Verkoren naar Zijn welbehagen
Waar de genade Gods valt, daar valt ze vrij, naar het eeuwig welbehagen des Vaders. Dat welbehagen bepaalt de lengte en breedte van Jeruzalem, de stad des levenden Gods.
Aan Zacharia, de profeet, werd dit zo klaar te kennen gegeven toen hij een man zag in wiens hand een meetsnoer was, en die uitging om Jeruzalem te meten, om te zien hoe groot haar breedte en hoe groot haar lengte wezen zal. Aan Jeruzalem, de verwoeste stad des groten Konings, was niet veel te meten, maar de man met het meetsnoer stelde de grenzen vast binnen welke Jeruzalem zou verrijzen en waarin de veelheid der mensen en der beesten in haar midden wezen zal. Gods vrije ontferming zou over de schuldige en verwoeste stad gaan. Zij was de stad van Zijn verkiezing. De Heere zou er wonen en Zijn Naam er verheerlijken ten spijt van alle vijanden.
Jeruzalem was daarin type van Gods Kerk. De Heere heeft Zich van voor de grondlegging der wereld een volk ten eeuwigen leven verkoren, niet omdat dit volk beter was dan de verworpenen, maar het is louter en alleen verkoren om Zijn welbehagen; uit eeuwige soevereine verkiezing. ‘Deze verkiezing is geschied, niet uit het voorgezien geloof en gehoorzaamheid des geloofs, heilig heid of enige andere goede hoedanigheid of geschiktheid, als een oorzaak of voorwaarde, te voren vereist in de mens die verkoren zou worden, maar tot het geloof en gehoorzaamheid des geloofs, tot heiligheid, enz. En dienvolgens is de verkiezing de fontein van alle zaligmakend goed’. Naar Zijn vrijmachtig welbehagen handelt nu God met de mens in de tijd. Hij bewijst Zichzelf aan de gevallen mens te weten barmhartig en rechtvaardig. Rechtvaardig laat Hij de verworpenen in hun val en verderf, waarin zij zichzelf geworpen hebben. Maar in Zijn barmhartigheid trekt en verlost Hij uit deze verderfenis degenen die Hij in Zijn eeuwige en onveranderlijke raad uit enkel goedertierenheid uitverkoren heeft in Jezus Christus onze Heere, zonder enige aanmerking van hun werken. Hij meet Jeruzalem en sluit binnen het meetsnoer van Zijn soevereine ontferming hen wier namen geschreven zijn in het boek des levens. O, dat meetsnoer valt in hun harten in de tijd des welbehagens. Jakob heeft Hij liefgehad; Rachab de hoer getrokken uit Jericho; Ruth genomen uit Moab; Manasse in het stof gebogen voor Hem en Paulus geveld op de weg naar Damascus’.
Uit: de inleiding van een preek van ds. G.H. Kersten over Johannes 3:1-5, in ”De gelovige verwachting”, Utrecht z.j
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 2025
De Saambinder | 24 Pagina's