De werkvloer op & koffiedrinken
DS. J. Kommerie dient afwisselend in toga en tenue
Vier jaar lang diende u als predikant in Andelst. Hoe kijkt u terug op de jaren als gemeentepredikant. Wat vond u kostbaar en wat kostte veel?
‘Andelst was een gemeente waar ik mij helemaal op mijn plek voelde. De gemeente weerspiegelt de breedte van de Hersteld Hervormde Kerk.
Ik wens elke kandidaat Andelst toe als zijn eerste gemeente. Wat mij kostbaar was, waren de informele contacten. Ik was predikant, maar stond midden in de gemeente. Ondanks dat Andelst een streekgemeente is, was men betrokken op elkaar. Het gebied waar de meeste gemeenteleden wonen ligt net buiten de Biblebelt, in rooms-katholiek gebied. Je kunt daar anoniemer leven. Gemeenteleden hebben elkaar nodig.
Als beginnend predikant word je in het diepe gegooid. Mijn eerste kerkenraadsvergadering in Andelst opende ds. J.C. Den Ouden. Na de kennismaking vertrok hij. Toen moest dat broekje van 31 jaar leiding gaan geven aan een zestal mannen, die een stuk ouder waren. Het gemak waarmee zij mijn leiding accepteerden heeft mij altijd verwonderd.’
Nu dient u bij defensie. Wat bracht u daartoe?
‘Tijdens mijn kandidatentijd moest ik behoorlijk lang wachten op een beroep. Juist die periode heeft mij geleerd dat het predikantschap niet alleen beperkt is tot de kerk. Ik deed vrijwilligerswerk bij Gevangenenzorg Nederland. Ook daar zijn predikanten actief, als justitiepredikant.
Toen er naderhand een advertentie voor krijgsmachtpredikant in de krant stond, hield mij dat bezig. Het voelde als een beroepingsproces. Het heen en weer geslingerd worden tussen gemeente en roeping. Ik heb een brief gestuurd met het gebed of de Heere het wilde toesluiten, als dit niet de weg was. Ik ervaar daar de leiding van de Heere in. Twee mensen in mijn omgeving vormden mede een aanleiding om voor defensie te gaan werken. Allereerst mijn jongere broer Mark, die bij de geneeskundige troepen zit. Maar ook Mark Brouwer, kapitein bij de mariniers, die op dit moment in Amerika zit. Ook een gesprek met een andere krijgsmachtpredikant, ds. P. van Duijvenbode, heeft mij geholpen.’
Wat houdt uw werk in?
‘Ik houd mij met name bezig met presentiepastoraat. Dat betekent dat je aanwezig bent op de werkvloer en contact zoekt met de mensen. Waarbij je altijd met de vraag in het achterhoofd zit:
‘Is deze mens werkelijk mens zoals hij zou moeten zijn?’ Je zoekt naar het welzijn van zowel de militairen als de burgers. De gesprekken variëren van zo nu en dan een geloofsgesprek, tot problemen met de commandant, of problemen in de thuissituatie.
Ik zit bij de Koninklijke Luchtmacht. Als een vlieger op missie een bom afwerpt, dan zal hij dat zo precies mogelijk doen. Die komt terug en zegt: ‘Yes, het is gelukt’. De geestelijke verzorging is er dan voor om te vragen: ‘Wat betekent dit dan? Complimenten ten aanzien van je werk. Maar ben jij je bewust van wat er gebeurt aan de grond?’
Op luchtmachtbasis Woensdrecht volgen militairen hun AMO, de Algemene Militaire Opleiding. Wij verzorgen daar een aantal lessen. Daarbij bespreken we de ethiek van het dragen van een wapen. De spijkerbroeken, burgers die nog geen militair zijn, vinden het vak vooral stoer. Maar wat betekent het werkelijk? Wat doet dit werk met je? Ik maak deel uit van een overleg waaraan bijvoorbeeld ook een arts en bedrijfsmaatschappelijk werker deelnemen. Daar kan een commandant aangeven dat het met iemand niet lekker loopt. Dan word ik gevraagd om eens te praten. In de gemeente komt het werk op je af, bij het leger moet je zelf meer je werk zoeken. Je wordt als geestelijk verzorger relevant door relaties op te bouwen. Ik ga mee op bivak, waar een bezinningsdienst verzorgd wordt. Daarbij komt bijvoorbeeld een Psalm aan bod. Daar stel je de bredere vraag bij: Waar verwacht jij het van? Van je buddy, of wellicht hoger?’
Hoe ziet u dit werk in het perspectief van het Koninkrijk?
‘Ik geloof naar het beeld van Jesaja in een land waarin er geen oorlog meer zal zijn. Totdat dit werkelijkheid wordt, staan wij als mensen, met beide benen in de modder van deze wereld. Als christen vind ik het van belang om juist daar te zijn. Mij raakten lezingen van Dietrich Bonhoeffer over de kerk. Hij stelde dat de kerk daar moet zijn, waar het erom spant. De Deutsche Kirche trok zich destijds terug in een weldadige warme kamer, waar men zich veilig waande. Dat trekje zie ik ook in kerkelijk reformatorisch Nederland. De Heere Jezus roept ons op in de Bergrede om een lichtend licht en een zoutend zout te zijn. Daarbij leg ik nadruk op de passiviteit die daarin zit. Je bent zout en licht. Zo wil ik met beide benen in de wereld van defensie staan.’
Wat kunt u betekenen voor HHK-jongeren die kiezen voor defensie?
‘Voor HHK-jongeren kan ik de brugfunctie vervullen tussen kerk en defensie. Er is heel veel eigen taal binnen de krijgsmacht, die thuis niet begrepen wordt. Ik moedig jongeren aan om contact te zoeken. Ik ben altijd bereid om een kop koffie te drinken en het gesprek aan te gaan.’
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 januari 2021
Zicht op de kerk | 32 Pagina's