„Ik voel me geen belangrijke schrijfster”
Met het schrijven van boeken is ze gestopt. Er liggen er nog vijf bij de uitgever. Rina Hoogerwerf-Holleman (90) maakt nu gedichten. Recent, vlak voor haar negentigste verjaardag, werd ze geridderd. ”Ik kan dat nog niet klein krijgen. Maar bovenal moet ik de Heere danken. ‘s Nachts lig ik dan weleens te zingen.”
De tafel langs de wand in de woonkamer van haar appartement in het centrum van Driebergen ligt vol met boeken. Ongeveer zestig in getal. Uitgestald voor de fotograaf. Op de lage tafel ligt in een fraai doosje de koninklijke onderscheiding. Met daarnaast een dik album, gemaakt na het verkrijgen van het ereteken dat behoort bij het ridderschap in de Orde van Oranje-Nassau. Mevrouw Hoogerwerf heeft alle foto’s, kaarten en knipsels over de gebeurtenis keurig geordend en ingeplakt.
Op verschillende plekken staan poppen in klederdracht, op enkele stoelen liggen fraai bewerkte kussens en aan de muur hangen ingelijste borduurwerken. „Ik mocht tussen de bedrijven door graag borduren. Dat was echt een hobby van me.”
Meer nog ging haar aandacht de afgelopen decennia uit naar het schrijven van boeken. „Het vulde de grote leegte op die ontstond nadat mijn man stierf.” Hij overleed op 58-jarige leeftijd, nog geen twee jaar nadat hij zijn vrouw stimuleerde om haar herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog aan het papier toe te vertrouwen en vervolgens een uitgever ter hand te stellen.
HUISHOUDSCHOOL
”Oorlogsherinneringen” verscheen in 1982. Het boek vond gretig aftrek en de verschillende herdrukken volgden elkaar op. Het was het begin van haar carrière als schrijfster. Rina Hoogerwerf is de eerste om dat te relativeren. „Ik had grote aarzelingen en heb me nooit een belangrijke schrijfster gevoeld. Tijdens de oorlog was er geen mogelijkheid om fatsoenlijk de school af te maken, zodat ik maar twee jaar huishoudschool heb gehad. Op dat niveau ben ik blijven steken. En van daaruit schreef ik mijn boeken. Vandaar dat ze zo begrijpelijk waren.”
Ze groeide op in Rotterdam-Charlois, aan de Schulpweg. „Eigenlijk ben ik in Rhoon geboren, maar mijn ouders verhuisden al na korte tijd naar Rotterdam-Zuid. De Gouwstraat vormde voor ons het centrum. We gaan naar het dorp, zeiden we.” Het bombardement van de Maasstad, in mei 1940, maakte veel indruk.
„Als ik verhaalde over die tijd en over de Hongerwinter, die ik in Rijssen doorbracht, luisterden mijn kinderen aandachtig. Vooral de jongste, een nakomertje, kon er niet genoeg van krijgen. Tot ik het een beetje zat was. Ik was als vrijwilliger actief met het inlezen van bandjes voor blinden, zodat ik het plan opvatte om mijn herinneringen ook op een bandje te zetten. Dan kon onze zoon dat draaien wanneer hij wilde. Maar dan moet je eerst alles op papier zetten. Toen mijn man het verhaal las, spoorde hij me aan om een uitgever te benaderen. Zo is het begonnen. Het lag drie maanden later in de winkel, beleefde vier herdrukken en is onlangs opnieuw uitgegeven.”
REIZEN
Sinds 1963 woont ze in Driebergen. Daar nam ze na het sterven van haar man bijna iedere dag wel plaats achter de typemachine, later gevolgd door de computer. „Het typen heb ik mezelf aangeleerd. Een diaken van de kerk spoorde me aan om over te stappen op de computer. Ik wilde die niet, totdat een van mijn kinderen ermee kwam. Ik was altijd druk met Tipp-Ex en ik moet bekennen dat het werken op de computer een hele vooruitgang was. De laatste jaren werk ik met een laptop. De pc is verder handig voor e-mail en contact met de kinderen en kleinkinderen.” Rina Hoogerwerf bouwde haar verhalen steeds op rondom historische gebeurtenissen. Ze schreef over het gezelschapsleven, voorvallen in Rotterdam en Rijssen en andere plaatsen in het land. Ze schreef boeken die zich afspelen in onder meer Roemenië en Israël. Dat laatste land bezocht ze tweemaal. „Ik ben niet op alle plaatsen en in alle landen geweest waarover ik schreef. Ik gebruikte meestal andere namen. Ik las er wel veel over en zorgde ervoor dat het weer op een bepaalde dag in overeenstemming was met de werkelijkheid. Net zoals de grondsoorten, de omgeving en de lokale situatie. Alles moest kloppen.”
UITGEPUT
Doel van haar boeken was om de verhalen van weleer in een leesbare vorm te gieten. „Geschreven voor hen die de bevindelijke waarheid liefhebben. Maar wel op een voor de jeugd aantrekkelijk wijze. Je kunt hun wel bekeringsgeschiedenissen in de hand stoppen, maar die leggen ze na korte tijd weer terzijde.”
Het ene verhaal volgde het andere op. „Ik kreeg veel reacties, kaartjes en brieven. Dan werd ik uitgenodigd om ergens een lezing te geven. Het bood me de mogelijkheid om te logeren bij kennissen in bijvoorbeeld Friesland of Zeeland. Daar hoorde ik weer andere verhalen, die stof voor een volgend boek gaven.” Het kostte haar veel energie. „Na een boek was ik echt uitgeput.”
In totaal verschenen er zestig boeken van haar hand. Enkele jaren geleden besloot ze er een punt achter te zetten, omdat het schrijven bij het klimmen van de jaren te veel energie kostte. „Bovendien had ik niet zo veel onderwerpen meer. Maar dat gaf me opnieuw een leegte, zodat ik begonnen ben met het maken van gedichten.”
Ze worden geplaatst in Focus, het jeugdblad van de gereformeerde gemeente van Zeist, de kerk waarbij ze is aangesloten. „Ik heb inmiddels een veertigtal gedichten gemaakt. Ik dacht eerst dat ik het niet kon, maar hoe vaker je ermee bezig bent, hoe gemakkelijker het gaat. Ik begin in klad, wel twee tot drie keer. Op de computer corrigeer ik opnieuw meerdere malen.”
VRUCHT
Een deel van de gedichten wordt aan de uitgever gestuurd. Misschien dat er ooit nog eens een bundeltje wordt gepubliceerd. „Al is het maar een geschenkboekje. Maar ik besef dat de markt voor gedichtenbundels een heel moeilijke is. Uitgeverij De Ramshoorn publiceerde in 2016 enkele tientallen gedichten in ”Al ‘t schepsel moet Hem prijzen. Dieren uit de Bijbel”.” Haar boeken worden nog steeds verkocht. „Er wachten er nog vijf op een uitgave.”
De laatste jaren nemen haar krachten af. „Ik woon nog wel alleen, maar heb veel hulp nodig. Ik kan sinds enige tijd niet meer naar de kerk. Dat vind ik echt heel erg.” Aan de andere kant is ze gezien haar leeftijd bevoorrecht, beseft ze. „Ik kan nog met de scootmobiel een boodschapje doen.”
Ze ziet het schrijven als een gave. „Ik heb die echt gekregen, maar door de drukte in het gezin kwam het er vroeger niet van. Na de oorlog heb ik veel brieven geschreven en op school vond ik het maken van opstellen al heerlijk.” Ze was blij verrast toen een van de kleinkinderen op 10-jarige leeftijd een eigen boekje maakte. „Ik kijk er echt naar uit dat ze een gevoel voor schrijven ontwikkelt.”
Ze hoopt vurig dat de boodschap in haar boeken om de Heere te dienen, vrucht mag dragen. „In alles wat ik heb ontvangen, mag ik niet vergeten om Hem te danken voor wat Hij gaf. ‘s Nachts kan ik daar wakker van liggen. Dan mag ik weleens zingen. Want wie ben ik dat God aan me denkt?”.
Rina Hoogerwerf-Holleman
Rina Hoogerwerf-Holleman (90) werd geboren in Rhoon. Ze groeide op in Rotterdam-Charlois, waar ze in 1940 ook het bombardement op de Maasstad meemaakt. In 1963 vestigde ze zich met haar man in Driebergen. Ze kregen zes kinderen, van wie de oudste is overleden. Haar man stierf in 1984. Hoogerwerf-Holleman heeft 25 kleinkinderen en 24 achterkleinkinderen. Ze schreef circa zestig boeken en is nog steeds actief met het maken van gedichten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 13 juni 2018
Terdege | 196 Pagina's