Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Trek mij, wij zullen U nalopen. Hoogl. 1:4a

6 minuten leestijd

Geliefde lezer,

De bruid uit het Hooglied van Salomo is een kind des Heeren dat aan het begin van dit verheven lied vanuit haar gemis verlangend uitziet naar haar Liefste. Zij verlangt naar de bewijzen van Christus’ liefde als zij uitroept: Hij kusse mij met de kussen Zijns monds (vers 2). Ze heeft er door het ware geloof wel iets van geleerd dat Zijn uitnemende liefde beter is dan wijn. Maar als Hij niet tot haar komt, en haar persoonlijk de bewijzen van die liefde schenkt, dan mist ze nog alles! Ontdekt aan haar eigen hatelijkheid en vijandschap roept zij om de bewijzen van Zijn liefde.

Maar de bruid heeft meer geleerd dan dat! Zij heeft door de werking van Gods Geest geleerd waartoe zij Christus nodig heeft. Ontbreekt het daar niet vaak aan in onze tijd, als Zijn Naam wel genoemd wordt maar er geen besef lijkt te zijn waarom Hij door de Vader naar deze wereld gezonden werd? De bruid daarentegen verklaart waarom zij Hem niet kan missen: Uw oliën zijn goed tot reuk, Uw Naam is een olie die uitgestort wordt (vers 3). We weten dat Christus door Zijn Vader gezalfd is tot drie ambten. En in Zijn ambtelijke bediening verheerlijkt Christus Zich in het leven van de Zijnen. De bruid roept als een in zichzelf zondig en stinkend mensenkind om de oliën van Christus, om Zijn welriekende zalfolie, om Zijn onmisbare genadegaven. O, de bruid weet waartoe zij Christus nodig heeft: als een blinde dwaas heeft ze Zijn profetisch onderwijs nodig. Als een schuldige ziel zal ze alleen behouden kunnen worden door Zijn priesterlijk offer. En als een steeds afzwervende ziel kan zij haar pad niet recht houden zonder Zijn koninklijke regering.

Nu ziet zij alles in Hem liggen. Maar naar haar waarneming staat zij overal buiten. Van verre heeft zij Hem gezien, bewonderd, bemind, benodigd! Nu roept zij: Trek mij! Wat is daarvan de reden?

Ze beleeft haar onmacht om tot Hem te komen. De kracht van de verleidingen van de wereld is te sterk. Dat doet haar leed. Er is nog zoveel in de wereld waar haar vlees naar uitgaat. Nu ziet ze dat er een kracht nodig is, een trekkende kracht die sterker is dan de kracht van de wereld. Ook de kracht van het ongeloof is haar te sterk. In haar ziel klinkt het: ’Gij hebt geen heil bij God. In u is het ware geestelijke leven niet.’ Zij leeft daarbij haar dodigheid in. Er is geen lust meer om naar Gods huis te gaan, geen lust meer om te bidden, geen lust meer om Gods Woord te lezen. O, die lusteloosheid, die dodigheid, die rouwfloers die over haar bestaan hangt! De bruid klaagt over de dood in haar bestaan, waaruit zij zichzelf niet verlossen kan.

Kent u dit, lezer? Onbekeerde ziel, wat bent u arm wanneer er nog nooit zo’n klacht in uw ziel geboren is. Ontzettend is uw staat, wanneer er nog nooit een eerste trekking Gods in uw leven is geweest. Leef toch niet zo gerust en onverschillig voort, maar sla acht op de roepstemmen Gods. De Heere schenke dat door Zijn Geest!

Maar als het tekstwoord voor uw ziel niet vreemd is, dan roept u: Trek mij, omdat de gemeenschap met Christus u onmisbaar is. O, daar is een uitzien om tot Hem getrokken te worden, om te delen in Zijn genadegaven. Trek mij, die dwaas en onwijs ben, om door U geleerd en onderwezen te worden. Trek mij, om van U te vernemen wat Uw wegen zijn. Maar trek Mij toch vooral tot die bloedfontein, want mijn schuld drukt me terneer. Ik ga beladen met zonden en schulden over de aarde, trek mij tot de fontein waarin ik gewassen kan worden. Maar trek mij ook in de wegen van Uw geboden. Want mijn bestaan en mijn leven zijn zo onrein. Trek mij dan toch om U te volgen, om Uw beeld gelijkvormig gemaakt te worden. O, Gij hebt de wet Gods zo volmaakt gehoorzaamd op aarde, leer mij er iets van. De begeerte om heilig voor Uw aangezicht te leven ligt op de bodem van mijn hart, maar ik schiet nu werkelijk in alles tekort, eeuwig tekort!

Wij zullen u nalopen. Opmerkelijk dat de bruid hier In het meervoud spreekt. Eerst sprak zij: Trek mij. In het voorgaande vers sprak zij over ’de maagden’. Toen kon zij zichzelf daarbij niet insluiten. Dat is het heilige volk Gods waar zij zichzelf buiten zag staan. Maar nu zegt zij in het meervoud: Wij zullen U nalopen. Wat betekent dat? Dat zij inleeft dat zij alleen door Goddelijke trekking tot het volk Gods gerekend kan worden. Alleen wanneer Gij trekt, dan zal ik met Gods volk in Uw liefde kunnen delen. Alleen wanneer Gij trekt, zal ik met Gods volk mogen delen in Uw wonderlijke genadegaven!

Maar uit het woord Wij zullen U nalopen blijkt ook een hartelijke overgave om alles te verlaten en Hem te volgen. Haar wil is geneigd om Hem alleen te volgen. Dat betekent dan ook: zichzelf te verloochenen.

Als dit in uw leven waar is, dan zegt u: Ik begeer niet alleen de zonden en de wereld te verlaten. Maar ik begeer ook mijn eigen verstand, eigen wil en eigen genegenheden te verloochenen. O, als een verstandeloze, blinde dwaas zal ik U volgen. Het houdt wat in om uzelf te verloochenen! Uw eigen ik niet langer te kunnen achten. Alle eigen verstand en wijsheid op te geven. De Heere niet langer de weg te kunnen voorschrijven. O, er is zoveel verstand in het hart van Gods kind. Heimelijk meent u de Heere de weg voor te kunnen schrijven. U denkt wel te weten door welke ondervindingen het heen moet. Heimelijk werkt u erop aan. En daar komt nu net die zelfhandhaving en dat zichzelf opbouwen uit voort. Daar groeit u van stap tot stap, en u stapelt uw bevindingen op tot een hemelhoge toren van Babel. Maar u zult nu werkelijk alles schade en drek moeten leren achten om de uitnemendheid van Christus, om uit te gaan roepen: Wij zullen U nalopen.

Dat zal in geen andere weg gaan dan in een weg van kruis en druk. Daar is geen volgen van Christus zonder het drukken van Zijn voetstappen. Zij hebben Hem vervolgd, zij zullen ook u vervolgen. Christus te volgen houdt dan ook in met Hem vervolgd te worden. Dat is de gemeenschap Zijns lijdens. Zo wordt u Zijn beeld gelijkvormig gemaakt. Maar in die weg zal Hij niet achterblijven. Kerk des Heeren, roep met de bruid: Trek mij, wij zullen u nalopen, en Hij zal op Zijn tijd ook u versterken en bevestigen: De HEERE is mij verschenen van verre tijden. Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. (Jer. 31:3).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 september 2021

De Wachter Sions | 12 Pagina's