Het gebed na het Heilig Avondmaal
De dis des verbonds is gesloten. Het is de maaltijd ván de Zaligmaker. Was het ook de maaltijd mét Hem? Want wat is de Avondmaalsbediening zonder de Gastheer, wat is de bruid zonder de Bruidegom? Na een lang citaat uit Psalm 103 en het onderliggende fundament uit de Romeinenbrief volgt een afsluitend gebed.
Formuliergebeden staan vaak niet hoog aangeschreven. Oudvaders als Jacobus Koelman, toch niet de eerste de beste, hadden er zelfs bezwaar tegen, niet zozeer tegen de inhoud, maar tegen het misbruik in de kerkelijke praktijk. Ze hadden een afkeer van het plichtmatig afraffelen van de tere gebedswoorden zoals dat in de Rooms-Katholieke Kerk gebruikelijk was.
Daar moeten wij ook voor bewaard worden. Want de inhoud van het slotgebed vraagt rust en eerbied. Als de zaken die erin staan beleefd worden, zal dat merkbaar zijn aan de manier waarop deze rijke gebedswoorden van onze vaderen worden nagesproken. Dat geschiedt dan waarlijk niet slechts voor de vorm, maar uit liefde voor de wezenlijke, gepaste inhoud. Daar geven we graag onze eigen ‘vrije’ gebeden voor.
Trinitarisch
Het gebed na de bediening van het Heilig Avondmaal bestaat uit een eerste gedeelte, waarin gedankt wordt voor de ontvangen genade, daarna uit een smeekgebed om voortgaande, oefenende genade. Ook in dit gebed valt op hoe eerbiedig de Vader van de Heere Jezus Christus wordt aangesproken en aangebeden in Zijn barmhartigheid en trouw. We naderen tot de genadetroon ‘door Uw lieve Zoon’. Vervolgens wordt gesmeekt om de werking van de Heilige Geest. Het gaat om God, in de naam van de Middelaar, door de werking van de Heilige Geest. Zo trinitarisch beginnen we elke eredienst. Zo hoort elke prediking te zijn. Zo leefden onze vaderen en zo baden ze ook. Zo hielden ze het Heilig Avondmaal. Voor ons tot toetsing.
Vier gaven
In dit gebed zijn bedelaars aan het woord die van het gegevene (moeten) leven. De bron van deze genadegaven is: de ‘grondeloze barmhartigheid Gods’. De genadegaven komen namelijk uit het brandend hart van de soevereine Ontfermer. Dat is een hart, zo diep, zonder bodem, en zonder enige grond in de mens. We horen over deze geschonken weldaden:
• de gegeven Zoon tot Middelaar en offer
• de gegeven spijze der ziel
• het gegeven geloof
• de gegeven inzetting van het Heilig Avondmaal tot sterking van dit geloof.
De Vader heeft in de stilte van de eeuwigheid Zijn Zoon tot Middelaar en offer voor onze zonden geschonken. Daardoor alleen kan een hongerige ziel gespijzigd worden. Zonder deze zielenspijze hebben ze geen leven in zichzelf (Joh. 6:53).
Aan het einde van het leven van de Middelaar heeft de Vader het Heilig Avondmaal ‘laten instellen en verordenen’. Driemaal lezen we de voltooide tijd. De Vader hééft gegeven: de Middelaar, de zielenspijze en de inzetting. Maar één keer staat er een tegenwoordige tijd: ‘Dat Gij ons gééft een waarachtig geloof, waardoor we zulke Uw weldaden deelachtig worden’. Na de planting van het geloof blijft de dadelijke bediening van de Heilige Geest nodig, tot versterking en oefening van dit geloof. We kunnen het dus niet doen met wat in het verleden gebeurd is. De hemel moet het nu géven, voor, tijdens en na de Avondmaalsbediening. De genadegave om te kunnen en te mogen geloven dat het niet alleen voor anderen, maar ook voor mij is. De afhankelijkheid van de dadelijke bediening van de Geest van Immanuël moet gegeven worden, uit vrije genade. Hier dankt en bidt een afhankelijk kind dus bij de bron van de grondeloze barmhartigheid Gods. Dan gaat het niet slechts om de herinnering aan het verleden, maar om een zegen en tot een zegel voor het heden. Zo zegt artikel 33 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis het ook: ‘Vast makende in ons de zaligheid die Hij ons mededeelt’. Dat staat in de tegenwoordige tijd.
Wat geeft dat een verwondering en een band aan Gods dierbare inzettingen, waardoor de Heere versterkt wat Hij werkte. Zo wordt de waarheid van Zijn liefde en trouw zichtbaar en tastbaar vastgemaakt.
Voor elke dag
Hierna begint de Kerk te smeken: ’Wij bidden U, o getrouwe God en Vader, dat Gij door de werking van Uw Heilige Geest de gedachtenis van onze Heere Jezus Christus … ons tot dagelijks toenemen in het rechte geloof en in de zalige gemeenschap van Christus wilt laten gedijen’.
Er wordt om twee zaken gebeden, of de Heilige Geest de deelname aan het Heilig Avondmaal zo wil zegenen dat er sprake mag zijn:
a. van ‘een dagelijks toenemen in het rechte geloof’
b. van een dagelijks toenemen ‘in de zalige gemeenschap van Christus’.
De bediening is geweest. Het hoogtepunt voor het persoonlijke en kerkelijke leven ligt achter ons. Maar, en dat is het gebed, mag dit nu ‘dagelijks’ doorwerken, blijkend op deze twee manieren.
Laten we erop letten dat hier iets gevraagd wordt voor elke dag, na de bediening van het Heilig Avondmaal. Het gaat om de twee zaken die wezenlijk bij de godvruchtige Avondmaalsgang behoren: het oprechte geloof en de zielsgemeenschap met de Zaligmaker. Horen we de teerheid in het gebed om de dagelijkse doorwerking hiervan? Wanneer het werkelijk waar is: ‘Geef mij Jezus, of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven…’, dan zal dit ook onze bede zijn, samen met de Kerk van alle eeuwen, in hetzelfde ware geloof verbonden, in hetzelfde gebed, aan dezelfde Bruidegom. Dat is, inderdaad, gemeenschap der heiligen, over de eeuwen heen. Ervaart u dat ook in dit smeekgebed? Het gaat om de eenheid en de teerheid in dezelfde kernzaken des geloofs. Daarom weten we ons aan zo’n gebed zo hartelijk verbonden. Voordat de dienst besloten wordt, wil men alleen nog vragen om geloofsoefening en levensgemeenschap met het Hoofd. Om te mogen delen in Zijn kracht, Zijn leven, Zijn bloed, Zijn voorbede.
Meer vraagt de bidder niet. Met minder gaat het niet. Verder mag men de komende tijd in de woestijn alles aan de Heere overlaten. Als dít maar ontvangen mag worden uit en door ‘Uw lieve Zoon’, in Wiens Naam we ons gebed besluiten en Die ons zo leert bidden. Dan volgt voor de tweede maal in het formulier het volmaakte gebed.
Als wij weten dat we niet kunnen bidden zoals het behoort, worden we het niet moe dit dágelijks te vragen bij de Bron van leven en licht. Dan is dit niet overbodig en niet wijdlopig. Zegt u daarop ook hartelijk ‘amen’?
wordt vervolgd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juli 2024
De Saambinder | 20 Pagina's