Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine Kroniek

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Chr. Geref. Kerken en de oecumene

In „Kontekstueel" (Tijdschrift voor Gereformeerd Belijden nü) van december j.1. schrijft drs. H. de Leede in de Kroniek ondermeer over het besluit dat de Christelijke Gereformeerde Kerken in 1989 hebben genomen om zich terug te trekken uit de GOR (Gereformeerde Oecumenische Raad). De reden om tot dit nogal ingrijpende besluit te komen is gelegen in de ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland (synodaal). Deze kerken zijn lid van de GOR. Voor de Christelijke Geref. Kerken was het niet langer mogelijk om samen met de Geref. Kerken in één oecumenisch lichaam te blijven. Daardoor zou een éénheid gesuggereerd worden die er in werkelijkheid niet is. De Chr. Geref. Kerken zagen het als een kwestie van eerlijkheid om na lang geduld deze pijnlijke stap te doen. We luisteren nu naar het commentaar van ds. De Leede.

„Wanneer we iets willen schrijven naar aanleiding van een besluit van een kerk waar we zelf niet toe behoren, dan past ons bescheidenheid en terughoudendheid. We zijn niet bij het proces van besluitvorming aanwezig geweest en vaak kunnen wij de vreugde of de pijn van mensen in een andere kerk niet op de juiste wijze peilen. Deze dingen liggen teer. Ongetwijfeld zal de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken dit besluit met gevoelens van pijn genomen hebben. Toch was het zo voorspelbaar en daarom maakt het zo triest. Opnieuw is een kloof verdiept, ook tot verdriet van menig lid van de Gereformeerde Kerken, naar wij stellig aan mogen nemen.

Maar - en ik baseer mij op de berichten in Trouw d.d. 11 oktober en in het Reformatorisch Dagblad - enkele dingen vielen mij op en stemden mij tot nadenken, ook met het oog op de toekomst. Want niet alleen de Christelijke Gereformeerden, ook zij die gereformeerd in de Nederlandse Hervormde kerk willen zijn, staan voor de vraag wat nu eigenlijk een gereformeerde visie op oecumene is.

Ten eerste werd het besluit unaniem genomen. Dat verraste mij van een kerk die in het verleden nogal divers was.

In de tweede plaats viel mij op dat de zeer grote aversie ten aanzien van de Gereformeerde Kerken (syn.) in Nederland kennelijk zwaarder heeft gewogen dan de bank met al die andere kerken. En dan denk ik met name aan de blanke en zwarte medechristenen en zusterkerken van gereformeerde oorsprong in Zuid-Afrika in hun benauwenis, hun strijd, hun hoop, hun goede en kwade besluiten.

„Wordt het nu niet wat stil rond de Christelijke Gereformeerde Kerken", zo vroeg een synodelid zich nog wel af. En hij legde het besluit van de deputaten voor de correspondentie met buitenlandse kerken om toenadering te zoeken tot kerken in Japan en op Sri Lanka, uit „als een poging het vacuüm op te vullen". Ir. J. van der Graaf gaat verder in zijn bewogen artikel, een week later in de Waarheidsvriend, wanneer hij deze poging „geknutsel in de marge" noemt.

Weer bepaalt ons dit alles bij de vraag wat „oecumene" nu eigenlijk is? Hebben wij daar nog (gereformeerd) zicht op? De bedoelde kerken in Japan en Sri Lanka verdienen natuurlijk contact met de Christelijke Gereformeerde Kerken, maar is dat gereformeerde oecumene? Elke kerk van gereformeerde belijdenis zal ergens ter wereld of misschien wel in elk land een groep of een kerk kunnen vinden van ongeveer of zelfs precies dezelfde (interpretatie van) belijdenis. Maar is dat oecumene? Zit daar niet het kernpunt? Of groepsvorming van geestverwanten, of je als „gereformeerde" kerk, met een rijke schat aan wijsheid - de Schrift en de Belijdenis - in geloof, risicovol géven, wereldwijd in de ontmoeting met wie de Geest op de gegeven tijd op je weg plaatst. Mijn indruk is dat de stemming op het apostelconvent van Handelingen 15 óm moest, van Godswege, van het eerste naar het tweede. Van een binnenjoodse groep naar de kerk, de wereldkerk. Van een voorgegeven risicoloze geestverwantschap, naar een risico-en beloftevolle eenheid door de Geest.

Oecumene en orthodoxie

Een derde punt uit het verslag, waar ik op stuitte, was het punt dat de synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken besloten heeft een ander lid van de G.O.R., nl. de Christian Reformed Church of North America, „grondig aan te spreken op het feit dat vrouwen in het ambt van ouderling zijn toegelaten". (De formulering heb ik uit Trouw). Hier rijst de vraag naar de verbinding van oecume-

ne en orthodoxie. Trouwens: wat is in dit verband orthodoxie? Wordt het punt „vrouw in het ambt" of beter „geen vrouw in het ambt" in toenemende mate een status confessionis of het articulus stantis et cadentis ecclesiae: het artikel waarmee de kerk staat en valt?

Met zorg kun je je afvragen - en deze vragen gaan uiteraard mutatis mutandis ieder aan, ook de gereformeerde belijders in de Hervormde Kerk - waar het einde is van zo'n ontwikkeling? Kan er dan wel sprake zijn van kerkelijke samenspreking bij verschil in liturgie (het vrije lied), of bij verschil in wijze van avondmaalsviering (lopend, zittend, met deelname van 14-18 jarigen in het kader van hun catechese)?

De, blijkens Trouw d.d. 12 oktober, muurvast gelopen besprekingen tussen de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Nederlands Gereformeerde Kerken stemmen niet tot vreugde.

Weer dringen zich de vragen op naar oecumene en orthodoxie. De vraag naar de „rechte lofprijzing" samen met alle heiligen. We belijden toch te geloven in één heilige algemeen of katholieke kerk? En heeft Van Ruler, meen ik, niet van de gereformeerde belijdenis gezegd dat deze de meest katholieke is? Hij had het in elk geval kunnen zeggen".

Juiste beoordeling?

Het is interessant kennis te nemen van deze beoordeling door ds. De Leede. Mijns inziens peilt hij echter de diepe achtergrond van het christelijk-gereformeerde besluit allerminst. Het in onjuist om de kwestie van „de vrouw in het ambt" zo ongeveer gelijk te stellen met liturgische vormen, zoals lopend of zittend avondmaal vieren. Bij „de vrouw in het ambt" is toch zeker regelrecht het gezag van de Schrift in het geding?

Eenheid moet wereldwijd gezocht worden, maar dan wel op de basis van een ootmoedig buigen voor het gezag van de Schriften. Dat deze basis in de GOR is weggevallen, is zonneklaar. Prof. dr. W. H. Velema heeft dit nog eens helder aangetoond in zijn brochure De breuk in de Gereformeerde Oecumenische Synode (uitg. Buij ten en Schipperheijn - Amsterdam - 1989).

Oecumene is inderdaad méér dan groepsvorming van geestverwanten. Het gaat in de oecumene om wereldwijde éénheid op basis van onvoorwaardelijke aanvaarding van het gezaghebbende Woord Gods. Het is aangrijpend dat er van deze eenheid zo weinig zichtbaar wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kleine Kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's