen 13 werden daarmee symbolisch uitgewist. De verwerkelijking van een eigen staat, het kalifaat van ISIS, kwam binnen handbereik. Ondertussen verdedigde Maliki het echec van zijn leger met de suggestie dat het allemaal een samenzwering tegen hem was. In korte tijd veroverden de jihadisten bijna een derde van het land om even later het kalifaat uit te roepen.
Vervolging in Mosul
Aanvankelijk leek het leven in Mosul een meer ontspannen verloop te krijgen zonder terreur en zonder moord- en bomaanslagen van ISIS. Maar schijn bedroog. Al na enkele dagen verscheen er een verordening met zestien punten. ISIS had al het geld van de banken in beslag genomen en wie probeerde iets te stelen, zou gedood worden. Geen organisatie mocht opgericht of publieke vergadering gehouden worden, alleen de ISIS-vlag gehesen worden. Een algemeen rookverbod werd afgekondigd en de waterpijp verboden. Vrouwen moesten zich geheel bedekken en mochten zonder mannelijk gezelschap niet de straat op. Gemeenteambtenaren, politieagenten en soldaten konden publiekelijk berouw tonen en de regering van Bagdad afzweren, maar dit aanbod gold slechts eenmaal en wie het niet aannam, werd gedood. Vele monumenten, waaronder (zogenaamde) grafmonumenten van Bijbelse figuren, werden met de grond gelijkgemaakt. Sjiitische moskeeën en instituten werden niet gespaard. Christelijke kloosters en kerken werden in beslag genomen. Antieke, Assyrische standbeelden uit het museum van Mosul werden door beeldenstormers verwoest en hun daden door video-opnamen vastgelegd en wereldwijd verspreid, waarbij het gerucht echter ging dat het om replica ging en de originelen op de zwarte markt duur verkocht werden. In Syrië had ISIS vele antieke voorwerpen verkocht ter waarde van minstens 36 miljoen dollar. 14 Westerse verschijnselen als T-shirts met opdruk, jeans, en niet-mohammedaanse muziek werden verboden. Meisjes boven de twaalf mochten niet meer naar school, terwijl op school alleen de vakken Arabisch, wiskunde en islam toegestaan waren. Christenen moesten een speciale belasting betalen, maar kregen geen voedselhulp die ISIS andere burgers wel bood. Midden juli kwam er een verordening dat Christenen kiezen moesten tussen bekering tot het mohammedanisme, de stad verlaten of de dood. Hun huizen werden met de noen, de beginletter van het Arabische woord voor Christen (Nasrani), gekenmerkt. Tot 19 juli hadden Christenen de tijd om de stad te verlaten, daarna bleef alleen het zwaard over. Wie nog gebleven was, vluchtte naar het dichtbijgelegen gebied van de Koerden met achterlating van alles of de waardevolle spullen werden afgenomen. De huizen werden vervolgens in beslag genomen. 10.000 Christenen verlieten de stad en een van de oudste uit het Christendom voortgekomen gemeenschappen in de wereld bestond niet meer.
ISIS nam verder geheel de macht in handen door oude kaderleden van de Ba’ath-partij op te halen en te laten ‘verdwijnen’.
Veroveringen in Syrië en de uitroeping van het kalifaat
Direct na de verovering van Mosul werd al veel oorlogsmateriaal naar Syrië overgebracht. Op 30 juni volgde een grootste parade van het veroverde oorlogsmateriaal in de hoofdstad van het kalifaat Raqqa, waarbij behalve tanks, Humvees en houwitsers zelfs een SCUD-raket te zien was. Vervolgens begon ISIS een aanval op de stellingen van het Syrische leger van Assad in de buurt van Raqqa. De stille overeenkomst met Assad was daarmee ten einde. Bijna altijd gingen zelfmoordaanvallers met voertuigen vol met explosieven voorop om gaten in de verdediging te slaan. Tegelijk brachten troepen van ISIS met behulp van het veroverde oorlogsmateriaal in het zuidoosten van Syrië zich verzettende stammen onder hun gezag. ISIS stond op het toppunt van zijn macht. Men had inmiddels een gebied met de omvang van Groot- Brittannië in zijn macht, waarin meer dan 5 tot 6 miljoen mensen leefden.
In dit opzicht is het niet verwonderlijk dat er op 29 juni 2014 bij het begin van de ramadan een manifest uitging waarin het kalifaat werd uitgeroepen en alle mohammedanen ter wereld opgeroepen werden trouw te zweren aan de nieuwe kalief ‘Ibrahim’, Abu Bakr al-Baghdadi. Zij die het kalifaat niet erkenden, waren ketters en des doods waardig. Voortaan zouden bij alle verordeningen alle landsnamen weggelaten worden en alleen maar gesproken worden van ‘Islamitische Staat’ (IS). De eerste reacties waren ongeloof, spot en vooral van mohammedaanse zijde felle kritiek. Baghdadi zou tweedracht en verwoesting zaaien en van het geloof zijn afgevallen. Een lange open brief van 126 soennitische geleerden uit de hele wereld waarschuwde in september 2014 alle mohammedanen dat ISIS de koran verkeerd interpreteerde en een vreemde loot aan de mohammedaanse stam was.
Maar men kon niet ontkennen dat ISIS nu met zijn zelfverklaarde staat bereikt had wat al-Qaida in latere tijd wilde verwerkelijken nadat alle ‘gelovigen’ uit eigen beweging zich tot een mohammedaanse staat hadden aaneengesloten. Al-Qaida wil de mensen meer door overtuiging dan door geweld en onderwerping bekeren. Zij volgen in dit opzicht de meer vredelievende Mohammed uit de tijd van Mekka dan de oorlogszuchtige Mohammed uit de tijd van Medina.
In een moskee in Mosul hield al-Baghdadi enige dagen later op vrijdag 4 juli zijn eerste openbare rede, waarbij hij nadrukkelijk verwees naar het eerste kalifaat van de Rashidun (632-661), de eerste vier kaliefen als de ‘rechtgeleiden’. Met zijn aangenomen oorlogsnaam Abu Bakr wilde hij ook nadrukkelijk in de voetstappen gaan van de eerste opvolger van Mohammed, de ‘rechtgeleide’ kalief Abu Bakr, de schoonvader van Mohammed. Hij sprak hier in opperste godsdienstige verblinding zijn zeggenschap uit over de anderhalf miljard mohammedanen door hen op te roepen het kalifaat te steunen en hen die hem en zijn kalifaat niet erkenden, tot ketters te verklaren, ja, in wezen eiste hij de zeggenschap over de hele wereld op!
Christenen en jezidi’s
In plaats van op te trekken naar Bagdad, dat met het Iraakse leger en zijn sjiitische milities toch te sterk zou zijn, volgt ISIS een noordelijker route, naar Iraaks Koerdistan met de stad Erbil als hoofdstad en de nog noordelijker gelegen Nineve Vallei (ten noorden van Mosul), waar vele Christenen woonden, onder wie Aramees sprekende Assyriërs en Chaldeeërs, maar ook Armeense en Grieks-Orthodoxe Christenen. In 2003 woonden er ongeveer anderhalf miljoen Christenen in Irak, vijf procent van de bevolking. 15 Wellicht hoopte ISIS ook de Koerden in het noordoosten van Syrië zo te kunnen omsingelen. Dit gebied is rijk aan oliebronnen. Op deze veldtocht van ISIS worden duizenden Christenen uit de Nineve Vallei uit hun huizen verdreven. Veel leed is hier geleden, huis en haard moest worden verlaten. ISIS plunderde alles en dreigde dood en verderf te zaaien. De meeste Christenen werden in Erbil en omgeving opgevangen. Vreselijk is echter ook omgegaan met de jezidi’s. Hier wordt wel gesproken van een genocide (uitroeiing van een volk of ras). Jezidi’s zijn oorspronkelijke Koerden met een syncretische godsdienst, dat wil zeggen zij hebben elementen van het Christendom, mohammedanisme, hindoeïsme en heidendom tot een eenheid gesmolten. Zij geloven in één God als de schepper van de aarde en in een gevallen engel in de gedaante van een pauw, de voornaamste van zeven aartsengelen die de wereld besturen. Het is een zeer gesloten gemeenschap waarin men alleen met elkaar mag trouwen en waartoe men alleen door geboorte kan behoren. Door ISIS werden zij als duivelsaanbidders beschouwd. In het tijdschrift Dabiq is uiteengezet dat zij geen ketters zijn die zich dienen te bekeren of anders gedood worden, maar duivelsvereerders zodat de vrouwen tot (seks)slavinnen gemaakt mogen worden. Zij worden op de markten als slavinnen verkocht, maar ook gegeven aan de ISIS-strijders opdat dezen hun lusten kunnen botvieren en zo overspel (!) voorkomen kan worden. Dit alles wordt vanuit de hadith (verzameling van overgeleverde uitspraken en daden van Mohammed) goedgepraat.
Sinjar
Hoewel de Iraakse Koerden (peshmerga) de jezidi’s in de vlakte van de stad Sinjar bescherming hadden toegezegd tegen de naderende ISIS-troepen, gingen zij er vandoor toen zij op 3 augustus 2014 met hun buitgemaakte voertuigen verschenen. Duizenden jezidimannen werden eenvoudigweg vermoord, terwijl vrouwen en kinderen gevangen werden genomen. Lokale soennitische Arabieren leidden ISIS als gids en verraadden soms hun buren, met wie ze jaren hadden samengewoond. Zij die ontkomen konden, vluchtten vooral naar de berg Sinjar, waar zich ongeveer 50.000 jezidi’s verzamelden. Hier werden zij omsingeld en dreigden van honger en dorst om te komen.
Dat het niet zover gekomen is, is te danken aan de Koerdische Arbeiderspartij PKK, die tegen de Turkse staat vocht, maar na een wapenstilstand in 2013 zich teruggetrokken had naar Iraaks-Koerdistan. Zowel in Irak als in Syrië vecht zij nu tegen ISIS. PKK en de Iraakse Koerden waren elkaar eerst niet goed gezind, maar hebben zich nu verenigd tegen ISIS. Terwijl Amerika overlegde hoe deze jezidi’s gered moesten worden, wist de Syrische tak van de PKK, de YPG, door gevechten een corridor aan de westkant van de berg Sinjar vrij te vechten. De berg Sinjar ligt aan de westkant tegen Syrië aan en hier kon de YPG de vluchtelingen bevrijden. Via Syrië werden ze weer naar Iraaks Koerdistan gebracht. Van 9 tot 14 augus-tus werden op deze wijze 40.000 tot 50.000 jezidi’s gered. 16 Deze grootste reddingsoperatie kreeg alom bekendheid in de wereld. Toen op 13 augustus Amerikaanse commando’s op de berg aankwamen, vonden zij daar nog maar een kleine duizend vluchtelingen. Sinjar gaf ondertussen voor de Amerikaanse president Obama, die door zijn belofte van terugtocht uit Afghanistan en Irak de verkiezingen gewonnen had, de doorslag om weer in Irak in te grijpen: op 8 augustus vonden de eerste aanvallen met drones op de stellingen van ISIS plaats. Op 14 augustus wist ISIS de ontsnappingsroute weer af te grendelen. Amerika zette nu ook bommenwerpers in Irak in. Het afschuwelijke antwoord van ISIS richting Amerika waren de onthoofdingsvideo’s van twee Amerikaanse journalisten James Foley (19 augustus) en Steven Sotloff (2 september) en richting het Westen van twee Britse hulpverleners David Haines (13 september) en Alan Henning (3 oktober). Op 23 september volgden Amerikaanse bombardementen op ISIS-doelen in Syrië. Op 16 november verscheen een video met de onthoofdingen van 18 Syrische soldaten, terwijl de beul Jihadi John het hoofd van de Amerikaanse hulpverlener Peter Kassig toonde.
Laat echter duidelijk zijn dat de aanval van ISIS op de berg Sinjar mislukte en de jihadisten hun aanval moesten staken, terwijl ze een machtige tegenstander als Amerika erbij gekregen hadden.
Ten besluite
Wij zijn ons eerste artikel geëindigd met de stelling dat geweld en het antichristelijke karakter de grondzuilen zijn van het orthodoxe mohammedanisme. Wie het gruwelijke en barbaarse karakter van de opmars van ISIS tot zich laat doordringen, kan dit niet loochenen. De interpretatie van een liberaal of gematigd mohammedanisme houdt op grond van de latere Mekkaanse koranteksten geen stand. De bloedige oorlogen van Mohammed in de tijd na Mekka en van zijn directe ‘rechtgeleide’ (sic!) opvolgers bij de verbreiding van hun godsdienst zijn het onmiskenbare bewijs. Niet voor niets wil ISIS terug naar deze tijd en heeft al-Baghdadi de naam van de eerste opvolger van Mohammed aangenomen. De uitleg van geweld, oorlog en bloedige onderdrukking ter verbreiding van deze godsdienst is de enige juiste. Met recht spraken onze vaderen van de godsdienst van het zwaard. Maar wat een schrille tegenstelling met de verbreiding van het ware Christendom door eenvoudige vissers zonder geweld en bloedvergieten. Gods Geest heeft geen bloedige oorlogen, massale executies, onthoofdingsvideo’s, zelfmoordaanvallers en geen jezuïtische leugenpraktijken nodig. Bloed is er bij de verbreiding van het Christendom wel vergoten, maar dan door de martelaren, dat echter het zaad van de kerk mocht zijn. Men kome in dit verband niet aandragen met de kruistochten, die wel als een schandvlek op het Christendom liggen, maar toch echt het uitvloeisel waren van een zich verbasterend Christendom onder de leiding van de paus als de westerse antichrist.
Het was de oudvader ds. Oomius (1630-1706) die in zijn standaardwerk over het mohammedanisme Het Geopende en Wederleyde Muhammedisdom of Turckdom 17 erop wees dat vele theologen gesproken hebben van de paus als de westerse en Mohammed als de oosterse antichrist. Hij somt in zijn werk maar liefst acht punten van overeenkomst op. 18
Het antichristelijke karakter van het mohammedanisme hebben we al eerder aangetoond. 19 Ook bij ISIS is dit zonneklaar. Juist Christenen zijn in Syrië doelwit van ISIS, zoals de CDA’er Knops in de Kamer stelde. 20 Sinds het uitbreken van de burgeroorlog in Syrië in 2011 heeft twee derde van alle Christenen het land verlaten. Van de 1,5 miljoen Christenen zijn er nu nog 500.000 over. In Aleppo is van de Christelijke gemeenschap nog maar een kwart over, 40.000 van de 160.000 in 2011. 21 We verwijzen verder naar het leed van de duizenden Christenen uit de Nineve Vallei in Irak en noemen nog maar enkele feiten. Leden van vijftien protestantse gemeenten in Turkije worden via e-mail, sms en Facebook door ISIS bedreigd. 22 Uit Raqqa zijn de meesten van de 1500 Christenen vertrokken. 23 Nu zouden er nog veertig Christelijke gezinnen zijn die echter de stad niet mogen verlaten omdat ISIS ze als menselijk schild wil gebruiken als Raqqa wordt aangevallen. 24
Hoe anders leert de HEERE ons een en ander in Zijn Woord: Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen (Zach. 4:6). En Christus leert ons in Lukas 6 vers 27: Hebt lief uw vijanden, doet wel dengenen die u haten. Hoogstnoodzakelijk is het om door die Geest des Heeren in Christus ingeplant te zijn, want dan alleen zullen wij met Gods genade, wanneer ISIS met de kalasjnikov voor ons staat met de levensvraag ‘Mohammed of Christus?’, op goede gronden kunnen zeggen: Christus ALLEEN is de Weg, en de Waarheid, en het Leven (Joh. 14:6).
Noten:
1) Zie het meinummer van dit jaar van In het spoor, p. 130- 140
2) C. Reuter, Die schwarze Macht. Der ‘Islamische Staat’ und die Strategen des Terrors, Deutsche Verlags-Anstalt, München 2015, 352 pagina’s (voortaan: Die schwarze Macht). Christoph Reuter (geboren 1968) is een van de laatste westerse journalisten die direct uit Syrië en Irak verslag doet. Al decennialang is hij ooggetuige van de toestanden in de Arabische wereld. Hij werd in Duitsland tot ‘journalist van het jaar 2012‘ uitgeroepen en is correspondent van het wekelijks verschijnende tijdschrift met actueel nieuws (Nachrichtenmagazin) ‘DER SPIEGEL’. Geen enkel boek geeft zoveel informatie over dit onderwerp. Het is daarmee een absolute must voor elke geïnteresseerde in dit onderwerp die over een redelijke kennis van het Duits beschikt. We maken hier gebruik van de zevende oplage.
3) Leven bij ISIS, de mythe ontrafeld, Den Haag januari 2016, 16 pagina’s. Een uitgave van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De uitgave is op 12 januari 2016 gepubliceerd en gratis te downloaden van de site www.aivd.nl.
4) Jaarverslag 2015, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Dit jaarverslag van 44 pagina’s is op 21 april van dit jaar verschenen en als PDF-document gratis te downloaden van de website van de AIVD, www.aivd.nl.
5) Zie: Die schwarze Macht, hoofdstuk 1, ‘Das Stasi-Kalifat’, p. 20-40
6) Zie: Die schwarze Macht, hoofdstuk 2, ‘Wechselhafte Anfänge’, p. 41-104
7) J. Neurink, De oorlog van ISIS, Uitgeverij Conserve 2015, p. 40 (voortaan: De oorlog van ISIS). Judit Neurink woont sinds 2008 in Iraaks Koerdistan en is daarmee enigermate als ooggetuige te beschouwen voor de slangenkuil van het Midden-Oosten. Zij is journaliste en schrijft voor Trouw en het Vlaamse dagblad De Standaard.
8) Volgens een rapport van het International Institute for Strategic Studies (IISS) in Londen stierven er in 2015 ongeveer 167.000 mensen in conflictgebieden over de hele wereld. In Syrië 55.000; dat is bijna een derde. Zie: ‘Conflicten op wereld kosten 167.000 levens’, in: Reformatorisch Dagblad, 6 mei 2016, p. 10
9) Zie noot 1, p. 137, 138
10) Zie: Die schwarze Macht, hoofdstuk 5, ‘Gemeinsam zum Gegenschlag’, p. 159-168
11) Die schwarze Macht, p. 178
12) De oorlog van ISIS, p. 130
13) Zie noot 1, p. 134, 135
14) De oorlog van ISIS, p. 119
15) De oorlog van ISIS, p. 122
16) Die schwarze Macht, p. 220
17) S. Oomius, Het Geopende en Wederleyde Muhammedisdom of Turckdom, Amsterdam 1663, II afdeling, hoofdstuk 2, p. 91-107 (voortaan: Het Muhammedisdom). Dit werk is als reprint nog te verkrijgen: zie de advertentie elders in dit blad. Voor een samenvatting van dit werk en de opvattingen van prof. Voetius en Hoornbeeck verwijzen we hier naar de artikelenserie van mijn hand onder de titel ‘Het mohammedanisme in de visie van enige oudvaders’ in: In het spoor, 26 e jrg., nr. 5, december 2002, p. 184-191; 27 e jrg., nr. 1, februari 2003, p. 37-44; nr. 3, februari 2003, p. 130-137; nr. 4, oktober 2003, p. 168-177; nr. 5, december 2003, p. 213 -221; 28 e jrg., nr.1, februari 2004, p. 34-43; nr. 4, oktober 2004, p. 170-180; nr. 3, juli 2004, p. 134-143 en 29 e jrg., nr. 3, juli 2005, p. 134-143. Een samenvatting staat in het laatste artikel: 30 e jrg., nr. 2, mei 2006, p. 93-100.
18) Het Muhammedisdom, I afdeling, hoofdstuk 2, p. 16-38
19) Zie het eerste artikel van mijn hand in de serie met de titel ‘De breuk op het lichtst genezen 1 ’ in: In het spoor, 30 e jrg., nr. 5, december 2006, p. 215-217 en het eerste artikel van de serie: ‘Oprukkend mohammedanisme. Ook op kousenvoeten!’ in: In het spoor, 32 e jrg., nr. 5, december 2008, p. 233-239
20) ‘Kamer: Help Christenen beter’, in: Reformatorisch Dagblad, 11 februari 2016, p. 5
21) ‘Twee derde Christenen weg uit Syrië’, in: Reformatorisch Dagblad, 19 maart 2016, p. 1. Zie ook: ‘Druk op Christenen Aleppo neemt toe’, in: Reformatorisch Dagblad, 15 april 2016, p. 15
22) ‘Dreigmails IS naar Turkse protestanten’, in: Reformatorisch Dagblad, 8 september 2015, p. 3
23) ‘Leven als Christen in Raqqa tussen de “monsters” van IS’, in: Reformatorisch Dagblad, 11 februari 2016, p. 1
24) ‘Christenen Syrië bidden voor bisschoppen’, in: Reformatorisch Dagblad, 25 april 2016, p. 2
Fotoverantwoording:
a) Door Fabio Rodrigues Pozzebom / ABr [CC BY 3.0 br] via Wikimedia Commons
b) Door Bertramz (Eigen werk) [CC BY-SA 3.0 via Wikimedia Commons
c) Foto Twitter
d) By TGabou [CC BY-SA 4.0] via Wikimedia Commons
e) By DFID - UK Department for International Development [CC BY 2.0] via Wikimedia Commons
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 2016
In het spoor | 68 Pagina's