De minste zijn

De minste zijn. Niet in nederige woorden, maar in ootmoedige daden. Ootmoed is het tegenovergestelde van hoogmoed. Hoogmoed was de wortelzonde van onze eerste ouders in het paradijs. Die hoogmoed leeft in ons aller hart. Alleen de genade van de Heere maakt ootmoedig. Het werk van de Geest in een zondaarshart maakt ootmoedig. Dan krijgen we hoge gedachten van God en kleine gedachten van onszelf.

De minste zijn… Een voorval van jaren geleden kwam in mijn gedachten. In het land van Altena heb ik de wegen - in 24 jaar - wel leren kennen. Bij een preekbeurt op een herfstachtige zondagmiddag in een vacante classisgemeente maakte ik vaak gebruik van De Omloop, een stukje landweg om het dorp Sleeuwijk heen. Dat was korter. Maar, de Omloop was wel erg smal. Zo smal dat twee auto’s elkaar niet konden passeren. Vooral in de herfst moest je maar hopen dat er geen tegenligger kwam. Als je de berm in moest, gaf dat maar slippende wielen. Dan was het één en al modder!

Bij terugkeer naar Werkendam van een middagdienst in Aalst in de herfst leek De Omloop gelukkig leeg. Totdat er in de verte een tegenligger aan kwam. Toen we tegenover elkaar stonden herkende ik de tegenligger. Het was voorwaar geen tegenstander! Het was mijn onvergetelijke ambtsbroeder ds. P. Melis. Na een middagdienst in Gorinchem keerde hij terug naar Veen. Zó stonden we tegenover elkaar. Wie ging de modder in? Wie was de minste?

Preken dat je de minste moet zijn, dat gaat nog wel. Maar nu moest het blijken in de praktijk. Door het geopende raam heb ik mijn broeder de vraag gesteld: ‘Wie zal de minste zijn?’ Het antwoord blijft een geheim.

Echt de minste zijn voor God en mensen kan alleen door het geloof in de gemeenschap met Christus Jezus. Hij is de Meeste, maar wilde in Zijn diepe vernedering de Minste worden. Toen Hij de voeten van de discipelen ging wassen, deed de Koning het werk van een slaaf: ‘Verstaat gij wat Ik ulieden gedaan heb? (..) Want Ik heb u een voorbeeld gegeven, opdat gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet’ (Joh.13:12, 15).

Wat een goede plaats als je met Paulus mag beleven: Want ik ben de minste van de apostelen, die niet waardig ben een apostel genaamd te worden.

De herinnering aan het voorval op De Omloop brengt opnieuw tot een gebed om altijd de minste te mogen zijn: ‘Geef m’ er d’ allerlaagste plaats, zo Gij mij een plaats wilt geven! Nooit heeft iemand zoveel kwaads tegen zoveel licht bedreven’.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen