Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ds. J. van Belzen (53)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ds. J. van Belzen (53)

In memoriam

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt" (Joh. 17:24a), sprak Christus tot Zijn Vader in het Hogepriesterlijk gebed. Zij zijn toch Zijn met bloed gekochte bruid! De tijd -wanneer de bruid bij Hem mag zijn- is voor ons niet bekend. God alleen weet dit moment.

Wij werden opgeschrikt door het plotselinge sterven van een geliefde vriend en medebroeder in de bediening. Zijn tijd op aarde is voorbij, afgelost van zijn post en strijd. Bij Gods volk had hij een grote plaats en ook bij allen die de Schriftuurlijk-bevindelijke waarheid van harte liefhebben. Veel zullen wij en de gemeenten in hem missen. Het volk van God hoorde hem graag, zowel in het twee- als tienstammenrijk. Overal in de gemeenten heeft hij de gangen en wegen in het leven der genade van Gods kinderen mogen verklaren.
Het was zijn hoogste lust en de begeerte van zijn hart om Hem te verheffen als het hoogste goed. Maar voor hem is er op aarde een einde gekomen aan het vele preken, dat hij heeft mogen doen.
Ds. Van Belzen was geboren en getogen in Vlissingen. In zijn jonge leven had hij al vroeg indrukken van dood en eeuwigheid.
Hij had een groot ontzag voor Gods volk. Al jong las hij thuis preken van Gods knechten. De doordeweekse avonden bracht hij het liefst door in Gods huis. Door de Heilige Geest leerde hij zich kennen als een rijke jongeling en schonk de Heere hem armmakende genade. Deze genade leerde hem roepen: “Is er enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen?” (Zondag 5, H.C.). Groot was het wonder bij God vandaan: de ontsluiting in Christus buiten zichzelf. Dan kon je hem in zijn tranen wassen. O, alles in Die Ander, hoe dierbaar en gepast! Kort daarop mocht hij de gang maken naar de heilige dis des Verbonds. Nee, de avondmaalsgang was geen vanzelfsprekende zaak. Hoe zag hij uit naar de trekkingen des Heeren.
Op jonge leeftijd had hij al een betrekking op de dienst des Heeren. Ook meerderen van Gods kinderen geloofden dat hij later predikant zou worden. In de eerste jaren van zijn huwelijk gaf de Heere hem ook een aanwijzing dat hij eens in Gods kerk zou mogen dienen. De zaak zelf bleef lange tijd bedekt, al werd het op momenten weleens levendig. Een leven van op en neer volgde. Zo onmogelijk van zijn zijde, totdat de Heere in dit ambt dóórtrok. Hij werd geroepen met de woorden uit Psalm 105, vers 1: “Roept Zijn Naam aan, maakt Zijn daden bekend onder de volken”. Wat voelde hij zijn zwakheid, opstand en krachteloosheid. Maar de Heere wees hem op Zijn kracht, die in zwakheid wordt volbracht. Hij kreeg krediet op Gods trouw. Toen kon hij er niet meer onderuit en meldde zich bij de kerkenraad. In 2002 werd hij toegelaten tot de opleiding aan de Theologische School en in 2006 werd hij kandidaat gesteld. Drie gemeenten heeft onze vriend en broeder mogen dienen. En in zijn laatste gemeente van Oosterland heeft de Heere hem de tijd laten verwisselen met de eeuwigheid. Zijn strijd is ten einde. “Want onze zeer lichte verdrukking, die zeer haast voorbijgaat, werkt ons een gans zeer uitnemend eeuwig gewicht der heerlijkheid”.
De Heere geve zijn vrouw, kinderen en kleinkind een leven aan de troon der genade, om alleen alles daarvan te verwachten voor de tijd, maar kon het zijn ook voor de grote eeuwigheid.
En naar we mogen geloven, is het voor hem eeuwig waar geworden, dwars door al de tekorten en onmogelijkheden van zijn kant, maar geschonken uit genade, om niet: Om nu eindeloos, storeloos en zondeloos Hem volmaakt groot te mogen maken. De Vader in Zijn verkiezing, de Zoon in de verlossing en de Heilige Geest in de toepassing. Een roem in onverdiende zaligheden!

Gij maakt eerlang mij‘t levenspad bekend,
Waarvan, in druk, ‘t vooruitzicht mij verheugde;
Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend,
Schenkt mij in ‘t kort verzadiging van vreugde;
De lieflijkheên van ‘t zalig hemelleven
Zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven.

(Psalm 16:6, berijmd)

ds. C. van Krimpen,
Yerseke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2017

De Saambinder | 24 Pagina's

ds. J. van Belzen (53)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 september 2017

De Saambinder | 24 Pagina's