Christus, het tedere Cedertakje
Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook van den oppersten tak des hogen ceders nemen, dat Ik zetten zal; van het opperste zijner jonge takjes zal Ik een tederen afplukken, denwelken Ik op een hogen en verheven berg planten zal. Ezech. 17:22
Op veel verschillende manieren wordt de komst van Gods Zoon in de menselijke natuur in het Oude Testament aangekondigd. Zo ook bij monde van de profeet van Ezechiël in onze tekstwoorden, waarin Christus wordt vergeleken met een takje van de cederboom. Christus, een teder Cedertakje of Twijgje van een cederboom. Wat een wonderlijke vergelijking!
Ezechiëls profetie is gericht aan de Joodse ballingen in Babylonië. De cederboom, een heerlijke en koninklijke boom, waarover in ons hoofdstuk wordt gesproken, is de koninklijke stam van Juda. Een grote arend is gekomen (v. 3) en heeft een tak van de ceder op de Libanon geplukt en overgebracht naar een land van koophandel. Deze grote arend is Nebukadnézar, die de koning van Juda, Jojachin, heeft weggevoerd naar Babylonië (v. 12). Nebukadnézar heeft vervolgens Zedekía koning gemaakt over Juda (v. 5, verklaard in v. 13). Maar Zedekía is Nebukadnézar ontrouw geworden en heeft zich gewend tot Egypte, een andere grote arend (v. 7, verklaard in v. 15).
Hier ontsteekt Gods toorn tegen Zedekía. We lezen in vers 18 en 19: Want hij heeft den eed veracht, brekende het verbond, daar hij, zie, zijn hand gegeven had; dewijl hij al deze dingen gedaan heeft, zal hij niet ontkomen.
Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Zo waarachtig als Ik leef, zo Ik Mijn eed, dien hij veracht heeft, en Mijn verbond, dat hij gebroken heeft, datzelve niet op zijn hoofd geve! Zedekía was gebonden aan de eed die hij gezworen had aan Nebukadnézar, en zijn ontrouw aan Nebukadnézar wordt hem door de Heere aangerekend. Hij zal geoordeeld worden vanwege het verbreken van de eed.
Wel, lezer, hebt u zichzelf al als een verbondsbreker leren kennen? Bent u eraan ontdekt dat wij allen in Adam de eed gebroken hebben, en nog dagelijks onze woorden breken en de waarheid vertreden met onze voeten? We zijn de vader der leugenen toegevallen en rechtvaardig zal ons oordeel zijn. Beken het toch eens, o hardnekkige lezer. Moet Gods gerechtigheid niet verheerlijkt worden?
Maar o wonder, nu gaat de Heere openbaren wat Zijn werk is. Nadat het oordeel aangekondigd is en voltrokken zal zijn, zal dit geschieden: Alzo zegt de Heere HEERE: Ik zal ook van den oppersten tak des hogen ceders nemen, dat Ik zetten zal; van het opperste zijner jonge takjes zal Ik een tederen afplukken, denwelken Ik op een hogen en verheven berg planten zal. Tegenover een ontrouw geslacht openbaart Hij Zijn trouw aan Zijn verbond en de eed die Hij gezworen heeft. Hij zal de koninklijke stam van Juda niet begeven noch verlaten, hoewel van die stam op zichzelf genomen niets te verwachten is. Hij Zelf zal een teder takje van de top van de hoge ceder nemen, Hij zal het afplukken en planten op een hoge en verheven berg. Een teder takje: kwetsbaar, zwak, buigzaam. Op wonderlijke wijze wordt hier bekendgemaakt dat de Heere uit de koninklijke stam van Juda (Juda, gij zijt het!) Zijn Zoon in de menselijke natuur geboren zal doen worden. Hij zal als mens geboren worden, in de zwakheid van de menselijke natuur. O, de Heere neemt het buigzame, tedere takje, Hij neemt het in Zijn handen. Waartoe: om het af te plukken, af te scheuren. Want Hij is afgesneden uit het land der levenden; om de overtreding mijns volks is de plaag op Hem geweest (Jes. 53:8).
Wie van onze lezers moet bekennen dat hij of zij het waard is om afgeplukt, afgescheurd te worden? Wie moet ermee instemmen zichzelf de eeuwige dood waardig te hebben gemaakt? Hoort dan het Evangelie in deze woorden van Ezechiël. Verneem het eenzijdige Godswerk, waaraan geen mensenwerk te pas komt. Ik zal! O, wat is dat ‘Ik zal’ toch hemelse muziek voor een afge sneden, uitgeworpen, verdoemelijke zondaar. Zo’n mens die niet meer zeggen durft: Ik zal! De Heere heeft Zich een Takje uit de stam van Juda en het huis van David verkoren, om in de plaats van de Zijnen afgesneden te worden uit het land der levenden. Hij zal de dood sterven. Hij zal door de hand van Zijn Vader afgesneden worden, en gewillig zal Hij Zijn leven geven tot een rantsoen voor velen. Een tederen! Een Zachtmoedige, een Zwijgende, een Gewillige, een Lieflijke, een Beminlijke, een Buigende! Ach lezer, hoe is het toch mogelijk dat we het nog zonder Hem kunnen stellen? Is het niet, zelfs met ontvangen genade, omdat we nog te onbuigzaam zijn, te hoog, te rechtvaardig, om het van zo’n gering teder Cedertakje dat geplukt wordt te verwachten?
Maar dit Cedertakje wordt niet alleen geplukt. We lezen ook: dat Ik zetten zal (…) denwelken Ik op een hogen en verheven berg planten zal. Dat Takje wordt geplukt met een verheven doel: om daarna verhoogd en verheerlijkt te worden. Christus zal geplant worden op een hoge en verheven berg. Hij zal uit de dood opgewekt worden om als een verhoogde Koning in Zijn Sion het Voorwerp van geloof, aanbidding, verheerlijking en verwondering te zijn. Hij zal als een machtige, wijze, genadige Koning Zijn Sionieten beschermen, regeren en bewaren. Al leidt Hij de Zijnen in Zijn wijsheid door diepe tegenheden, zwakte en pijnen naar het lichaam, aanvechtingen naar de ziel, Hij laat niet varen het werk dat Zijn hand begon. Hij is geplant op de hoge en verheven berg van dat uitverkoren geslacht, het koninklijke priesterdom, dat heilige en verkregen volk dat Zijn deugen eens in volkomenheid zal vertellen.
Wel, verdoemelijke verbreker van eden onder de lezers, vermoeide en belaste ziel, hoor hoe God Zichzelf verheerlijkt: Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, en hetgeen dat uit Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen. Ik heb ééns gezworen bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege! Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon (Ps. 89:35- 37). Daarom zal het tedere, geplukte Cedertakje geplant worden, en uitgroeien tot een heerlijke Cederboom, waaronder gevogelte van allerlei vleugel zal wonen. In de schaduw van Zijn takken zullen zij wonen (v. 23).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 december 2022
De Wachter Sions | 12 Pagina's