Het gekrookte riet [40]
’Het gekrookte riet zal Hij niet verbreken en het rokende lemmet zal Hij niet uitblussen’. Mattheüs 12:20a
TWAALFDE PREDIKATIE
(vervolg van 4)
Kent u de belofte niet? ‘Ik zal hun ongerechtigheden vergeven en hunner zonden niet meer gedenken’ (Jer. 31:34). En in Jesaja 43:25 staat: ‘Ik, Ik ben het, Die uw overtredingen uitdelg om Mij- nentwil, en Ik gedenk uwer zonden niet’. Wel Heere, zegt zulk een, ja, die beloften ken ik wel, maar zijn die zo zeker? Zouden ze dan niet zeker zijn? Ze zijn toch gegrond. Waarop?
a. Op Mijn goedheid: ‘Immers is God Israël goed’ (Ps. 73:1), en ‘de Heere is goed dengenen die Hem verwachten, der ziele die Hem zoekt’ (Klaagl. 3:25).
b. Ze zijn gegrond op Mijn macht. ‘Zou Mij enig ding te wonderlijk zijn?’ (Jer. 32:27b).
c. Op Mijn trouw. Hoe vaak leest u niet van de trouw Gods? 1 Kor. 10:13: ‘God is getrouw’. 2 Tim. 2:13: ‘Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw’. Klaagl. 3:23: ‘Uw trouw is groot’. Kent u ze wel? Ik ben niet als een man die zijn belofte niet vervult of niet nakomt; maar Ik ben de Getrouwe. Ik zeg niets, noch neem iets op Mij om te doen, of Ik vervul het getrouw (Num. 23:19).
d. Niet alleen ben Ik getrouw in het vervullen van Mijn beloften, maar de beloften zijn ook zeker en waarheid. Zou Ik, Die de Over- winning Israëls ben, feilen of liegen? Zou Mijn Woord onvervuld blijven? Lees 1 Samuël 15:29.
e. U hebt grond om te geloven, want Ik ben er met een eed tussen gekomen.
f. Bezie de ondervinding van alle gekrookte rietjes, van allen die geslingerd werden. Hebben zij, ieder op hun tijd, niet ondervon- den dat Mijn trouw groot is? Moeten dan die bevindingen geen hoop in u werken? Moet het niet in u werken dat u ermee gaat pleiten en gaat zeggen: Heere, gedenk Uw goedertierenheden, die Gij voormaals hebt gedaan.
g. U hebt grond om te geloven, want het is het leven en de werk- zaamheid van de Heere, de levende God, ‘Die een Behouder is aller mensen, maar allermeest der gelovigen’ (1 Tim. 4:10). Dat is het leven en de werkzaamheid Gods. Zo gelooft dan Zijn beloften.
Zie, zo spreekt God de Vader: Hebt u Mijn menslievendheid niet gezien? Kent u Mijn genadige en vriendelijke nodiging in het Evan- gelie niet? Kent u de natuur van Mijn genadeverbond niet, en de grote toezeggingen die Ik daarin doe, en de gronden waarop ze steunen, waarop u staat kunt maken dat Ik het doen zal?
Daarop komt de Zone Gods, de Heere Jezus. Hij zegt:
1. Gekrookte rietjes, laat Ik u eens behandelen. Ik zou u wel willen doen hopen op Mijn Naam. Gelooft u dan niet dat Ik leef, al ben Ik dood geweest? ‘En zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid (Openb. 1:18). Ik leef als Middelaar, nu zowel als toen Ik nog op de wereld was (Hebr. 7:25). Hij leeft altijd en eeuwig om voor ons te bidden.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2022
De Saambinder | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2022
De Saambinder | 24 Pagina's