Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijk leven volgens de Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk leven volgens de Schrift

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

K. Boersma

Doch er waren onder hen enige Cyprische en Cyreense mannen, die, te Antiochië gekomen, ook tot de Grieken spraken en hun de Here Jezus predikten. En de hand des Heren was met hen, en een groot aantal kwam tot het geloof en bekeerde zich tot de Here. En het geschiedde, dat zij een vol jaar in de gemeente gastvrij ontvangen werden en een brede schare leerden en dat de discipelen het eerst te Antiochië Christenen genoemd werden. Hand. ll:20eQ26.

In het gedeelte van Handelingen 11 tussen de verzen 19 en 30 gaat het over de gemeente in Jeruzalem en in Antiochië. In de nog maar sinds kort zich uitbreidende kerk van God na het Pinksterfeest zien we een kerk in eendracht. Dat is voor ons wel iets om heimwee naar te hebben: een kerk in eendracht! We moeten wel vaak tegen elkaar zeggen, dat we dat niet maken kunnen maar dat het gegeven wordt. Als we ernaar verlangen, mogen we er in dit Schriftgedeelte iets van zien.

Wat verschillend: Jeruzalem en Antiochië! Maar ook, hoe één en daarom, wat veelbelovend.

In Jeruzalem is een grote sterke gemeente. De moedergemeente, van waaruit het werk van God zich gaat uitbreiden, volgens de regel: beginnende van Jeruzalem, naar Judea, Samaria en het uiterste der aarde.

Wel is er vervolging, niet zozeer door de heidense Romeinen, alswel onder de christen geworden Joden zelf, door de afkerige Joden, en Stefanus wordt martelaar. Velen worden verstrooid en vanuit Jeruzalem begint ook de benauwdheid.

Maar juist op deze manier komt het evangelie verder: ook in Fenicië, Cyprus en Antiochië. En naar gebruikelijke Joodse stijl spreken de in Christus gelovende Joden alleen tot de Joden in die buitenlandse steden en streken.

Zoals we weten, was dit hun gewoonte. Het is voor ons niet meer voldoende in te voelen, wat voor een grote stap het geweest moet zijn om de consequenties te trekken uit het Pinksterfeest. Als een van de eersten heeft Petrus dat moeten leren. Inmiddels is in de heidense stad Caesarea de 'godvrezende'

Cornelius tot Jezus geroepen. Zoals we weten, is de term 'Godvrezende' de terminus technicus voor de in het Jodendom geïnteresseerde heidenen, die graag de synagoge bezochten en volgens het toenmalige Jodendom zekere voorrechten mochten genieten, hoewel ze, als het erop aankwam, buiten het eigenlijke heil stonden. Het heeft voor Petrus iets betekend, bij die man binnen te gaan en met hem te eten! Hij heeft er zich over moeten verantwoorden tegenover de Jeruzalemse gemeente (11 : 1-3). Is voldoende duidelijk, wat dit gaat betekenen? Petrus zegt: k kon God ook niet tegenhouden (11 : 17). Maar wat het betekent, zal pas in Antiochië duidelijk worden.

Antiochië. In die tijd de derde stad in het Romeinse rijk! Een stad in het grensgebied tussen oosterse en westerse cultuur. Een stad met veel handel en wetenschap en zonder enige kennis van de ware God; op en top modern voor die tijd. En, zo staat er, naar die stad komen (door de verstrooiing na Stefanus) nu enige Cyprische en Cyreense mannen. Dus: Christusgelovige Joden. Daar gekomen, spreken ze ook tot de Grieken. En hun prediken ze de Here Jezus.

Hier wordt een beslissende stap gedaan. Joden, die tot Grieken spreken. Die verstaan hebben wat Pinksteren betekent. Heel tekenend staat er: ze prediken hun de Here Jezus. Dat wordt met opzet zo gezegd.

Want deze Grieken kennen en gebruiken het woord 'heer'. We kunnen ook vertalen: Ze evangeliseerden hun Jezus als Kurios. De hun bekende kurios was de keizer. De grote machthebber, van wie men alle goeds meende te moeten verwachten.

In Antiochië kunnen deze predikers niet terugvallen op de kennis van God uit het Oude Testament, zoals Paulus zo graag doet als hij eerst de synagoge bezoekt. In een voor hen moderne wereld kunnen ze niet bij enige notie over de God van Israël aanknopen. Ze proberen dat dan ook niet. Hun evangelisatiemethode knoopt aan bij het levensbesef dat er onder heidenen heerst. Spreek je over de 'kurios', dan begrijpt ieder wat je bedoelt. Maar dan moet je verder gaan, en het bekende woord gaan vullen met de betekenis vanuit Hem, die gezegd heeft: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

En dan is de hand (de macht, de overmacht, de genadeheerschappij) des Heren met hen. We kunnen ook zeggen: de Geest des Heren werkte. Geloof en bekering zijn het gevolg, tot de Here. Het herhaalde gebruik van het woord 'Here' valt op en dat betekent hier telkens: Christus als de Opgestane, die zijn heerschappij nu in liefde en genade in de gemeente gaat uitoefenen.

Uit Joodse prediking de Christus leren kennen, wat moet dat iets zijn. Hoe Paulus het later zelf zal doen, kunnen we overvloedig lezen.

Hoe anders dan in Jeruzalem! Daar worden nog de tempeldienst, de sabbat, de besnijdenis onderhouden. Was dat beter? Was dat niet beter?

In Antiochië een geheel anders ingerichte gemeente. Hoé anders, dat is voor ons niet meer voor te stellen, omdat wij een Antiochië-gemeente zijn om zo te zeggen, en geen Jenizalem-gemeente. Wel een actueel punt voor ons in de verhouding tussen Joden en Christenen, maar de uitwerking is nog niet eenvoudig.

We beseffen, dat er kiemen liggen voor gróte moeilijkheden.

In Jeruzalem hoort men ervan. Kan dat wel goed zijn, daar in Antiochië? Wordt dat de consequentie van wat er in Jeruzalem gebeurd is op de Pinksterdag? En er wordt besloten tot kerkvisitatie.

Wie gaat dat doen? Wie stuur je en hoe benader je de verhoudingen?

Hoe spoedig worden er tegenstellingen gemaakt! Het is duidelijk, dat er grote verschillen zijn. Maar verschillen ze in hoofdzaken of in bijzaken?

De werking van de Heilige Geest blijkt nu ook uit de keuze van de kerkvisitator. Ze vaardigen Barnabas af. Barnabas, 'zoon der vertroosting', was zelf een van Cyprus afkomstige Jood, zelfs een leviet, die zijn hele leven gegeven had voor de dienst van de Here (Hand. 4 : 36, 37). De in Antiochië werkzame evangelisten kennen hem misschien nog wel van Cyprus. Hij is een goed man, vol van de Heilige Geest en van geloof (vs. 24). Hij is de juiste man op de juiste plaats.

Met welke gedachten zal hij de lange reis van Jeruzalem naar het noorden gemaakt hebben? Hoe zal het zijn in die nieuwe gemeente? Mensen, die nog zó weinig geestelijke achtergrond hebben! In een door en door wereldse omgeving; ondanks het 'grote aantal' (vs. 21) in een grote wereldstad een verdwijnende minderheid, met de zuigkracht van de heidense cultuur, en dan zónder de ondersteunende bescherming van de Joodse wetten.

Ja, eens heeft God beloofd dat Jeruzalem dorpsgewijs bewoond zou worden, en dat Hijzelf een vurige muur rondom zal zijn (Zach. 2 : 4 en 5) en nu zal het werk van God duidelijk worden.

Als hij in Antiochië aankomt, is niet het eerste dat hij ziet, al heeft hij het zéker opgemerkt, het grote verschil met de moedergemeente, maar hij ontdekt de genade Gods (vs. 23). Dat is de eenheid. In Christus. In geloof.

En dan staat er niet, dat Barnabas hen opwekt om eerst het Oude Testament meer te Ieren kennen en zich aan de wetten van spijzen en reiniging en besnijdenis en vaste tijden te houden. Neen, hij wekt hen op om naar het voornemen van hun hart de Here trouw te blijven.

Weer het gebruik van het woord 'Here'.

Met een voornemen des harten, zegt de Statenvertaling. Want alleen als wij met ons hart de Here volgen en kennen, zal het stand houden.

En dat is nu een eenheid in Christus: als arme zondaren delen in de vaste verlossing. Om niet gerechtvaardigd. Waarom noemt gij Hem onze Here? Hij heeft ons met de dure prijs van zijn bloed gekocht en ons alzo Zich tot een eigendom gemaakt. Onbegrijpelijk. Hoe kan deze Eigenaar prijs stellen op zulk een bezit? Maar alleen de Bezitter Zélf kan en mag dat beoordelen. Hij werkt in het heidense Antiochië en zij zullen de Here trouw blijven.

Barnabas kan zien waarin de ware eenheid ligt. Het is een voorbeeld voor al ons denken, spreken en bidden over de eenheid. Omdat hij zo'n vriendelijke man was? Nu, God heeft zeker zijn persoonlijke instelling gebruikt. Maar vooral omdat hij een man was, vol van de Heilige Geest en vol geloof. Iemand die in verstaan èn in handelen begrepen had, wat Pinksterfeest betekent.

Daarom is het ook veelbelovend, wat ons hier getekend wordt.

De Here werkt. Een brede schare komt er. Allemaal mensen die oorspronkelijk van heel weinig afwisten. Heidense mensen, in hun leefwereld aangesproken, terwijl de Geest werkte. En nu krijg ik heimwee. Ik werk en spreek ook in de stellige verwachting, dat het de Here behaagt, door de dwaasheid van de prediking te behouden wie geloven. Anders kon ik niet verder werken. Ik verlang naar een levende gemeente en naar de eenheid van de gemeente. Ik kan het niet maken. Ik mag wel Handelingen 11 lezen en hopen en het aan de Here voorleggen.

De gemeente in Antiochië moet wel opgebouwd worden. Er is geweldig veel werk te doen. Dus nu gebeuren er twee dingen:

a) In plaats van naar Jeruzalem terug te gaan en verslag uit te brengen, gaat hij naar Tarsus om Saulus te zoeken. Hij kent hem vanuit Jeruzalem. Toen Saulus in Damascus tot bekering is gekomen, heeft aanvankelijk niemand iets van hem willen weten. Ze konden niet geloven, dat hij een discipel was geworden. Maar Barnabas is het geweest, die aan zijn kant is gaan staan en die hem een goede introductie heeft bezorgd. En Barnabas heeft er ook van afgeweten, dat Saulus naar Tarsus is gegaan (Hand. 9 : 26-30).

Nu gaat Barnabas naar Tarsus. Daar zal Saulus hopelijk nog zijn. Ja, God heeft hem daar reeds gereedgemaakt voor zijn toekomstige taak. Barnabas vindt hem inderdaad en neemt hem mee naar Antiochië. Daar is hij voorlopig nodig.

b) In plaats van nu direct terug te gaan blijft hij er met Saulus nog een vol jaar. Samen worden ze er leraars van de gemeente. De gemeente ontvangt hen gastvrij en er ontstaat tussen die twee een hechte band en een nauwe samenwerking. We weten hoe die samenwerking straks vanuit Antiochië verder zal gaan in het zendingswerk. Uiteindelijk mag de gemeente hen niet houden, maar de gemeente wordt ingeschakeld in het voortgaande werk van Christus.

Wel is het waar, dat later die samenwerking voor een tijdlang verbroken is vanwege Johannes Markus. Ook in de eerste christelijke kerk zijn persoonlijke conflicten, al worden ze later gelukkig geheeld.

Wel, en dan is het in Antiochië, dat de naam 'Christenen' voor het eerst gebruikt gaat worden. Typisch, dat de discipelen nu niet naar de naam 'Jezus' maar naar de naam 'Christus' gaan heten.

Het tekent in de eerste plaats, hoe belangrijk de naam en de betekenis van Christus in de gemeente is geweest. Onder zijn naam is de gemeente bekend geworden. Maar verder ligt in déze naam ook het breekpunt met de ongelovige Joden. Met Hem, die in Israël bekend was als Jezus van Nazareth, hadden zij nog niet zoveel moeite, maar wel daarmee, dat Hij de Christus is, de Gezalfde, de Aangewezene door de Vader, de Beloofde, die zijn werk volbracht en die het nu na Pinksteren voltooit. Gij dient de Here Christus, gij dient Christus als heer (Col. 3 : 24).

Hier ligt ook de kwetsbaarheid van hun bestaan. De Here die zij dienen kan schijnbaar weinig stellen tegenover de macht en de invloed van de keizer.

Wij moeten allemaal weten, dat God Hem tot Here en tot Christus gemaakt heeft (Hand. 2 : 36).

Die naam, Christenen, is nu voortgegaan. Waarom wordt gij niet Jezuïet, niet Jesus-people, maar Christenen genoemd? Zijn zalving deelachtig! Profeet, priester, koning; belijdend, liefhebbend, strijdend, rechtvaardig.

Nog iets behoort er bij de gemeente, bij het veelbelovende van de gemeente. Er komt weer bezoek uit Jeruzalem. En een van de profeten, de leraars van Jeruzalem, spreekt over de komende hongersnood. En dan komt de gemeente van Antiochië in actie. Zie eens, wat een liefde en wat een eenheid! Vanuit Jeruzalem hebben zij de onuitsprekelijke gave van God ontvangen. Nu is het vanzelfsprekend, dat aan de moedergemeente materiële hulp geboden wordt. Pas dan en samen met deze gaven gaat Barnabas naar Jeruzalem terug. Lang is hij weggebleven. En Saulus gaat mee. Samen gaan ze later, vergezeld van Johannes Marcus, terug (Hand. 12 : 25).

Een vraag nog: hebben ze in Antiochië het Oude Testament overgeslagen? Neen, reken maar van niet. Toen Barnabas en Saulus dat volle jaar in de gemeente gewerkt hebben en er een brede schare geleerd hebben, toen hebben zij zeker gedaan wat Paulus in de van hem bekende brieven heeft gedaan: het gehele Oude Testament mee laten spreken in zijn verkondiging van Christus. Er was zeker in Antiochië een schade in te halen in kennis van God. Bij het licht van Christus en van de Geest is het Oude Testament opengegaan, met heel Gods weg met Israël, met de betekenis van de offerdienst en de profeten, met de beloften en het verbond en de waarschuwingen en de psalmen, maar: in een nieuwtestamentische situatie.

Wat de bekering van Saulus op de weg naar Damascus betekent voor heel het verstaan en de kracht van het Nieuwe Testament, daar zijn we voorlopig niet over uitgedacht. Ze is van fundamentele betekenis, niet alleen voor hemzelf (dat natuurlijk ook), maar voor heel de gang van Gods werk in de nieuwtestamentische periode, waarin ook wij nog mogen leven.

Laten we daarom niet in heimwee en onmogelijkheden blijven hangen, maar in kleinheid en hoop veel blijven verwachten van de werking van de Geest van Christus.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologia Reformata

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Theologia Reformata | 370 Pagina's

Kerkelijk leven volgens de Schrift

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

Theologia Reformata | 370 Pagina's