Naäman onderwezen en genezen
Zo klom hij af en doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord van den man Gods; en zijn vlees kwam weder gelijk het vlees van een kleinen jongen, en hij werd rein. 2 Koningen 5:14
Geliefde lezers,
Bij het schrijven van deze meditatie hebben we vooral onze schoolgaande jeugd en hun ouders, alsook alle leerkrachten in gedachten. Een nieuw schooljaar is voor hen aangebroken. Dit betekent echter niet dat de inhoud ervan zonder betekenis is voor onze andere lezers. Nee, het is juist onze bede of de Heere deze overdenking wil zegenen aan het hart van ál onze lezers! Beste jongens en meisjes, ik hoop dat jullie het nieuwe schooljaar met frisse moed begonnen zijn. Maar misschien zijn er onder jullie ook die er om uiteenlopende redenen tegen opgezien hebben. De Heere geve jullie wat jullie in jullie persoonlijke omstandigheden nodig hebben.
Doch melaats
De geschiedenis die we met elkaar willen overdenken gaat over Naäman, de generaal van koning Benhadad. In vers 1 lezen we dat hij een groot man was voor het aangezicht zijns heren en van hoog aanzien, want door hem had de HEERE den Syriërs verlossing gegeven. Vers 1 eindigt echter met twee woorden waardoor zijn eer en aanzien geen enkele waarde meer voor hem hadden. Het zijn de woorden: Doch melaats. Naämans naam betekent: schoon, lieflijk, aangenaam. Dat waren wij vóór de val ook. Door de zonde zijn wij echter onrein geworden. Heeft de Heere jullie dat al geleerd, jongens en meisjes? Ouders, hebben wij geleerd dat onze ziel melaats is vanwege zowel onze erfzonde als onze dadelijke zonden, en dat daarom ook onze kinderen een melaatse ziel hebben?
Onderwezen (1)
Nu werkte er in het huis van Naäman een Joods meisje. Zij werd op zekere dag door een bende uit Syrië gevangengenomen en hoogstwaarschijnlijk als slavin op de markt in Damascus verkocht. Sindsdien stond ze in dienst van Naämans vrouw. Wat zullen deze gebeurtenissen voor haar en haar ouders diepingrijpend geweest zijn! Welnu, dit meisje had zó te doen met Naäman dat ze tegen haar bazin zei: Och, of mijn heer ware voor het aangezicht van den profeet die te Samaría is; dan zou hij hem van zijn melaatsheid ontledigen. Jongeren, horen jullie met welk respect zij over Naäman spreekt? Zij noemt hem haar heer. Zullen jullie ook met respect over jullie ouders en over jullie leerkrachten spreken? Dat vraagt de Heere van jullie. Waar ik even op wijzen wil, is dat dit Joodse meisje in het huis van Naäman terecht moest komen om haar heer te wijzen op het middel tot genezing van zijn melaatsheid. En hoe ontvangt hij dit onderwijs? Met blijdschap, want we lezen dat hij direct naar de koning gaat om het hem te vertellen: Zo en zo heeft de jongedochter gesproken die uit het land Is raëls is (vs. 4b). Welk een onvergetelijke blijdschap is het voor een zondaar, die gebukt gaat onder de last van zijn melaatse ziel, wanneer hij onderwijs krijgt in de weg die tot genezing van zijn zielenkwaal kan leiden!
Onderwezen (2)
De tweede van wie Naäman onderwijs krijgt, is de profeet Elísa. Hij onderwijst hem via zijn bode in het middel waardoor hij genezen kan worden. Ga heen en was u zevenmaal in de Jordaan, en uw vlees zal u wederkomen en gij zult rein zijn. Nee, het ging heel anders dan hij zich had voorgesteld! Jongens en meisjes, er moest een streep door Naämans berekeningen. De Heere zou hem wel van zijn melaatsheid genezen, maar niet zoals hij dat gedacht had. Hij moest zich onderwerpen aan de wil van de Heere. En dat wilde hij niet. Vol verontwaardiging riep hij uit: Zijn niet Abána en Farpar, de rivieren van Damascus, beter dan alle wateren van Israël; zou ik mij in die niet kunnen wassen en rein worden? Zo wendde hij zich en toog weg met grimmigheid (vs. 12). Opnieuw is Naäman hier een beeld van ons allen. Zoals Naäman hier zijn vijandschap tegen het enige middel tot zijn genezing kenbaar maakt, zo staan wij ook allen vijandig tegen het zalig worden uit vrije genade, tegen het gewassen en gereinigd worden door Jezus’ allesreinigende bloed. O, wat een blindheid en dwaasheid toch! Als de Heere die vijandschap in het leven van Zijn kinderen niet zou verbreken, dan zouden ze erin omkomen! Hoe verbreekt de Heere die vijandschap? Door Zijn Goddelijke liefde! Daartoe wil de Heere ook de prediking van Zijn knechten gebruiken, waarin zij de rechtvaardigheid van Gods eis en het onredelijke, ja het Godonterende van hun vijandschap naar voren brengen, maar ook wat het Christus gekost heeft om vijanden met God te verzoenen.
Onderwezen (3)
Daarmee komen we tot de derde keer dat Naäman onderwijs krijgt. Het eerste onderwijs was via het dienstmeisje van zijn vrouw, het tweede via de bode van Elísa, en nu krijgt hij voor de derde keer onderwijs, maar nu van zijn eigen knechten. Luister maar: Toen traden zijn knechten toe, en spraken tot hem en zeiden: Mijn vader, zo die profeet tot u een grote zaak gesproken had, zoudt gij ze niet gedaan hebben? Hoeveel te meer, naardien hij tot u gezegd heeft: Was u en gij zult rein zijn (vs. 13). De Heere geve alle ouders en leerkrachten, maar ook alle ambtsdragers, dezelfde liefdevolle houding van Naämans knechten in de omgang met kinderen, leerlingen en gemeenteleden. We lezen in Spreuken 15:1 dat een zacht antwoord de grimmigheid afkeert. Welnu, dat zien we hier. De Heere wil het liefdevolle onderwijs van Naämans knechten zegenen, zodat hij zich onderwerpt aan de opdracht van Elísa, en ten diepste aan de opdracht van de Heere.
Jeugd, zullen jullie ook in dit nieuwe schooljaar onthouden dat in het houden van Gods geboden groot loon ligt? Die den wil van God doet, blijft tot in der eeuwigheid (1 Joh. 2:17b). In gedachten zien we Naäman van de wagen afkomen en naar de Jordaan toelopen. Hij doopte zich in de Jordaan zevenmaal, naar het woord van den man Gods (vs. 14a). Hij gaat onder en komt weer boven, tot zeven keer toe. Zou zes keer niet genoeg geweest zijn? Nee, want de Heere wilde dat Naäman zich zeven keer zou onderdompelen. Het getal zeven staat in Gods Woord symbool voor compleetheid. Christus sprak geen zes maar zeven kruiswoorden. O, als dat zevende kruiswoord toch niet uit Christus’ mond geklonken had! Maar het hééft geklonken: Het is volbracht (Joh. 19:30). Christus heeft door Zijn lijden en sterven een volkomen gehoorzaamheid, een volkomen zaligheid en gerechtigheid verdiend.
Genezen
Wat zal Naämans blijdschap en verwondering groot geweest zijn toen hij zag dat zijn huid op de plaatsen waar die door de melaatsheid was weggeteerd, weer teruggekomen was, net zo gaaf als de huid van een kleine jongen. Wat wordt hier bevestigd dat de Heere een Waarmaker is van Zijn woord; Hij houdt getrouw Zijn woord. Maar dat gaat nu in een weg waarin onze eigen wil en zin gekruisigd worden en we ons onvoorwaardelijk onderwerpen aan de behandeling van de hemelse Medicijnmeester. Zo wordt de zondaar op het diepst vernederd en God op het hoogst verheerlijkt. Dat mocht Naäman doen toen hij zei: Zie, nu weet ik dat er geen God is op de ganse aarde dan in Israël (vs. 15b).
Geliefde jongere en oudere lezers, wendt u naar Christus toe, wordt behouden; ja, laat u als een gans melaatse zondaar reinigen in de fontein van Jezus’ dierbaar bloed!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 september 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's