Door rood racen

„De ambulance is net een rijdend ziekenhuis”, vertelt Jarno Goedkoop. Hij is al meer dan tien jaar ambulancechauffeur in Apeldoorn. „Wij starten de behandeling, en in het ziekenhuis nemen ze de zorg over. Daarom hebben weheel veel spullen mee. Medicijnen, spuitjes, thermometers, verband… De ambulance zit vol met koffers, kastjes en laatjes! Speciaal voor kinderen hebben we zelfs een knuffelbeertje en een medaille voor kanjers.”

Teamwork

„De ambulanceverpleegkundige en de ambulancechauffeur vormen samen een team. De verpleegkundige isverantwoordelijk voor het medische deel, dezorg voor depatiënten. De chauffeur zorgt ervoor dat wedat zo snel, veilig en comfortabel mogelijk kunnen doen.

Aan het begin van de dienst kijken mijn collega enikde ambulance goed naenzorgen we ervoor dat alles compleet is. Dan melden we ons aan bij de meldkamer en gaat het werk beginnen. Soms iser nog even tijd voor een bakje koffie, op andere dagen gaan we meteen op een melding af.”

Spoed

Elke melding heeft een code. Een spoedrit heeft de code A0 of A1:er is een levensbedreigende situatie. „Ik zet dan de sirenes enzwaailichten aan en mag 40kilometer per uur harder rijden dan toegestaan is. Het is niet eenvoudig om dan veilig door het verkeer te rijden! Iedereen reageert namelijk anders, als er opeens een ambulance aan komt. Daar moet ik dan weer op inspelen. Gelukkig worden we hier goed in getraind.”

Op Groen

Wat als het stoplicht rood is? „Dan mogen we met gepaste snelheid toch doorrijden. Niet bij een brug of spoorwegovergang, hoor. Dan moeten wij ook gewoon wachten. Maar wist je dat er in de ambulance een systeem zit waarmee we de gewone verkeerslichten op groen kunnen zetten? Bij een spoedrit gaat dit automatisch, maar bij een niet-spoedrit kunnen wedit met een druk op de knop regelen. Dat isveel fijner voor de patiënten, want zo hoef ik niet steeds te remmen en op te trekken.

Ja, dat systeem mis ik toch wel inmijn eigen auto…”

Wat moet je doen als je een sirene hoort?

Je bent buiten en opeens komt er een ambulance aan. Wat nu?

Jarno: „Het is altijd goed om te stoppen met fietsen of duidelijk te maken dat je ons gezien hebt. Soms steken kinderen toch nog even snel de straat over, maar het is beter om gewoon te blijven staan.

Luister je muziek? Zorg er dan voor dat je die niet te hard hebt staan, zodat je sirenes goed kunt horen aankomen. En blijf altijd goed om je heen kijken!”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen