In Uw hand leg ik mijn leven
“Mijn tijden zijn in Uw hand.” Psalm 31:16a
Drie dingen kun je ervan zeggen: 1. David zegt het. 2. Jezus zegt het. 3. Het geloof zegt het.
David Zegt Het
David wist te zeggen wat de pijn is en de blijdschap van ons leven. Hij kon dat. Wij zingen zijn psalmen nu nog. ‘Tijden’, dat is niet ‘uren’. Het slaat op onze omstandigheden. De ene tijd is de andere niet. De ene dag is ook de andere niet. Er zijn lichte dagen en donkere dagen. Ook al tellen alle dagen vierentwintig uren onze dagen zijn oneindig gevarieerd. Elke dag is er een. Wij zijn ‘mensen van de dag’. God doorgrondt ons kwetsbare bestaan. Wij worden niet aan onszelf overgelaten. In leven en sterven zijn wij van Hem. De waarschijnlijk nog jonge David wist het.
Jezus Zegt Het
Jezus leefde in de psalmen. Ook deze psalm heeft Hij dichtbij Zich gehad. Met Zijn laatste woord aan het kruis haalt Hij deze psalm aan: “In Uw hand beveel Ik Mijn geest” (vers. 6). Dat is het laatste en liefste kruiswoord. Vrede drukt het uit en overgave. Jezus, die zo’n bange zwerftocht over de aarde heeft moeten maken, komt met dat woord thuis. Wij vragen nog wel eens over een gestorvene: “Heeft hij nog wat gezegd?” Jezus heeft nog wat gezegd. Met een luide stem (opdat wij het horen) heeft Hij geroepen: “In Uw hand beveel Ik Mijn geest”.
Alle kruiswoorden gaan ons aan. Maar dit laatste kruiswoord gaat ons vooral aan. Calvijn zegt: “Christus heeft met dat woord de zielen van Gods kinderen toevertrouwd aan Zijn Vader. Zo kwam Hij thuis. En zo komen wij met Hem mee thuis”. Jezus vertrouwde zichzelf en ons aan de Vader toe.
Jezus keek niet bitter op Zijn leven terug. Hij is jong gestorven. Maar het was geen voortijdige dood.
Een onsterfelijk mooie regel uit een cantate van Johann Sebastian Bach luidt “Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit” (BWV 106). Jezus keerde zich niet teleurgesteld van God af. Al verbrijzelde Hem Gods toorn aan het kruis. Niet in zwaarmoedigheid eindigt Hij, maar Hij eindigt in God. “Vader, in Uw handen…”. Dat was al iets van Pasen. Wij zien er al iets in van de lichte dag waar nooit meer een einde aan komt.
“Vader, in Uw handen…”. Dat was een kindergebed. “Ik ga slapen ik ben moe”. In die trant. Sterven voor een kind van God is geen sterven, maar het is: te gaan slapen en met vrede thuis te komen. Wij moeten eenmaal sterven. Daar is niets aan te doen. Maar ga niet alleen.
Het Geloof Zegt Het
Als je ‘s avonds gaat slapen vertrouw je je levensadem aan God toe. Dat doe je als je sterft weer. Dat is het geloof: vertrouwen in Gods liefde geborgen te zijn. “Veilig in Jezus’ armen”. Onze tijd is van God. Als het je tijd is, moet je komen. Als je gelooft, leg dan je leven in Zijn handen. “God, U hebt het altijd het beste geweten en U hebt Zich nooit vergist”. Het neemt toe dat de mensen zeggen: “Ik bepaal mijn eigen leven en desnoods mijn eigen sterven. Ik houd graag de dingen in mijn eigen hand”. Als we eerlijk zijn, leeft dat in ons ook. Maar de risico’s van het leven aftimmeren, kunnen we niet. Laten we tegen God zeggen: “In Uw hand leg ik mijn leven”.
God zal eens aan ons vragen: “Wat hebt u gedaan met de tijd die u was gegeven?” Zeg dan maar: “Ik ben er niet goed mee omgegaan, maar stuur me niet weg. Mijn leven met al wat ik heb gedaan en misdaan (het kan niet meer worden overgedaan), leg ik, omdat U zo goed bent, in Uw handen”.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 2025
De Banier | 32 Pagina's