Belangstelling voor/van de Biblebelt
‘Boeken over de Biblebelt, dat is booming business’, zegt de eigenaar van een seculiere boekhandel in Amersfoort. ‘Ze gaan vaak als warme broodjes over de toonbank’. Die belangstelling kan aardig zijn. Maar ze geeft ook te denken.
De vrijzinnige theoloog Anne van der Meiden opende in 1968 de rij publicaties over de bevindelijk gereformeerden - al was die term toen nog niet in gebruik. Hij wilde een portret maken van die kring. De gezindte kende hij van huis uit. Van der Meiden groeide op in een christelijk gereformeerd gezin. Het boek gaf hij de titel “De zwarte-kousen kerken”. En daarmee was meteen duidelijk dat het portret karikaturale trekken had die het beeld van de gereformeerde gezindte lang stempelden. Ook toen de zwarte kousen al lang geen gemeengoed meer waren binnen de reformatorische kring, werd degereformeerde gezindte nog wel als zodanig omschreven.
Bijbelgordel
Nadien is er een reeks boeken over de bevindelijk gereformeerden verschenen. Vaak worden zij in die publicaties omschreven als ‘zwaar gereformeerden die op de Biblebelt wonen’. De term Biblebelt is in 1925 voor het eerst gebruikt door de Amerikaanse journalist H.L. Mencken. Hij duidde daarmee op neerbuigende wijze de zuidelijke staten van de VS aan waar het christelijk geloof een belangrijk stempel drukte op de samenleving. In Nederland wordtvaak op vergelijkbare toon gesproken over de gordel die van Zeeland dwars over Midden-Nederland loopt naar Staphorst. Daar wonen bovengemiddeld veel reformatorische christenen.
Nog steeds trekt die bijbelgordel in Nederland de aandacht van vooral niet-christelijke schrijvers. Het meest recente voorbeeld is het boek “De Bible Belt” van Jonah Falke. Ds. W. Visscher heeft dit onlangs in De Saambinder besproken. Daarom kan in dit verband nadere informatie over de inhoud achterwege blijven. Interessant is echter hoe zulke boeken worden ontvangen. In seculiere kring trekken ze de aandacht omdat men de reformatorische mensen vaak als enigszins buitenissig beschouwt. Wat drijft hen? Dat wil men kennelijk weten.
Binnen de reformatorische kring is er ook vaak de nodige aandacht voor deze publicaties. De vraag die zich dan meestal opdringt luidt: Hoe komen we er als kring van af? Schetst de auteur een eerlijk beeld? Helemaal onbegrijpelijk is dat niet. Want dergelijke publicaties bepalen vaak in belangrijke mate het beeld dat veel Nederlanders van orthodoxe protestanten hebben. Zelfs beleidsmakers gebruiken deze publicaties soms. Daarmee is de impact behoorlijk. Als het beeld redelijk is, halen veel bevindelijk gereformeerden opgelucht adem.
Ontmoetingen
Vaak wordt dan vergeten dat niet alleen de auteur bij de constructie van het beeld is betrokken. De meeste schrijvers baseren zich niet allereerst op hun eigen waarnemingen of berichten in de media, maar vooral op ontmoetingen en gesprekken met reformatorische christenen. Soms zijn mensen geneigd die gesprekken uit de weg te gaan. Maar dat werkt eerder negatief dan positief.
Bij gesprekken is van groot belang hoe we zelf spreken over zaken rond Bijbel, kerk en geloof. Is het alleen maar gebod op gebod en regel op regel? Of kunnen we de buitenstaander iets laten horen en zien van de positieve aspecten van het leven binnen de reformatorische kring?
Nee, het gaat niet om oppervlakkige blijmoedigheid, maar het is belangrijk te laten horen hoe goed het is om de Heere te dienen en dat dit consequenties heeft voor het dagelijks leven. Soms is dan de tegenwerping dat men hierover uit onbekwaamheid niet durft te spreken. Ds. G. van Reenen zei dan: ‘Ik begrijp het. Maar al gieren de zenuwen door de keel, toch goed van de Heere spreken’. Dat is dus noodzakelijk. Want uiteindelijk moet het er niet om gaan of wij als kring er goed vanaf komen, maar of de Naam van de Heere in een goed daglicht komt te staan.
Diaspora
En dan nog iets. De buitenwereld heeft interesse in de reformatorische gezindte. De verkoop van boeken toont dat aan. Maar hoe zit het met de belangstelling van ons, reformatorische christenen, voor de gebieden buiten de Biblebelt? Is die omgekeerd net zo groot? En als die er is, kent die een diepere laag dan algemene belangstelling?
In het Kerkelijk Jaarboek 2024 staat op de bladzijden 321 tot 332 een lijst van plaatsen waar voorheen een Gereformeerde Gemeente of een afdeling daarvan bestond. Niet in alle gevallen is het reformatorisch geluid in die plaatsen verstomd – soms gingen gemeenten over naar een ander kerkverband. Maar er zijn ook plaatsen waar de reformatorische prediking voor zover bekend in het geheel niet meer wordt gehoord. Om enkele voorbeelden te noemen: Nijmegen, Maastricht en zelfs Duisburg in Duitsland. Daar is ooit een gemeente geweest. Nu niet meer. Zeker, er zijn in verschillende plaatsen evangelisatieposten. Daar mogen we dankbaar voor zijn. Maar in hoeverre weegt ons het geestelijk welzijn van miljoenen Nederlanders die leven zonder God? Elders op de wereld zijn kerken zeer bezorgd over gemeenten in de diaspora en over plaatsen waar de kerk is verdwenen. Daar worden jonge mensen bewust gestimuleerd om zich te vestigen in plaatsen met als doel er een kerk te planten. Inderdaad, daar zit nogal eens activisme achter waar grote gevaren aan kleven. En toch valt van die bewogenheid ook iets te leren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2025
De Saambinder | 24 Pagina's