Genezing

Hoewel de tempeldienst is hersteld, blijken er grote mis- standen te bestaan. Zowel onder de priesters als onder het volk. Met name in het huwelijks- en gezinsleven is er heel wat ontwricht. De profeet vat het samen in hoofdstuk 2:11: ‘Juda handelt trouwelooslijk, en er wordt een gruwel gedaan in Israël en in Jeruzalem; want Juda ontheiligt de heiligheid des HEEREN, welke Hij liefheeft; want hij heeft de dochter eens vreemden gods getrouwd’. Andermaal komt het oordeel van God over het volk van Israël. Is er niet een overeenkomst tussen de situatie van toen en nu? Vanwege de goddeloosheid was een grote donkerheid over het volk van Israël gekomen. Is het Anno Domini 2022 minder donker dan toen…?

Gelet op de verschrikkelijke en brute wijze van uitleving in de zonde van ons volk gaan we, als de Heere het niet verhoedt, een zeer donkere tijd tegemoet. Er is een tergen van de Heere door het verwerpen van Zijn Woord en vertrappen van Zijn wet. En daarbij voegt zich een geest die nooit eerder is gekend: de geest van het genderisme. Die wil ons doen geloven dat niet de Schepper bepaalt wie we zijn, maar dat wijzelf bepalen wie en wat we zijn. Paulus schrijft in 2 Thessa- lonicenzen 2:3-4: ‘En dat geopenbaard is de mens der zonde, de zoon des verderfs, die zich tegenstelt en verheft boven al wat God genaamd of als God geëerd wordt’. Dus niet meer zoals dichter Kloos beweerde: ‘Ik ben een god in het diepst van mijn gedachten…’, maar: ‘Ik ben een god in mijn daden!’

Die geest van donkerheid en duisternis gaat ook aan de kerk niet voorbij. Juist niet! Het licht op de kandelaar wordt geleidelijk aan gedoofd. En zo wordt het in het huis van God al donkerder en leger. Daarom, die dit leest zij gewaarschuwd: ‘Dat u niemand verleide in enigerlei wijze; want die (dag) komt niet tenzij dat eerst de afval gekomen is, en dat geopen- baard is de mens der zonde, de zoon des verderfs’.

Verlichting en ontdekking

De kanttekening wijst hier op het twijfelen aan de vastheid van het Evangelie en op de algemene afval van de zuiverheid van het Evangelie. En wat komt daarvoor in de plaats? Als de kandelaar van het Woord wordt gedoofd, dan wordt het donker. Ja, dan is het donker! En donker is de dood. Geestelijk, lichamelijk en eeuwig. En als dat, door de verlichting en ontdekking van de Heilige Geest, werkelijkheid wordt in uw of jouw hart, dan wordt het benauwd. David klaagt in Psalm 116: ‘Ik lag gekneld in banden van den dood; daar d’ angst der hel mij allen troost deed missen’. Dan komt de eeuwigheid op ons af en zijn we ziek van ellende. Hizkía riep het onder die omstandigheden uit: ‘O HEERE, ik word onder- drukt, wees Gij mijn Borg!’

Allemaal als gevolg van de moedwillige ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders Adam en Eva in het paradijs. Of hebt u, heb jij nog nooit een blik gesla- gen in de diepe kloof waarin we verloren liggen? Ziek, geestelijk ziek, door de breuk die geslagen is tussen God en de ziel. Dan wordt alles om ons heen nacht. En met stomheid geslagen dan verslagen ‘amen’ leren zeggen op Romeinen 3:19: ‘Wij weten nu dat al wat de wet zegt, zij dat spreekt tot degenen die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij.’

Dan blijft er ten slotte maar één harten- kreet over: ‘O God, is er nog een middel…’. Of kent u dat niet? Wat een wonder wan- neer zo een ziel dan, als vanuit de verte, klanken van verlossing mag vernemen: ‘Hij heelt gebrokenen van harte, en Hij ver- bindt z’ in hunne smarte.’

Wat gebeurt er dan? Dan wordt er een hoop gewekt in het hart op het Woord van God. Dan brengt de belofte van God een straal van de Morgenster in de duis- ternis van het hart. En zo komt er een verlangen naar de komst van de Heere, de Heelmeester.

Dan horen we in de stikdonkere nacht, waarin wij ons met de wereld bevinden, Maleáchi het Woord van de Heere bood- schappen: ‘En er zal genezing zijn onder Zijn vleugelen!’ Nee, niet voor flinke, gezonde en sterke mensen, want: ‘Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn’. O, wat een welmenende nodiging gaat er van deze belofte uit. Maar tegelijk bepaalt het ons bij onze diepe nood en dood. Echter, de vleugelen zijn gereed om te ontvangen gelijk ‘een hen haar kiekens’.

Zon der gerechtigheid

‘Genezing onder Zijn vleugelen…’. Hiermee worden de stralen van ‘de Zon der gerech- tigheid’ bedoeld. Zonder de zon is er geen groei en bloei. In de lente overwint de zon de dood van de winter. Dan herstelt zich de gehele natuur en brengt tot nieuw leven en vruchtbaarheid. Die Zon is Jezus. ‘Want het einde der wet is Christus, tot recht- vaardigheid een iegelijk die gelooft’ (Rom. 10:4). Het kan zo donker niet zijn of worden in de tegenwoordige en toekomende wereld, maar deze belofte ligt vast. Vast in het eeuwige welbehagen van God: ‘Er zál genezing zijn!’ ‘Waarlijk, Hij heeft onze krankheden op Zich genomen….’

Kom onder Zijn vleugelen en stort uw/ jouw tranen en toon uw wonden en zeg het: ‘Genees mij, red mijn leven; Gij ziet mijn beend’ren beven; zo slaat Uw hand mij neer’. Daarvoor is nu de Heere Jezus geko- men, na het scheuren van de hemelen, in de nacht van deze wereld. Én in Bethlehem én op Golgotha. Door de nacht van de Godverlatenheid heen leidt Hij tot onder de vleugelen van het kruis om daar met Simeon, in de genezing, te zingen: ‘Mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien!’

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen