Begrijp jij het ook niet?
Misschien vind je het een beetje vreemd, maar dit keer stel ik jullie een vraag. Ik doe dat omdat ik vermoed dat er bij jullie veel vragen leven over alles wat er op dit moment in de wereld gebeurt. Vragen die je misschien niet zomaar stelt. Het coronavirus heeft veel mensen ziek gemaakt, veel mensen zijn aan de gevolgen ervan gestorven. En het is nog lang niet voorbij. Hoe moeten we deze ramp verstaan? Wat heeft het ons te zeggen? Wat betekent het?
Er worden ook allerlei antwoorden gegeven. Soms heel verschillende antwoorden. Soms ook tegenstrijdige antwoorden. Ik denk dat we terughoudend moeten zijn. Wij zijn kleine mensen met een bijzonder beperkt begrip. Dat belijden we ook wel. Desondanks worden er door deze of gene wel heel stellige uitspraken gedaan over hoe we deze coronaplaag moeten verstaan. Toch past ons bescheidenheid. Is het een bestraffing? Is het een beproeving? Teistert de boze de wereld? Wij zien niet in Gods plan. Dat mag klein maken en houden. En vooral hoop ik dat we midden in deze ramp genade ontvangen om te belijden dat de Heere regeert. En dat het Hem niet uit de hand loopt.
Dat deze pandemie ons intussen veel te zeggen heeft, staat wel vast. De apologeet Lewis heeft ooit gezegd dat het lijden als een megafoon is waardoor God tot de wereld spreekt. Het is een luide roep om te bedenken wat tot onze eeuwige vrede dient. Hij spreekt het verblinde mensdom toe zich tot Hem te bekeren. Nu het nog de tijd van genade is. Laat de harde stem van deze pandemie ook jou en mij temeer aansporen om te merken op de liefelijke stem van het Evangelie.
Zijn we als christenen niet eerst en vooral geroepen om te bidden? Soms staan we snel klaar om uit te leggen dat een dergelijke ramp een oordeel van God is. En ik zeg niet dat het dat niet is. Als we dan maar beseffen dat juist wíj dan wel voorop mogen gaan in verootmoediging. Want: zijn wíj wie we moeten zijn? En wat doen wíj met Gods Woord en dienst ons gegeven? Zijn wíj getrouw, volhardend? Misschien hebben wij zelf wel het meest te duchten! Laten we liever vurig en aanhoudend bidden tot God. Om Zijn genade. Voor de volkeren, ons volk, onszelf. Een gebed of Hij deze nood wil afwenden. Zeker. Maar vooral een gebed of Hij Zijn heil wil geven. En dat is meer dan verlossing van dit virus. Dan gaat het ook en vooral daarom dat we ons tot Hem wenden. Dat we ook als volk te midden van dit verderf vragen naar Hem. Dat we als stervelingen roepen tot Hem Die hoort. En Die juist in deze barre wereld Hem verheven heeft Die de Opstanding en het Leven is.
Ik noem nog iets. Laten we als christenen ook barmhartigheid bewijzen aan hen die lijden. Van de christenen in de tweede eeuw weten we dat ze tijdens uitbraken van besmettelijke ziekten, zoals de pest, vaak in een stad achterbleven om hulp en steun te geven aan de zieken. Met gevaar voor eigen leven. Ze zagen om naar hen die geen helper hadden. Ze wisten er immers zelf in een nog veel diepere zin van dat een Ander naar hén omgezien had. Ze leefden van Gods barmhartigheid; dat leerde hun ook barmhartig te zijn voor anderen. Heidense auteurs uit die eeuw schrijven er met verwondering en bewondering over.
Wat is het belangrijk –en dat betekent allereerst: tot eer van Zijn Naam– dat er in deze bange dagen ook in ónze woorden en daden iets blijken mag van de genade, de goedheid en de grootheid van Christus.
Reacties en vragen jouwvragen@terdege.nl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 29 april 2020
Terdege | 98 Pagina's