Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jozua, de knecht des Heeren

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jozua, de knecht des Heeren

1. Jozua, de opvolger van Mozes

4 minuten leestijd

Jozua werd de opvolger van Mozes en hij was geen onbekende voor het volk van Israël. In Éxodus 17 lezen we hoe Mozes Jozua opdroeg om te strijden tegen de Amalekieten. Terwijl Jozua streed, bad Mozes tot de Heere, terwijl zijn handen ondersteund werden door Aäron en Hur. In Éxodus 24 lezen we hoe Mozes en Jozua de berg Sinaï beklommen en Gods heerlijkheid in een wolk van vuur aanschouwden. Na zes dagen riep de Heere alleen Mozes tot Zich, waar hij zonder eten of drinken veertig dagen en veertig nachten vertoefde (Ex. 24:16-18).

In Ex. 33. lezen we dat de tent der samenkomst buiten het leger van de Israëlieten werd geplaatst om het volk te leren dat de Heere niet meer onder het zondige volk wilde wonen. Alleen Mozes wilde Hij bij de tent der samenkomst - die de ontmoetingsplaats tussen de Heere en Zijn volk was - nog ontmoeten. Toen de Heere met Mozes van aangezicht tot aangezicht (Ex. 33:11) had gesproken, keerde hij weer naar het leger van de Israëlieten terug.

Dan lezen we: Doch zijn dienaar Jozua, de zoon van Nun, de jongeling, week niet uit het midden der tent (Ex. 33:11). Hierna smeekte Mozes of de Heere weer met Zijn volk wilde optrekken en sprak hij: Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons vanhier niet optrekken (vers 15). Mozes vond genade in Gods ogen en de Heere beloofde opnieuw met het volk en met Mozes op te zullen trekken, dewijl gij genade gevonden hebt in Mijn ogen en Ik u bij name ken (vers 17).

Verder lezen we in Numeri 13 de namen van de twaalf verspieders die uitgezonden werden om het land Kanaän te verkennen. In vers 8 staat: Van den stam van Efraïm (werd) Hoséa, de zoon van Nun (uitgezonden). Hoséa is een andere naam voor Jozua, ‘met welke naam hij meest altijd genaamd wordt’, zegt kanttek. 6. Jozua behoorde dus tot de twaalf verspieders. Tevens behoorde hij tot de twee verspieders die een gunstig verslag over het land Kanaän uitbrachten, in tegenstelling tot de andere tien verspieders die een kwaad gerucht voortbrachten. Hierdoor ontstond er een groot oproer en het volk schreeuwde: Och, of wij in Egypteland gestorven waren! Och of wij in deze woestijn gestorven waren! (Num. 14:2).

Jozua en Kaleb scheurden hun klederen als teken van diepe rouw en spraken: Het land (…) is een uitermate goed land. Indien de HEERE een welgeval-len aan ons heeft, zo zal Hij ons in dat land brengen (…). Alleen zijt tegen den HEERE niet wederspannig (…), de HEERE is met ons (de verzen 7-9).

Hoe reageerde het volk op de geloofstaal van Jozua en Kaleb? Vooral Jozua was voor hen geen onbekende man zoals we meer dan eens vernamen. De Heere had hem reeds meermalen in Zijn dienst willen gebruiken. Helaas, het volk dreigde de twee mannen te stenigen! Daarom moest het volk 40 jaar buiten Kanaän blijven, totdat allen die boven de 20 jaar waren in de woestijn gestorven zouden zijn, behalve Kaleb, de zoon van Jefunne en Jozua, de zoon van Nun (vers 30).

Op een gegeven moment waren de Israëlieten in de vlakke velden van Moab aangekomen, iets ten oosten van de Dode Zee. Wat waren ze thans dicht bij het beloofde land Kanaän! Vóór hen verhief zich de berg Nebo, vanwaar men een prachtig gezicht over heel het Joodse land had. Op bevel van de Heere ging Mozes alleen de berg op, want zijn pelgrimstocht was ten einde.

Nadat hij afscheid van zijn volk had genomen en het volk gewezen had op Gods geboden en beloften, maakte hij zijn laatste reis. Graag had hij het volk in het beloofde land willen brengen, maar omdat hij op de rots geslagen had in plaats van te spreken en de Heere voor de ogen van het volk niet geheiligd en geëerd had, mocht hij voor straf het volk niet in Kanaän brengen. Wel vergunde de Heere het hem om het land vanaf de top van de berg Nebo te mogen zien. Links zag hij de zilveren streep van de Jordaan, ver in het noorden het land dat Naftali zou krijgen, hij zag het bergland van Juda, de vlakke velden van Jericho, ja, de HEERE wees hem dat ganse land (Deut. 34:1) en sprak: Dit is het land dat Ik Abraham, Izak en Jakob gezworen heb, zeggende: Uw zaad zal Ik het geven. Ik heb het u met uw ogen doen zien, maar gij zult daarheen niet overgaan (vers 4). Alzo stierf Mozes, de knecht des HEEREN (…) en Hij begroef hem (…) en niemand heeft zijn graf geweten tot op dezen dag (vers 5 en 6). In de leeftijd van 120 jaar is hij gestorven en hoewel hij zo oud was geworden, zo was zijn oog niet donker geworden en zijn kracht niet vergaan (vers 7).

Israël rouwde 30 dagen lang en Jozua werd zijn opvolger en de nieuwe leider van het volk. Over de woestijnreis heeft ds. G. van Reenen een mooi boek geschreven, genaamd: ‘De woestijnreis der kinderen Israëls’. Hij spreekt daarin over ‘de zinnebeeldige Mozes’ als vertegenwoordiger van de wet, die het volk niet in het beloofde land kon brengen. Hij schrijft dat de wet ook ons niet kan brengen in de verzoende gemeenschap met de Heere. Dat is het werk van de meerdere Jozua, de Heere Jezus!

(Volgende keer D.V. 2. Rachab herbergt de verspieders)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's

Jozua, de knecht des Heeren

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 2024

De Wachter Sions | 12 Pagina's