Het Geloof In Het Lijden
De vrouwen hebben haar doden uit de opstanding wedergekegen; en anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden. Hebreeën 11:35
De apostel zegt in vers 35 van Hebreeën 11 dat het geloof in de grootste smarten kracht schonk. Ja, de vrouwen hebben zelfs hun doden uit de opstanding wedergekregen. De weduwe van Zarfath en de Sunamitische dienen hier als bewijs. God nam de zoon van de weduwe van Sarepta weg. Wie beschrijft de smart van de arme weduwe? Maar toen is haar kind door het geloof haar uit de dood wedergegeven. In het geloof heeft Elia de ziel van de gestorvene begeerd en die is hem wedergegeven. Niet minder werkte het geloof in Elisa, toen de zoon van de Sunamitische gestorven was. Het mocht niet baten dat Gehazi de staf zijns heren op de jongen legde. Toen volgde de profeet de bedroefde moeder. Hij ging in de kamer waar de gestorven zoon van de Sun mamitische lag en hij bad tot de Heere. Twee malen strekte de Godsman zich uit over het lichaam van de jongen en de jongen werd levend. Hij nieste tot zevenmaal toe, daarna deed hij de ogen open.
‘De vrouwen hebben haar doden uit de opstanding (dat is door een opwekking) wedergekregen’. Zou er voor het geloof iets te groot zijn? Zie toch in deze bovennatuurlijke daden de kracht van het ware geloof. Alle redenering houdt bij de dood op.
Elk hol geloof, dat zijn wortel in Christus mist, staat hier stil en ligt verslagen. Maar het oprechte geloof schonk zelfs de geliefde doden terug. Het moge Gods volk wel bijzonder sterken dat aan het geloof deze krachten worden toegekend. Een geloof als een mosterdzaad zal bergen verzetten in het hart der zee. Och, of dat ware geloof meer zijn kracht in ons openbaarde. Voorwaar, Gods volk zou zich ver boven de omstandigheden des levens verheffen en in sierlijke klederen wandelen te midden van een gans verdorven wereld. Dat volk zou ook de vijandschap en de vervolging trotseren.
Wat een onbetwistbare voorbeelden noemt Paulus daarvan in het tweede gedeelte van Hebreeën 11:35. ‘Anderen zijn uitgerekt geworden, de aangeboden verlossing niet aannemende, opdat zij een betere opstanding verkrijgen zouden’. Hier betreedt de apostel het terrein der martelaren. Dat doet hij tot troost van het bestreden erfdeel des Heeren. Verdrukking en vervolging overvalle hen toch niet alsof hun wat vreemds overkwame. Anderen zijn door dezelfde weg hun ter eeuwige heerlijkheid voorgegaan. Hoe moet het de oprechten van hart troosten dat hun weg in Gods Woord is opgetekend. Ware dat niet zo, waarop zouden ze dan hun hoop bouwen? Ze zouden aan de wilde baren der zee zijn overgegeven. Maar de weg van Gods kinderen staat in het Woord des Heeren beschreven. Moge daarover het rechte licht vallen, zo zal ons hart in de grootste smarten stil zijn en des Heeren komst verbeiden. Welnu, de Heere Jezus Zelf sprak eens dat ieder die achter Hem komen wil, zichzelf hebbe te verloochenen en zijn kruis op zich hebbe te nemen.
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2023
De Saambinder | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 augustus 2023
De Saambinder | 20 Pagina's