De Geest Gods
De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. Genesis 1:2
In de tijd van Pinksteren worden we in het bijzonder bepaald bij het werk en de Persoon van de Heilige Geest. In het Oude Testament is het heilsfeit van Zijn komst als Trooster aangekondigd, in het Nieuwe Testament wordt de vervulling van die profetie verhaald. Het is in dit verband wel bijzonder treffend dat al op de eerste bladzijde van Gods Woord over de Heilige Geest wordt gesproken.
De allereerste woorden in Gods Woord zijn van grote betekenis! Nadat de Heere de tijd schiep, was het eerste werk dat Hij deed het scheppen van de hemel. In den beginne schiep God den hemel (vs. 1). Hij schiep de plaats waar eens Gods kinderen Hem eeuwig zullen eren, loven en prijzen. Om Zijns Zelfs wil heeft Hij alle dingen gewrocht (Spr. 16:4). God zoekt Zijn eer, en de eerste plaats die Hij schiep was de plaats van de eeuwige verheerlijking Gods.
In den beginne schiep God den hemel en de aarde. En van de aarde wordt vervolgens gezegd: De aarde nu woest en ledig, en duisternis was op den afgrond. Dat wordt van de aarde gezegd, maar niet van de hemel. We geloven niet dat de hemel woest en ledig was, en dat daar duisternis was. De hemel werd geschapen, met de engelen, en de hemel was ogenblikkelijk geordend, vervuld en vol licht – in plaats van woest, ledig en vol duisternis.
De hemel is gereed – de aarde is nog niet gereed, maar moet nog geordend worden. De chaos die in den beginne geschapen werd, zal in de komende scheppingsdagen tot orde gebracht worden.
En dan lezen we woorden: de Geest Gods zweefde op de wateren. Wonderlijk is het dat de Heilige Geest de eerste Persoon is Die in Gods Woord met name genoemd wordt. Zo is Hij ook de Eerste Persoon Die komt tot Gods uitverkorenen, om hen op te wekken uit hun diepe staat des doods. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren. Zo was het in den beginne: de Geest zweefde op de wateren, de aarde was woest en ledig. Daar is een aarde die niets van de Geest weet, daar zijn wateren die niets weten van de Geest. Nee, de woeste en ledige aarde en de wateren vragen echt niet naar de Geest Gods. Maar de Geest Gods is gezonden om Zijn werk te gaan doen. Zijn scheppend werk!
Zo doet Hij Zijn werk in het hart van de kinderen Gods. Zij verkeren in de afgrond van hun zonden, in de duisternis van hun geestelijke dood. Hun bestaan is woest en ledig. Leeg van God, een woeste wildernis van zonden en vuile gruweldaden. Maar als de Geest leven in uw ziel verwekt, dan worden de ogen geopend en wordt het een werkelijkheid dat we midden in de dood liggen. De dood wordt ingeleefd, en er wordt een roepen geboren om leven, om God!
De Geest Gods zweefde op de wateren, ofwel, zoals de Kanttekening verklaart: ‘Of: bewoog Zich. Versta om het eerste wezen en gestalte der aarde en wateren, zoals die toen was, te onderhouden, opdat zo treffelijke schepselen door de kracht des Geestes daaruit voortgebracht zouden worden. Het schijnt een gelijkenis, genomen van de vogelen die de eieren broeden om de jonkskens daaruit te doen voortkomen, en daarna met hun vleugelen over dezelve zweven om die te koesteren en op te kweken.’
Hetzelfde grondwoord wordt ook gebruikt in Deut. 32:11: Gelijk een arend zijn nest opwekt, over zijn jongen zweeft, zijn vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt op zijn vlerken.
Welnu, hier is een les uit de eerste woorden van Genesis die ons ook met betrekking tot het Pinksterwonder en de werkingen van Gods Geest veel te zeggen heeft: de Geest Gods zweeft nog over de Kerk Gods. Hij beweegt Zich om leven te verwekken, maar ook om leven te onderhouden. Zoals een vogel eieren uitbroedt, maar ook de jongen koestert en leidt in de verdere groei, zo is het Gods Geest Die geestelijk leven verwekt en onderhoudt. Zoals de arend over zijn jongen zweeft, zo zweeft de Heilige Geest over haar geestelijke jongen!
We moeten het ‘zweven boven’ niet letterlijk opvatten, want Gods Geest woont in de harten van de Zijnen. En tegelijk is Hij ook boven en buiten de Zijnen als de alomtegenwoordige Goddelijke Persoon. Ach, wat weten we weinig van de derde Persoon in het Goddelijke Wezen! Wat zijn Zijn wegen en werken ondoorgrondelijk. Maar het zweven wijst ons wel duidelijk op een voortdurende beweging, een onophoudelijke werkzaamheid.
Dit is zeker, zonder de levendmakende werking van Gods Geest zijn we dood! Dan reizen we zonder God op de eeuwige dood aan. Dan zijn we niet meer dan dorre doodsbeenderen. Wat is dat vrije werk van de Geest nodig, die Geest Die blaast waarheen Hij wil. Dat geluid wordt dan zeker gehoord, maar niet begrepen. Dan kunt u echt niet begrijpen vanwaar die wind komt, en waar die wind naartoe gaat. Dan kunt u niet zeggen dat die wind komt uit de hemelse schatkamers van Goddelijke gunst en vrije genade. Dan kunt u ook niet zien waar die wind naartoe gaat, waar de Geest op aan werkt: Die zal van Mij getuigen, sprak Christus. Die hemelse Duif, zal Zich bewegen, zal over haar jongen zweven, om hen af te brengen van al wat niet houdbaar is voor de eeuwigheid. De hemelse Duif zal de nieuwgeborenen niet laten rusten op enige andere rustplaats dan de Rots Christus. O, de Geest Gods zweeft op de wateren, om scheiding te maken tussen de wateren en de droge grond. De Kerk Gods moet op de droge grond, op de vaste grond terecht komen, waar ze boven al het gedruis van de watergoten verheven wordt.
Als ingeleefd wordt dat die Geest inwoont in het hart, dat de blanke Duif Zich genesteld heeft in die afgrond van zonden en ongerechtigheid, om daar het vernieuwende werk dat begonnen is, voort te zetten, zal dan de Kerk Gods niet bij ogenblikken uitroepen: O, liefde des Geestes!
De Geest der heiligmaking zal werkzaam blijven in het hart van Gods Kerk. Maar die Geest zal Zich ook blijven bewegen in het leven van Gods Kerk, opdat de Kerk niet zal rusten buiten Christus. En opdat de Kerk mag weten dat die Geest gezonden is door Christus en door de Vader! O, wonderlijk geheim. Dan mag er wel eens iets verstaan worden vanwaar de wind des Geestes komt: uit het Vaderlijke welbehagen. En dan ziet u er wel eens iets van oplichten, waar de wind des Geestes naartoe gaat: naar het Vaderhuis. O wonderlijke Persoon – komt U bij het Vaderhart vandaan om de bruid van Christus terug te leiden naar het Vaderhart? Heere, doe het ons verstaan! Doe ons ernaar hongeren en dorsten, en doe het ons zien met de duivenogen van het ware geloof.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 mei 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's