Onderscheiden genade
De manier waarop Christus Zich openbaart, is verschillend. Hij is zo’n heerlijke Borg en Zaligmaker. Als Hij Zich openbaart, is Hij altijd Dezelfde. Maar van Zijn persoon en werk kan Hij zoveel laten zien. Dat kan een mens nooit leren in één dag. Dat verklaart waarom Zijn openbaring verschillend is. Het is nodig dat we er dan ook onderscheidend over spreken.
Onderscheidend werk
Er is nog een reden om onderscheidend over deze genade te spreken. De mensen aan wie Hij Zich openbaart, zijn verschillend. Dat betreft hun leeftijd, maar ook hun persoonlijke levensleiding en de tijd waarin en de plaats waar zij leven. De Heere houdt hier rekening mee; Hij gaat met elk van de Zijnen een eigen weg.
Als de Middelaar Zich openbaart, treedt Hij vaak het eerst naar voren in Zijn profetisch ambt. Daarin vervult God het oude profetenwoord: ‘De Heere HEERE heeft Mij een tong der geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter rechter tijd te spreken’ (Jes. 50:4). En heeft de Heere Hem niet met de Heilige Geest gezalfd, om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen? (Jes. 61:1).
Leg uw hart er eens naast. Hoe stelt Hij ellendigen gerust en verklaart Hij de raadsels van het hart. Door zo Gods Woord aan het hart te verklaren, maakt Hij Zichzelf bekend. Petrus was hier diep van onder de indruk toen hij beleed: ‘Heere, tot Wien zullen wij heen gaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens’ (Joh. 6:68).
Voortgaand werk
De openbaring van de Middelaar is in dit leven een voortgaand werk. Aan de kennis van Jezus is wel een begin, maar nooit een einde. Zo ontvangt Gods Kerk dus ook onderscheiden kennis van de Middelaar. Bij meer onderscheiden kennis kunnen we denken aan Zijn priesterlijk ambt. De ceremoniën van het Oude Testament spreken daar op bijzondere wijze van. En hoe heeft Jesaja daarvan getuigd in zijn 53e
De lijdensgang van Jezus laat zien wat het betekent dat God Zijn recht handhaaft. Hebben wij daarvan weleens indrukken gehad? Hebben we daarmee als arme schuldenaars onze Rechter om genade leren smeken? Wat een benauwdheid doorworstel ik als ook mijn bevindingen geen gewicht leggen in de schaal van Gods recht. Jezus stierf om de dood van de Zijnen op Zich te nemen. De kennis van Christus in Zijn priesterlijke bediening is in het geestelijk leven zeer profijtelijk. Als zodanig heeft Hij immers voor al de Zijnen het oordeel weggenomen en gerechtigheid verworven.
Vervolgen om te kennen
Het woord ‘openbaren’ komt bijzonder bij Pasen meerdere keren terug (Mark. 16:12-14; Joh. 21:1 en 24). Nooit is de tegenstelling bij de openbaring sterker dan nu. Want nu is alles in de dood geëindigd. Nu hangt werkelijk alles af van vrije genade. Maar God vervult Hosea’s profetie van onderscheiden Christuskennis: ‘Wij zullen vervolgen, om den HEERE te kennen’ (Hos. 6:2).
Met Pasen trad Hij als de Levende in het licht. Nu mag Hij als Koning heersen! Hoe indrukwekkend om te zien dat God op grond van Christus’ Borgwerk vrede heeft gemaakt. Wat geeft het een blijdschap en verwondering om te ervaren hoe Hij door Zijn Geest die vrede persoonlijk meedeelt aan de ziel. ‘Welke overgeleverd is om onze zonden, en opgewekt om onze rechtvaardigmaking’ (Rom. 4:25). Zo bewaart hij de Zijnen bij de verkregen verlossing (Heidelbergse Catechismus, Zondag 12). Zo zal Hij hen doen wandelen in heiligheid en hen hoeden op hun steilste paden.
Pastorale leiding
Hoe onuitsprekelijk groot is het dat de heerlijke Zaligmaker Zich openbaart. Wie zal zeggen dat hij dit wonder kent? Laten we er teer en voorzichtig over spreken. Een pastoraal voorbeeld heeft ds. G.H. Kersten nagelaten in zijn preek over Johannes 4:10 (voorbereiding Heilig Avondmaal). In de toepassing van die preek tekent hij de noodzaak van de levendmakende bediening van de Heilige Geest. Dat gaat gepaard met ontdekking aan schuld en verlorenheid. De kennis van Christus blijkt in een begeren van Hem; juist in het doorworstelen van de zondenood. ‘Er zijn onderhandelingen die over Christus gaan. Hij zegt: ‘Ik ben het, Die met u spreek’’. En dan tekent ds. Kersten de ware Christen in zijn geestelijke honger naar Christus’ gerechtigheid. Eigen gestalten en bevindingen kunnen niet verzadigen ‘buiten de gelovige kennisnemingen van Hem in hun hart’.
De uitdrukking ‘gelovige kennisnemingen van Christus’ is zeer passend. Daarmee is de aandacht niet meer gevestigd op de openbaring van Christus. Die voltrekt zich in de eerste plaats buiten ons. En wie zal kunnen zeggen dat hij ten volle in deze openbaring deelt? Wij kennen ten dele (1 Kor. 13:9). Met de uitdrukking ‘gelovige kennisnemingen’ wendt ds. Kersten zich tot de gelovige.
Hoe Christus in ons gestalte krijgt, is persoonlijk. Dat hangt samen met de mate van het geloof. De onderscheiden standen en leidingen daarin, worden met de uitdrukking ‘kennisnemingen’ kernachtig samengevat. Het is innemend om te lezen hoe ds. Kersten hier vasthoudt aan de Bijbelse kernzaken en zo zoekt de kleinste in de genade aan te spreken en geestelijk leiding te geven.
Grote verantwoordelijkheid
Christus openbaart Zich in het Evangelie. Volgens de Heidelbergse Catechismus is God daarmee al in het paradijs begonnen (Zondag 6). Aan deze goede boodschap is de belofte verbonden dat eenieder die in de gekruiste Christus gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Deze belofte moet aan alle volken en mensen zonder onderscheid verkondigd en voorgesteld worden, met bevel van bekering en geloof (Dordtse Leerregels, art. 3-4, par. 5).
Hoe groot is het voorrecht dat wij onder deze bediening der verzoening mogen verkeren. Zo vaak als Hij het laat verkondigen, toont Hij dat in het behoud van verloren zondaren de heerlijkheid ligt van God en van Jezus. Zó brengt de Heilige Geest verloren zondaren toe. Door al deze bemoeienis zijn wij in onze onbekeerlijkheid niet te verontschuldigen.
Wij dragen hierin ook een grote verantwoordelijkheid. Het is belangrijk daarbij goed onderscheid te maken tussen de belofte en Christus Die Zich daarin openbaart. Het gaat niet om het Evangelie op zich. Het moet zoekende zielen te doen zijn om Christus, Die daarin wordt geopenbaard. Het is te vrezen dat velen dit niet helder zien. Een Bijbels voorbeeld hiervan zien we in de gelijkenis van de tien melaatsen. Slechts één van hen is werkelijk tot Christus in de belofte gekomen. De anderen hadden aan het uiterlijke woord en de gezondmaking genoeg.
Zo komt het voor dat kerkgangers zich bemoedigd voelen door het Evangelie en aangesproken door een belofte. Nu menen zij dat ze deel hebben aan de zaligheid. Maar helaas, ze zijn vreemd gebleven van Jezus. Ze troosten zich met het goede Woord zonder Jezus.
Lezer, het luistert nauw. Herscheppende genade en ontdekkend licht zijn onmisbaar. Verzet u er niet tegen, maar bid er aanhoudend om. Laat het u te doen zijn om de Heere Jezus te leren kennen als uw persoonlijke Borg en Zaligmaker. Dat Hij straks niet van u zal hoeven zeggen: ‘Ik heb u nooit gekend’ (Matth. 7:23).
Belofte vervuld
Intussen gaat Jezus voort om Zich bekend te maken. Ja, dat is Zijn liefste werk. Zo mogen wij u met liefde en aandrang op Hem wijzen. Hij is zo’n bekwame en gewillige Zaligmaker. Er bestaan voor Hem geen hopeloze gevallen. Nóg vervult God door Zijn Geest de oude Messiaanse belofte: ‘Ik ben gevonden van hen die naar Mij niet vraagden; Ik ben gevonden van degenen die Mij niet zochten; tot het volk dat naar Mijn Naam niet genoemd was, heb Ik gezegd: Zie, hier ben Ik, zie, hier ben Ik’ (Jes. 65:1). Of, zoals de King James Version dat laatste vertaalt: ‘Zie op Mij, Zie op Mij’.
slot
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 2025
De Saambinder | 24 Pagina's