Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Zolang de zonde er is, zal de dood er ook zijn’

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Zolang de zonde er is, zal de dood er ook zijn’

In gesprek met prof. dr. Marc de Vries

17 minuten leestijd

Technologie biedt ons veel opties, ook in de zorg. Daardoor kunnen we meer risico’s inschatten, preventieve controles uitvoeren en leven we langer. Maar zijn er ook grenzen aan het gebruik van techniek in de zorg? En hoe kan een christen hierin staan?

Regelmatig verschijnen er in de media berichten over de grote werkdruk en het tekort aan personeel in de zorg. In hoeverre kan technologie (zoals ‘zorgrobots’) bijdragen aan een oplossing?

Marc de Vries: “De werkdruk is een van de grote redenen waarom je robots meer zou willen inzetten. Ik denk dat technologie daar een hele goede rol in kan vervullen, maar dan vooral een ondersteunende rol. Bepaalde algoritmes kunnen bijvoorbeeld snel afwijkende patronen in scans ontdekken. Dan moet er wel altijd een arts bij zijn die nagaat of de interpretatie door de AI ook echt klopt. Je kunt er nooit blind op varen; dat is altijd zo met ICT. Want de intuïtie die wij hebben, heeft de ICT niet.

In het algemeen denk ik dat samenwerking tussen mens en technologie het patroon zou moeten zijn. Dus de robot die de patiënt van bad in bed tilt en andersom is prima; dat scheelt de echte verpleegster haar rug. Maar die robot kan geen zorg en liefde geven. Die kan alleen maar mechanische dingen doen. Om zorg en liefde te kunnen geven is een mens nodig.”

In een interview in het RD uit 20141 noemde u het inzetten van knuffelrobots voor demente ouderen mensonterend. Wat bepaalt de grens tussen een nuttige inzet van robots en een inzet die geen recht doet aan de menselijke patiënt?

“Veel hangt af van de intentie waarmee je iets doet. Technologie kan goed ingezet worden om iemands hersenen te prikkelen en actief te houden, maar moet altijd een hulpmiddel blijven. Een demente bejaarde moet bijvoorbeeld ook regelmatig contact hebben met een echte verpleegster. Technologische afleiding is dan goed voor als de verpleegster er niet bij kan zijn. Dan is er dus weer die samenwerking tussen mens en technologie.”

Er zijn in de medische wereld een aantal nieuwe technieken waarbij onwillekeurig wat vragen rijzen, en je je afvraagt of de mens niet in de plaats van de Schepper treedt. Een voorbeeld daarvan is de Crispr-Cas technologie waarmee het mogelijk is ziekten te bestrijden die worden veroorzaakt door een afwijking in de genen.

“Dat is een technologie waarbij je een stukje uit de genen knipt en er een ander stukje voor in de plaats zet. Daarmee krijgt het gen nieuwe eigenschappen. Dat kan van alles zijn, dus ook dat je er iets uitknipt wat gevaarlijk is, of dat je iets toevoegt wat er normaal niet is. Ik vind dat wel een belangrijk verschil: doe je het om een mens dingen te geven die hij normaal niet heeft? Dan begeef je je op een glibberig spoor: het versterken van de mens, human enhancement. Of doe je het om een mens weer volwaardig mens te maken? We hebben allemaal defecten in onze genen die er schepselmatig gezien niet horen. De mens was bedoeld om gezond te zijn. En als je dat kunt verhelpen met een technologie denk ik dat je dat mag doen. Net zo goed als dat je iemand een aspirientje geeft: een mens hoort geen hoofdpijn te hebben. Zo is hij niet geschapen. Dat wij allerlei ziekten en kwalen hebben is het gevolg van de zondeval. Die oorzaak gaan wij niet wegnemen, maar het gevolg kunnen we temperen met technologie. En dat blijft een heel belangrijk onderscheid. Het aspirientje is eigenlijk ook een noodmaatregel. Dat had er eigenlijk niet horen te zijn, maar na de zondeval mag het er zijn omdat God ons nog onze creativiteit om zulke dingen te ontwikkelen gelaten heeft.

Je hoort bij dit onderwerp vaak: de mens neemt de plaats van de Schepper in. Dat denk ik niet. Bovendien doen we dit soort dingen de hele tijd natuurlijk al, want wij bedenken voortdurend allerlei dingen. Daar heeft de Heere ons ook voor gemaakt. Het gaat er niet om of wij in de plaats van de Schepper komen, het gaat erom dat wij in de sporen van de Schepper gaan. Dat is voor mij het verschil. Die sporen zijn de eisen die Hij stelt aan het gebruik van ons verstand en creativiteit. Een simpel voorbeeld: in de wetten van Mozes staat ergens dat als je een huis bouwt met een plat dak, je er een omheining omheen moet zetten. Want als er iemand vanaf valt en hij breekt zijn nek, dan zal zijn bloed van jou afgeëist worden. Dus wij mogen huizen bouwen met platte daken, maar we hebben daarin wel een verantwoordelijkheid. Dan gaan we in het spoor van de Schepper. Dan richten we niet zelf de schepping in zoals wij dat willen maar dan luisteren we naar Zijn stem.”

Dus die technologie die een mutatie in de genen teweegbrengt, kan binnen de grenzen van de Bijbel als dat gebruikt wordt om ziektes te bestrijden?

“Ja. Ik denk dat we dat met allerlei kweek-technieken in feite ook al doen. Dan passen we natuurlijk niet zo direct de genen aan, maar je combineert genen met elkaar; dat komt al heel dicht in de buurt. En dat kan ook met een foute bedoeling zijn, dat je dingen probeert te creëren die helemaal niet zo door God bedoeld zijn.

Het ombouwen van mannen in vrouwen of andersom is net zoiets. Dat valt er wat mij betreft buiten, want zo is het niet bedoeld. Het is niet de orde die God gemaakt heeft. Dus technisch kan dat op een gegeven moment, maar dat moet je niet willen. En voor die transitie hoef je nog niet eens in genen in te grijpen; dat is zelfs nog minder ingrijpend dan deze technologie. Maar hier moet je wel van zeggen: stop, er is een orde die God geschapen heeft, en daar moeten we ons aan houden.”

In de toekomst maken BMI’s (Brain Machine Interfaces) human enhancement mogelijk. Elektronische apparatuur wordt dan in de mens geplaatst, ter vervanging of versterking van zijn zintuiglijke mogelijkheden. Het door middel van techniek uitbreiden van de menselijke mogelijkheden is op zichzelf niet nieuw. Hoe staat u hier tegenover?

“Ik vind dat glad ijs. Het is anders als iemand bijvoorbeeld doof geboren is, en je met een doosje aan de zijkant van het hoofd het signaal rechtstreeks naar de oorzenuw toe kunt sturen. Dan geef je iemand iets wat hij bij zijn geboorte niet had, maar wat een mens eigenlijk wel hoort te hebben. Dat heb je met blinden ook: een bril met een draadje naar binnen, dat aansluit op de hersenen. Sommige mensen hebben nooit kunnen zien, maar een mens is wel met ogen geschapen, en die horen eigenlijk te kunnen zien. Dan herstel je dus iets van wat door de zonde in het ongerede geraakt is. Dat mag denk ik, zodat een mens ook weer mens kan zijn om God te kunnen dienen. Je kunt ook God dienen als je blind bent natuurlijk, maar ik denk dat je Hem nog meer kunt dienen als je weer kunt zien. En dat is met het verlengen van leven net zo.

Door de verbeterde hygiëne is de levensverwachting gigantisch gestegen. Dat is denk ik prima, maar het gaat er dan wel om hoe je dat leven invult. Bij Calvijn denk je: als hij een aantal jaar langer had geleefd had hij misschien nog wel een heel mooi commentaar op Openbaring kunnen schrijven. Hij zou het ingevuld kunnen hebben op een manier die echt tot Gods eer is. Maar als ik de dictator ook langer kan laten leven, dan gaat hij nog langer regeren. Dus er hangt veel af van de invulling die je eraan geeft. We praten heel gemakkelijk over vooruitgang, maar we praten niet over wanneer er werkelijk sprake is van vooruitgang. Is dat als we sterker, intelligenter en rijker zijn? Nee, dat hangt er vanaf wat ik ermee doe.

Dus het krijgen van meer mogelijkheden, als het binnen de scheppingsorde blijft, is op zich prima. Maar als het verkeerd gebruikt wordt niet. Je moet iemand gezond maken, maar ook diegene proberen mee te geven: besteed je gezondheid verantwoord, dien de Heere. Anders heb je aan die gezondheid niets, en zal die eenmaal tegen je getuigen.”

Ooit hadden christenen bezwaren tegen het vliegtuig en de ruimtevaart. Toch hebben beide ook positieve toepassingen, bijvoorbeeld MAF en het internet, waarmee ook afgelegen gebieden bereikt kunnen worden. Het lijkt een terugkerend patroon: een nieuwe techniek wordt bij haar introductie als te vergaand beschouwd, maar na verloop van tijd toch geaccepteerd met een verwijzing naar de voordelen ervan.

“Het risico is dat je te gemakkelijk zegt: Dit heeft God niet zo gewild. Dat een mens niet vliegt is waar, we hebben geen vleugels. Maar mensen zijn wel gemaakt om zich te verplaatsen. God heeft zelfs gezegd: verspreid je over de aarde. En daar verzette de mens zich weer tegen met de toren van Babel. Dat een mens zich verplaatst is iets wat bij hem hoort. Het zou wat anders zijn wanneer wij proberen door genetische manipulatie een mens vleugels te geven.

Als iets heel erg nieuw is ben je soms geneigd om in een modus te schieten van ‘laten we het maar niet doen’. Maar je moet goed nadenken over hoe heeft God ons nu geschapen? Dat kan je ervan weerhouden om met een mens allerlei rare dingen uit te halen die hij normaal niet kan. Maar in dit geval zeg je: waarom is het vanuit die scheppingsbedoeling gedacht verantwoord? Omdat de mens nog steeds niet zelf kan vliegen, maar zich wel kan verplaatsen. Wat betreft dat hellend vlak zou ik nog even de Amish willen noemen want ik vind hen toch ook een heel inspirerend voorbeeld. Ik denk dat zij te snel leeuwen en beren zien. Maar wat ze heel sterk doen is bij de poort selecteren. Dus niet als een bepaalde nieuwe technologie eenmaal over je heen gekomen is nog een beetje indammen, want dat is rommelen in de marge. De Amish kijken juist van te voren. De vaste telefoon leek hen bijvoorbeeld niet zo’n goed idee, want als dat ding in je huis staat en iedere keer rinkelt, verstoort dat je familieleven. Het familieleven is bij de Amish een centrale waarde. Alles wat dat verstoort is niet goed.

Toen de mobiele telefoon kwam hebben veel Amish-gemeenschappen die wel in gebruik genomen. Want die kun je uit of op stil zetten. En als je gebeld wordt terwijl je bezig bent met de familie negeer je hem en bel je later terug. Het idee dat de Amish techniekhaters zijn klopt niet. Maar ze selecteren. En ze ontwikkelen zelf ook technologie, bijvoorbeeld om onafhankelijk van het elektriciteitsnet stroom op te kunnen wekken.

De Amish proberen op een hele serieuze manier de technologie te kneden naar hun levensovertuiging. Orthodoxe Joden doen dat ook. Omdat je op de sabbat geen vuur mag maken, zijn er in Israël sabbatsliften die op iedere verdieping stoppen, zodat je geen knopje in hoeft te drukken. Dat is slim, dat is technologie die onderworpen is aan je levensovertuiging. Ik denk dat ze in hun selecteren te snel gevaren zien, maar misschien moet je wel zeggen: beter iets te voorzichtig dan naïef. Ik denk dat wij weleens te naïef zijn.”

In een column elders in deze Zicht (p. 19) schrijft Henk Jochemsen dat technische mogelijkheden, wanneer gebruikt voor verlichting van lijden en herstel, heenwijzen naar Gods toekomst en zo in dienst komen van Zijn Koninkrijk. Zijn christenen in dit opzicht te huiverig voor techniek?

“Soms wel, soms niet. Het probleem is dat we of te huiverig zijn, of te naïef. Bij de televisie zijn we denk ik terecht heel huiverig geweest. Ik denk dat we die discussie iets te snel afgesloten hebben, en daardoor niet in de gaten hadden dat het eigenlijke probleem van de televisie niet zozeer zit in wat er op het scherm staat maar in de verslavende werking. Er zijn inmiddels zoveel kanalen dat ik de hele dag christelijke programma’s kan kijken als ik dat zou willen. Sociale media vind ik een prachtig voorbeeld, want zo huiverig als we waren bij de televisie, zo naïef zijn we geweest met internet. Dat hebben we allemaal omarmd en daar menen we soms zelfs vooruit te moeten lopen op anderen. Ik vind het daarom ook wonderlijk dat de reformatorische scholen zo fanatiek geweest zijn in het introduceren van internet voor leerlingen. Dan moeten we onszelf ineens bewijzen. En dat midden, het goed nadenken zoals die Amish doen - nagaan of het past bij mijn levensovertuiging, hoef ik mijn familieleven er niet voor op te geven? - dat is de juiste houding. Die missen wij vaak.”

Ronald Meester schrijft in zijn recente boek Wetenschap als nieuwe religie2 dat wetenschap onze nieuwe religie geworden is en we daarmee de dood zo lang mogelijk kunnen uitstellen. Dit lijkt inderdaad een sterke motivatie achter technologische ontwikkelingen in de gezondheidszorg. (Hoe) kunnen christenen in een arbeidsveld werken waar dit de heersende motivatie is?

“We moeten überhaupt werken en leven in een wereld die zich steeds meer tegen Gods geboden keert. Dus anders zou je je helemaal van de wereld moeten afsluiten. Soms moet dat, denk ik, en dan is er sprake van wat de Bijbel vreemdelingschap noemt. Ik denk dat wij dat steeds meer zullen gaan ervaren, en ook zo bekeken worden. Maar ik denk wel dat je zo lang mogelijk moet proberen om erbij te blijven, want als je je eenmaal buitengesloten hebt, onttrekt datgene wat al de verkeerde kant op beweegt zich natuurlijk definitief aan elke positieve beïnvloeding. Zo lang je er bent, moet je er ook zijn om je geluid te laten horen; daar zijn we ook SGP voor.

We moeten laten zien wat de goede weg is. Als er een meerderheid is die zegt: die gaan we niet, dan zij dat zo, maar dan heb je het wel gezegd. Zolang je er bent moet je getuigen, maar ook je best doen om te laten zien hoe heilzaam het is de weg van God te gaan; dat je alleen op die manier echt het ware leven vindt. Ik hoorde onlangs een preek van Tim Keller over de plagen van Egypte. Hij betoogt dat al die plagen ermee te maken hebben dat als je God niet gehoorzaamt, heel de scheppingsorde afgebroken wordt. De ene plaag bouwt voort op de andere totdat uiteindelijk zelfs het licht uitgaat. God laat daarmee zien dat als je niet Zijn weg en orde volgt, de schepping zich tegen je keert. We pretenderen dat we het eeuwige leven kunnen maken, maar dat kunnen we nu juist niet. Dat gebeurt ook niet, want ook al kun je de dood oneindig uitstellen, dat is geen eeuwig leven maar eeuwig sterven. Alle cellen blijven namelijk afsterven; daar kun je niks aan doen. Het enige wat je kunt doen is oplappen, zodat het weer een poosje functioneert. Maar dat betekent alleen dat je het sterfproces rekt. Dat moeten we ons goed realiseren: zolang de zonde er is, zal de dood er ook zijn. Eeuwig leven is heel iets anders, volgens de Bijbel. Dat is een radicale vernieuwing waarin de dood er helemaal niet meer is.”

In 1976 verscheen een opzienbarend interview met de Duitse filosoof Martin Heidegger. Volgens hem zijn we de controle over de technologie kwijtgeraakt, en wordt ook ons denken volledig beheerst door een technischwetenschappelijke benadering van de werkelijkheid. Hij stelde toen: ‘Alleen een god kan ons nog redden’. Zijn we inderdaad de controle kwijtgeraakt en verandert de mens zelf naarmate hij meer technologie gebruikt?

“Er zitten twee dingen in. Ten eerste het idee dat je de werkelijkheid altijd maar zou moeten veranderen; dus bij iedere boom die we zien denken: hoeveel planken kan ik eruit maken? Heidegger zegt dat we dat idee er nooit meer uit krijgen. Het enige wat we nog kunnen doen - dat is zijn ethiek - is dat we die boom niet meteen omzagen. Dus dat we even halt houden en zeggen: ‘oké, goed, je zou daar inderdaad planken uit kunnen maken, maar als ik dat bij iedere boom hier doe is er straks geen boom meer over.’ Zijn ethiek is dus: hou je een beetje in. Hij bedoelde daarmee niet in eerste instantie te zeggen dat we dan ook echt controle over de werkelijkheid hebben; het is de illusie dat we dat zouden moeten proberen.

De vraag of we echt controle over de techniek hebben is een andere. En daar hebben wij uiteindelijk de controle. Want wij zijn de enigen die een beslissingsmogelijkheid heb-ben. Alles wat gebeurt, gebeurt omdat wij besloten hebben dat het zou moeten gebeuren. Technologie neemt zelf geen beslissingen. Ik ben ook helemaal niet bang dat robots de wereld over zullen nemen, want dat kunnen ze niet. Ik ben er wel bang voor dat wij zelf robots teveel bevoegdheden gaan geven, waardoor zij dingen kunnen gaan doen waarbij mensen niet meer kunnen ingrijpen. We kunnen dus wel zelf teveel macht gaan overdragen aan technologie. Maar daar zijn we zelf bij. Daarom blijven wij er altijd verantwoordelijk voor.”

Zijn er momenteel ontwikkelingen op dit gebied die u zorgen baren of die lastige vragen oproepen?

“Wat mij het meeste zorgen baart is de communicatietechnologie; hoe wij allemaal verschrikkelijk verslingerd zijn aan sociale media. En de grote invloed die het heeft; het kan mensen maken en breken. Het is ook onvoorstelbaar dat we daar nog steeds zo naïef in zijn. Ik denk dat veel meer ouders gewoon zouden moeten zeggen: niks ervan, geen mobieltje voor mijn kind. Al heeft de rest van de klas het wel. We moeten veel eerlijker tegenover onszelf zijn. We zijn maar zwakke mensen en die aan/uit-knop is moeilijk te vinden als je er gevoelig voor bent. Een ontwikkeling die nog goed is om te noemen, is de synthetische biologie. Het streven daarin is om van niet-levend materiaal levende cellen maken. Je zet met nanotechnologie DNA-strengen in elkaar en dan zou er op den duur iets uit moeten komen dat echt leeft. Ik denk dat dat niet kan, want het leven moet van God komen. Maar het zou er wel zo veel op kunnen lijken dat we het voor echt gaan houden. Dat is precies hetzelfde als met kunstmatige intelligentie; dat we dat gaan vereenzelvigen met echte intelligentie. Dat een robot op een gegeven moment zo veel op ons lijkt, dat we hem emoties en een vrije wil gaan toeschrijven. Dan wordt het gevaarlijk, want dan heb je de grens tussen wat echt is en wat kunstmatig is niet meer in de peiling. Terwijl het echte bepaalde dingen heeft die het kunstmatige niet heeft, en die juist zo waardevol zijn. Er zijn twee dingen die wij echt niet kunnen maken: echt leven en echte intelligentie. Maar we komen zo dichtbij, dat we het kunstmatige voor echt kunnen gaan houden.”

Waar moet de politiek zich volgens u op richten wanneer het gaat om de ontwikkelingen op technisch, medisch en ethisch gebied?

“Doordenking is heel belangrijk. In het algemeen denk ik dat wij steeds moeten wijzen op wat tot de goede orde hoort, die God ingesteld heeft. En daarvan laten zien dat het niet alleen voor christenen is, maar dat bijvoorbeeld het houden van de rustdag gezond is voor iedereen. Dat is een scheppingsorde die er gewoon ingebakken zit. Ook dat je zelf je geslacht kunt kiezen is een illusie. Want zo zit de werkelijkheid niet in elkaar. Je kunt misschien wel de schijn creëren, maar de werkelijkheid niet veranderen. Daar word je vroeg of laat door ingehaald. En daar moeten wij steeds op wijzen.”


Bronnen

1 https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/offset/3/zoekwoord/marc+de+vries+robot/id/tag:RD.nl,20140416:newsml_3cfdb-63354da5b2afaadd0bb36377fb2

2 (Utrecht 2022). Zie ook de recensie van dit boek in het Boekenschap (p. 94).


Curriculum vitae

Prof. dr. M.J. (Marc) de Vries (1958) is hoogleraar christelijke filosofie aan de Technische Universiteit Delft. Hij houdt zich veel bezig met het grensvlak van ethiek, filosofie en techniek. In maart 2023 stond hij op de derde plek op de kandidatenlijst van de SGP voor de Eerste Kamerverkiezingen. Daarnaast is hij bestuurslid van het Wetenschappelijk Instituut voor de SGP.

Dit artikel werd u aangeboden door: Wetenschappelijk Instituut voor de Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2023

Zicht | 100 Pagina's

‘Zolang de zonde er is, zal de dood er ook zijn’

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 2023

Zicht | 100 Pagina's