Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geloof en overleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geloof en overleven

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Wat zijn de geloofsvragen achter de overlevingsvragen?'. Dat vroeg ds. P. van der Kraan (Bleskensgraaf) recent op de vergadering van de hervormde synode toen het conciliair proces aan de orde was, onder andere vanwege de wereldwijde consultatie, die in Seoul is gehouden over 'vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping'. Een terèchte vraag. Want evenals zo veel themata in de achterliggende jaren wordt ook deze thematiek weer geheel getrokken in de sfeer van politieke en maatschappelijke overwegingen, analyses, uitspraken en positiekeuzen. Het geloof van de kerk der eeuwen straalt zo bitter weinig meer uit en door. Nog steeds is volop actueel wat Het Getuigenis in 1971 stelde, namelijk dat allerlei theologische visies van vandaag een volledige breuk met het geloof van de kerk der eeuwen betekenen. Het gaat dan om een leefbare wereld of geen wereld. Het gaat niet meer om de allesbeslissende vraag van geloof of ongeloof, van eeuwig wel of wee. De eeuwigheid is eruit weg en alles wat de Schrift over de eeuwigheid zegt is getrokken binnen de horizon van deze tijd en deze wereld.

Dezer dagen werd voor de radio geïnterviewd ds. Bé Ruys, die jarenlang op kosten van de kerken marxistische hand- en spandiensten verleende aan de regimes in het Oostblok. Ze kwam te spreken over de kerken in Berlijn, fraaie gebouwen waar de jongeren bijvoorbeeld graag hun discoavonden zouden houden. Zo moesten inderdaad die kerkgebouwen worden benut. Christen zijn bestond zo ongeveer bij de gratie van de dialoog met het marxisme. Intussen werd één en andermaal smalend gesproken over hen, die 'tussen tien en elf uur ook nog iets hebben' in de kerkgebouwen. Zo werden de verkondiging en het samenkomen van de gemeente afgedaan. Het zal wel een extreem voorbeeld zijn, maar bij hoevelen in de kerk, met name in de wereldoecumene, is de boodschap van verzoening en verlossing en bekering in de zondagse verkondiging niet vervangen door een ideologie van bevrijding en aardsgerichte gerechtigheid? Op de dag, waarop ik dit schrijf, berichtten de kranten dat de Wereldraad van Kerken het toch nog maar even op het marxisme houdt, ondanks de felle kritiek, die haar ten deel viel na de omwentelingen in het Oostblok. Met zoveel woorden werd gezegd dat het socialisme toch wel de goede weg is naar gerechtigheid in de wereld. Ik herhaal wat ik eerder schreef, namelijk dat in veel theologische concepties vandaag gerechtigheid geworden is tot een politieke, met name socialistische categorie. Welnu, dan zijn de geloofsvragen achterhaald. De Borggerechtigheid van Christus is dan niet meer de bron van verlossing en bevrijding. De 'vreemde' gerechtigheid van Christus is vervangen door een ideologisch hier-en-nu-bepaald gerechtigheidsbegrip. Wat Jezus zei tegen Martha, namelijk dat, bij alle verontrusting over vele dingen in het leven, één ding nodig is, is niet meer aan de orde. Dat is nog slechts bestemd voor diegenen, 'die 's zondags tussen tien en elf uur ook nog wat hebben'.

En toch...
Toch werden in de vraag van ds. Van der Kraan de geloofsvragen niet uitgespeeld tégen de overlevingsvragen. Wat zijn de geloofsvragen áchter de overlevingsvragen? Overlevingsvragen op zich zijn immers geen vragen van de tweede orde? Het geloof heeft ook een Sitz im Leben, staat niet buiten het leven van alledag maar richt en stuurt dat leven. Geloofsvragen hebben ook alles te maken met concrete levensvragen. Hoezeer ook het geloof een hoogst persoonlijke zaak is en gekenmerkt wordt door uitzicht over de grenzen van de tijd en dit aardse bestaan heen, het christelijk geloof staat altijd in een context van concrete aanvechting, concrete hoop en concrete uitdaging vanwege de wereld om ons heen. Als de satan voor God staat, op de dag dat zich de kinderen Gods voor de Heere stellen, vraagt de Heere of hij ook acht heeft geslagen op Zijn knecht Job: een man, oprecht en vroom, godvrezend en wijkend van het kwaad. De satan zegt dan zoveel als, dat Job wel een geplaagd mens is maar het kwaad raakte nog niet aan zijn leven. Hij spreekt dan een woord, dat aansluit bij een diepe realiteit van het menselijke leven. 'Huid voor huid, en al wat iemand heeft zal hij geven voor zijn leven'. Tast Job maar eens in zijn 'gebeente en zijn vlees' aan, zo tart de satan God. Met andere woorden, we zullen eens zien hoe het dan met de vroomheid en oprechtheid van Job is. Hoe zal zijn geloof dan functioneren? Wat de beproefdheid van het geloof betreft maakt het verschil of er sprake is van gezondheid of van ziekte, van voorspoed of tegenspoed, van arbeid of werkloosheid, van vredestijd of oorlogstijd. Als een mens van de ene dag op de andere het bericht krijgt ongeneeslijk ziek te zijn wentelt de wereld een slag om haar as en wordt het geloof in de diepte beproefd en gelouterd. Als er de grimmige kaken van de oorlog zijn leeft het geloof dichter bij de eeuwigheid dan in tijd van vrede.
Een mens hècht aan het leven en in dat leven spelen de vragen van het geloof, die ook alles te maken hebben met het vertrouwen in — door het nochtans heen — en het houvast aan de Schepper en Onderhouder van ons leven. Op het moment, dat het leven bedreigd wordt, komen de vragen aangaande Gods leidingen in het leven wel heel bizonder de profundis, uit de diepten op ons af. Juist dan ook blijkt — zo leert de geloofspraktijk—dat geloof niet een louter verstandelijke aangelegenheid is maar een existentieel, een bevindelijk gebeuren, dat het hele bestaan van de mens raakt. Als alle menselijke gronden worden weggeslagen houdt het geloof de enige vaste grond over. Maar zo speelt het tijdsbeeld toch óók een rol als het gaat om geloof en (over)leven.


Bezien we zo ons tijdsbeeld, dan moeten we ons afvragen of het lage tij van het christelijk geloof niet ook alles te maken heeft met de situatie, waarin we ons bevinden. De welvaart kende geen grenzen. De bomen groeiden hier en nu al tot in de hemel en derhalve raakte de hemel om zo te zeggen op de achtergrond. De neergang van het kerkelijke en geestelijke leven staat toch niet los van het materialisme, dat zijn duizenden heeft verslagen? Daartegenover staat, dat in landen elders in de wereld de kerk een stormachtige groei doormaakt. Te denken valt aan Zuid-Korea. Onmiskenbaar speelt de 'Sitz im Leben' een geducht woordje mee als het gaat om opgang of neergang van het christelijk geloof

Overleven
Zo mag inderdaad ook de vraag worden gesteld wat de geloofsvragen achter de overlevingsvragen vandaag zijn. Onmiskenbaar is de thematiek van het conciliair proces een zwaarwichtige. In een wereld, die kreunt onder onvrede en onrecht en waarin de schepping het zwaar te verduren heeft, dringen zich eigentijdse, urgente en benauwende vragen op.
Waarom lijdt een deel van de mensheid honger, terwijl anderen baden in weelde? Waarom worden miljoenen kinderen geboren om snel daarna te sterven?
Wat is de toekomst van deze wereld, waarin we alle mogelijkheden voor totale vernietiging hebben aangewend en uitgebuit?
Hoe zal het zijn met de leefbaarheid van de aarde, gezien het grote sterven, dat gaande is in de natuur om ons heen?
Wordt onze westerse wereld niet één grote betonmassa, met één groot asfaltcomplex, waarop we ons verplaatsen in onze stalen karossen, ver van wat natuur mag heten? Is het bestaan, het moderne bestaan niet uitermate bedreigend voor ons en ons nageslacht?
Toegegeven, elke generatie heeft zorg gekend om het volgende geslacht. Maar in onze tijd is er alle reden om in grote ernst te vragen in welke wereld onze kinderen opgroeien. In deze tijd van stormachtige ontwikkeling van de informatica vermenigvuldigt zich wetenschappelijke kennis en technisch kunnen uitermate snel. We treden meer en meer het robottijdperk binnen. Wat is de waarde nog van het individu in de massaliteit van het mensenbestaan vandaag? Allemaal vragen, die zich niet laten wegdringen, wanneer wij vandaag bewust leven.

Van drieën één
Wat zijn de geloofsvragen nu achter de levensvragen? Waar diè vraag niet meer wordt gesteld, wordt de mens puur op zichzelf teruggeworpen. Hij moet streven náár en ijveren vóór een betere wereld. De eis tot wereldverbetering wordt een loodzware last, een wettisch juk, waaronder een mens wel móét bewijken. Dè rust zal dan nooit worden gevonden. Altijd weer wordt de mens dan opgezweept naar nieuwe acties voor vernieuwing en verbetering van de wereld. Terwijl, als puntje bij paaltje komt, alles bij het oude blijft. 'Repos ailleurs', de rust blijkt elders te zijn. De desillusie is het enige dat rest. Arm-zalig, wanneer de kerk deze houding voedt.
Een andere houding is een volstrekte scheiding van zondag en maandag. Op de zondag is er een tijdloos verkeren onder de prediking. En 's maandags storten we ons in het moderne leven, zonder dat dat nog raakvlakken heeft met het geloof, dat op zondag beleden wordt. In feite betekent dat, dat ook dan de secularisatie het christelijke leven in de greep heeft.


Maar het leven met God — en dat is de derde houding —, de verborgen omgang met de Heere kent het zuchten met de ganse creatuur. Ik zal nooit vergeten hoe in de bespreking, na een lezing over het rentmeesterschap, in verband met ons omgaan met de schepping, iemand uit de praktijk van het leven van de moderne agrariër, zeer bevindelijk sprak over zijn deel hebben aan de schuld ten aanzien van de omgang met de dieren, die aan onze hoede zijn toevertrouwd, en aan de beschadiging van de natuur, die zulke groteske vormen heeft aangenomen. Zal juist het christelijke leven niet gekenmerkt zijn door het meezuchten met de zuchtende schepping, omdat het Gods schepping is, en door de belijdenis van schuld ten aanzien van allerlei vormen van onrecht onder de mensen en ten aanzien van het onverantwoord beheer van het geschapene? Dit alles namelijk tegen de achtergrond van het besef van de ontwrichtende werking van de zonde in alle verbanden van het leven en van het feit, dat de aarde vanwége de zonde doornen en distels voortbrengt! Op die wijze zal het rentmeesterschap te meer klem krijgen, omdat het opkomt uit het geloof in de Schepper en Onderhouder van alle dingen en vanuit het geloof dat uiteindelijk, vanwege het Kruis van Christus, deze schepping toch ligt onder de belofte van de vernieuwing: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waarop gerechtigheid woont. Maar dan wel door de komst ten gerichte van de Zoon des mensen heen.

Overleven
Het christelijk geloof gelóóft te zullen overleven. Daarvoor staat Christus Borg. En ook vandaag weten we het bestuur van deze wereld — hoe ondoorgrondelijk soms ook — in Gods Hand, die de geschiedenis stuwt naar de voleinding. Want Christus is Heere. Zijn Kruis is het centrum van de geschiedenis. Van daaruit wordt de geschiedenis geschreven. Dat geloof is het, dat de wereld overwint, hoe het tijdsbeeld of de tijdsomstandigheden ook zijn.
'Alhoewel de vijgeboom niet bloeien zal, en geen vrucht aan de wijnstok zijn zal, dat het werk van de olijfboom liegen zal en de velden geen spijs voortbrengen, dat men de kudde uit de kooi afscheuren zal en dat er geen rund in de stallingen wezen zal, zo zal ik nochtans in de Heere van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in de God mijns heils', zegt de profeet Habakuk. Dat is het 'nòchtans' van het geloof dwars door alle moeiten van het leven, de onvruchtbaarheid van het bestaan, de verdorring van de aarde rondom ons, heen. Die God maakt mijn voeten als der hinden, voegt Habakuk eraan toe. Hij doet mij treden op mijn hoogten. Psalmen in de nacht, in de nacht van het persoonlijk leven en van deze wereld. Verheugenis in de God van mijn heil door alle zuchten om de geschonden creatuur heen.

Zullen we overleven? Het is geen vraag of het geloof zal overleven. Het geloof overleeft tot in de eeuwigheid. De vraag is echter wel of de kerk als draagster van het geloof en hoedster van de hoop zal overleven. Dat mag een grote zorg zijn. Want als het Woord Gods — in haar verkondiging ook — schaars wordt in een land, een werelddeel of in de wereld, dan zal het geloof en daarmee de vreugde in God, in 'de God mijns heils', niet meer worden gekend. Dan zal ook het besef van het rentmeesterschap voor Gods Aangezicht — zo lang Christus vertoeft te komen — verbleken. Dan wordt de Godsverduistering compleet. Dan is er geen woord meer voor de wereld, dat echt uitzicht opent. Dan kunnen we als kerk nog wel nota's opstellen over 'Gemeente zijn in een mondiale samenleving', maar de echte hoop is weg. De overlevingsvragen worden niet meer gevolgd door geloofsbelijdenis. Overblijft de kramp van wettisch activisme.
Daar, waar de gemeente samen is rondom het Woord, daar waar de Geest zich paart aan de verkondiging van dat Woord, worden we uitgeheven boven het grauwe van het alledaagse bestaan, om zo te meer met geloof in de werkelijkheid van vandaag te kunnen staan. Dan krijgen vragen van vrede, gerechtigheid en heelheid van de schepping nieuwe glans. Vanuit Christus, de schuldovernemende Borg. Een mens, een gemeente die daaruit leeft, 'heeft' niet alleen iets in de kerk 'tussen tien en elf op zondag (ook dat is overigens maar een armetierige portie zondag) maar hééft iets in de hele week. Want het geloof wortelt ook in het leven. Het roept als vanzelf de levensheiliging wakker.
De netten zullen aan de andere zijde moeten worden uitgegooid dan daar waar ze leeg worden opgehaald vanuit een denken, waarin ten diepste het geloof ontbreekt. Wellicht zou een kleine kudde van Godvrezenden ook vandaag nog de kurk zijn, waarop de wereld drijft. Die zuchtend bidden: 'och dat Gij de hemelen scheurdet en nederkwaamt'. Want er is Hoop. Als er geloof is, is er hoop op overleving. Maar dat gaat wel door de weg van bekering en levensvernieuwing heen.

Dit artikel werd u aangeboden door: de Gereformeerde Bond

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Geloof en overleven

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 maart 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's