Het Evangelie zonder kleine lettertjes

In zijn lezing stelt Van den Brink dat ’téveel dominees’ kleine lettertjes toevoegen aan het Evangelie. Zij doen dit door te stellen dat het Evangelie voor bepaalde mensen is: bijvoorbeeld alleen de uitverkorenen, alleen zij voor wie Christus gestorven is, alleen zij in wie Gods Geest werkt, alleen wedergeborenen, etc. Zij mogen geloven. Voor de anderen dient het Evangelie slechts om het oordeel te verzwaren. Deze ’kleine lettertjes’ maken God onbetrouwbaar, volgens Van den Brink. Je weet niet zeker of je mag geloven, en of het Gods intentie wel is om je te behouden. Terwijl, zo stelt hij, de beslissing bij de hoorder moet vallen: geloof ik het Evangelie? Of geloof ik het niet?

Karikatuur bestrijden

Het valt op dat Van den Brink veelvuldig gebruik maakt van woorden met een sterk affectieve lading. Dat begint al bij de titel: ’kleine lettertjes’. En verder o.a. ’levensgevaarlijke dwaling’, ’het Evangelie als valstrik’ en ’als een soort witwaspraktijk van God’, het ’Evangelie verwoesten’, een ’dubbelhartig God’, etc. Bewoordingen als deze lijken behulpzaam om de betreffende onderwerpen tot een schietschijf te maken. Het is de vraag of Van den Brink hier een karikatuur bestrijdt óf juist een karikatuur creëert om zijn punt te kunnen maken. In ieder geval zijn het niet de afgewogen woorden die je van een wetenschapper zou verwachten.

Ongepast

Van den Brink voelt zich gedrongen het zo kras te zeggen. En niet zomaar. Het ’Evangelie met kleine lettertjes’ wordt volgens hem gebracht door veel predikanten in de (Oud) Gereformeerde Gemeenten (in Nederland), de Christelijke Gereformeerde Kerk, de Hersteld Hervormde Kerk en de PKN. Zij ’maken God onbetrouwbaar’, ’brengen een leugen, een levensgevaarlijke dwaling’, ’brengen een boodschap die mensen verlamt, vergiftigt’, ’verwoesten het Evangelie’, ’brengen het Evangelie als valstrik’, etc.

Voor zoekende jongeren vol vraagtekens misschien stoere woorden, maar voor een predikant ongepaste woorden. Afgezien van de stijl zijn er ernstige bedenkingen bij de inhoud van zijn lezing.

Remonstrants

Van den Brink wil zijn publiek ervan overtuigen dat God maar één ding wil: de zaligheid van alle mensen. En dat ons maar één ding te doen staat: dat geloven. Dat noemt hij een ’eenvoudig Evangelie’. Hier is echter meer aan de hand. Van den Brink heeft de opdracht om te geloven met een schaartje uit de Bijbel geknipt. Het aanbod van genade wordt geïsoleerd van de Bijbelse leer. Dat leidt tot een levensgevaarlijke voorstelling van zaken.

Want wat raakt uit beeld? De werkelijkheid van de doodstaat van de mens (Ef. 2:1). De onmogelijkheid voor een natuurlijk mens om te geloven (1 Kor. 2:14). De noodzaak van de werkingen van Gods Geest (Joh. 6:63). Gods soevereine recht om te verkiezen en te verwerpen (Rom. 9:18). Het geloof als een gave

van God die onlosmakelijk verbonden is aan de levendmaking (Ef. 2:8). De waarachtige bekering (2 Kor. 7:10). Gods welbehagen als oorsprong van de zaligheid (Fil. 2:13). Enzovoorts. Van den Brink noemt ze wel – in een bijzin, mogelijk ter geruststelling – maar ze functioneren niet in zijn leer. Alle fundamentele stukken die nodig zijn voor een recht verstaan van het aanbod van genade, worden naar de achtergrond gemanoeuvreerd. Uitwendige roeping en inwendige roeping vallen op on-Bijbelse manier samen. Van de leer van vrije genade en de rechtvaardiging van een goddeloze, blijft zo slechts een remonstrantse schaduw over.

Tota Scriptura

Elke waarheid moet in het licht van de gehele Schrift gezien worden. Tota Scriptura. Wie dat niet doet, verdraait de Schriften tot zijn eigen verderf (naar 2 Petr. 3:16). Frappant genoeg creëert juist Van den Brink hierdoor een Evangelie met kleine lettertjes. Want waar hij het aanbod van genade voorstelt als ’de grote letters van het Evangelie’, degradeert hij andere, dierbare God

delijke waarheden tot kleine lettertjes. Een Godonterende gedachte.

Gods Woord bevat uitsluitend grote letters. En de Auteur ervan kan ál die letters maken tot een onvergankelijk zaad van wedergeboorte (1 Petr. 1:23). Hij alleen. We moeten wanhopen aan een evangelie waarin we zelf aan zet zijn. God wordt gevonden door jongeren en ouderen die niet weten hoe ze moeten zoeken (Jes. 61:1), laat staan geloven. (Zie ook Dordtse Leerregels III/IV, par. 11-14). Dát is het Evangelie, en dáárom zal Gods Kerk ’eeuwig zingen van Zijn goedertierenheên’. ’Zijn vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht.

R.P. van Dijk

Noot redactie

De heer R.P. van Dijk is diaken in de gemeente van Barneveld. Hij heeft dit artikel op persoonlijke titel geschreven voor het internetforum cvandaag. Met zijn toestemming plaatsen wij zijn artikel in De Wachter Sions, waarbij alleen de eerste alinea ter verduidelijking voor de lezers is aangepast.

Noot

1. De Stichting Geloofstoerusting heeft als missie ’Om God te verheerlijken, Jezus te volgen en de naaste te dienen’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen