Dagelijkse godsvrucht - gebed
In de achterliggende weken is bij de behandeling van de Heidelbergse Catechismus in veel gemeenten van ons kerkverband stilgestaan bij het gebed des Heeren. Een van de gebeden is de vierde bede: Geef ons heden ons dagelijks brood. De formulering ervan herinnert er onmiskenbaar aan dat het Onze Vader bedoeld moet zijn voor dagelijks gebruik. Het is immers een bede om heden ons dagelijks brood te mogen krijgen. En als dit voor deze vierde bede geldt, dan is dat ongetwijfeld ook het geval voor de andere beden. Het ‘Onze Vader’ is een samenhangend gebed. De delen vormen een geheel.
Het dagelijks weerkerende gebed om ‘alle nooddruft des lichaams’ zoals de Heidelbergse Catechismus het uitdrukt, is nodig om ten minste twee redenen. Allereerst belijden we hierdoor dat we ons in alle zaken van het dagelijkse leven geheel afhankelijk weten van Gods zorg. Wij erkennen met de catechismus dat Hij de enige Oorsprong is van alle goeds, ‘en dat noch onze zorg en arbeid, noch Zijn gaven, zonder Zijn zegen ons gedijen, en dat wij derhalve ons vertrouwen van alle schepselen aftrekken en op Hem alleen stellen.’ We belijden er dus onze dagelijkse afhankelijkheid van Hem mee.
Maar er is daarnaast een tweede reden. Gods Woord leert ook om niet overmatig bezorgd te zijn, bijvoorbeeld door al te ver vooruit te willen kijken, of door ons te verliezen in allerlei ‘wat-als’ bespiegelingen. Daarom leerde de Heere Jezus Zijn discipelen: Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijns zelfs kwaad (Matth. 6:34). Daarom ook de bede om brood voor vandaag, en niet voor morgen. En dat betekent vervolgens dat er dan wel iedere dag om gebeden moet worden.
Dagelijkse omgang
Maar daarom dus ook een dagelijks bidden voor en belijden van álle belangrijke zaken die in dit volmaakte gebed aan de orde komen. En dat is eigenlijk het punt waar ik vooral wat aandacht voor wil vragen. Ware godsvrucht zal, wil het wel zijn, altijd dagelijkse godsvrucht moeten zijn. En er is geen dagelijkse godsvrucht zonder dagelijkse persoonlijke omgang met God in het gebed. Er zijn genoeg Bijbelse gegevens die dit bevestigen naast de inhoud van het gebed des Heeren. Van Izak staat geschreven dat hij was uitgegaan om te bidden in het veld, tegen het naken van de avond (Gen. 24:63). Je krijgt de indruk dat dit de gewone dagelijkse bezigheid voor hem moet zijn geweest. Daniël knielde drie tijden des daags op zijn knieën en bad en deed belijdenis voor Zijn God (Dan. 6:11).
De Heere Jezus had meerdere eenzame plaatsen waar Hij ‘gewoon’ was om te bidden zoals de Olijfberg (Luk. 22:39). Hij deed dat ’s morgens heel vroeg (Mark. 1:35) of ’s avonds (Matth. 14:23). Hij zei ook dat we ‘altijd’ bidden moeten en niet vertragen (Luk. 18:1).
Talrijk zijn ook de aanwijzingen in de brieven van Paulus. Hij roept God aan tot zijn Getuige hoe hij ‘zonder nalaten’ de gemeente te Rome gedenkt (Rom. 1:9). In zijn brieven aan de gemeente van Korinthe schrijft hij dat hij God ‘allen tijd’ dankt vanwege de genade Gods die hen gegeven is in Christus Jezus. Aan de Thessalonicenzen schrijft hij dat hij God ‘altijd’ dankt, hen gedachtig zijnde in zijn gebeden, ‘zonder ophouden’ hen gedenkende (1 Thess. 1:3). In zijn tweede brief aan Timótheüs schrijft hij dat hij hem ‘zonder ophouden’ gedachtig is in zijn gebeden ‘nacht en dag’. ‘Dagelijks’ overvalt hem de zorg van al de gemeenten (2 Kor. 11:28). Wie kan die dingen lezen zonder de conclusie te trekken dat Paulus een man van veel dagelijks gebed moet zijn geweest?
Inhoud van het gebed
Wat moet het dagelijkse gebed omvatten? Het gebed des Heeren geeft ons hiervoor niet alleen woorden, maar tevens als het ware een raamwerk. Een Engelse schrijver heeft het in dit verband over een ‘kapstok’ waar hij zijn gebed omheen ‘drapeert’. Het bevat alle hoofdzaken die van belang zijn, en elk onderdeel ervan kan nader ingevuld en uitgebreid worden in onze persoonlijke dagelijkse gebeden. Het biedt hiervoor een heel goede structuur.
De behandeling van de Heidelbergse Catechismus kan ons vervolgens bij de invulling en uitbreiding behulpzaam zijn. Het is echt niet voor niets dat de Heidelbergse Catechismus maar liefst zeven zondagen besteedt aan de behandeling van dit volmaakte gebed en elke bede ervan uitgebreid uitlegt. Kennelijk moet dit gebed een grote plaats hebben in het leven van iedere ware gelovige!
Dat begint al bij de aanspraak: Onze Vader Die in de hemelen zijt. Die aanspraak heeft zijn geheel eigen diepe en dierbare betekenis zoals de Heidel bergse Catechismus zo schoon uitlegt. Maar dit kan ook de aanleiding zijn om andere Namen waarmee de HEERE Zich geopenbaard heeft te binnen te brengen, en die tevens te gebruiken wanneer we voor Hem knielen. Denk bijvoorbeeld aan de grote Naam waarmee de HEERE Zich bekendmaakte aan Mozes toen Hij voor zijn aangezicht voorbijging: HEERE HEERE, God, barmhartig en genadig; lankmoedig en groot van weldadigheid en waarheid; Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden, Die de ongerechtigheid en overtreding en zonde vergeeft; Die den schuldige geenszins onschuldig houdt, bezoekende de ongerechtigheid der vaderen aan de kinderen en aan de kindskinderen, in het derde en in het vierde lid (Ex. 34:6,7). Maar ook aan tal van andere Namen in de Bijbel kan worden gedacht.
Uw Naam worde geheiligd
De bede ‘Uw Naam worde geheiligd’ is in de eerste plaats een bede om de verheerlijking van de Naam des Heeren, zelfs al valt men daar geheel buiten! Maar die bede is tevens een persoonlijke bede, zoals verklaard wordt in Zondag 47. Die bede kan uitgebreid worden tot een voortdurende smeking om Hem recht te kennen en Hem in al Zijn werken te roemen en te prijzen, opdat zo Zijn Naam door mij geheiligd wordt.
Daarbij past een belijdenis van schuld voor alle voortdurende bezoedeling van Zijn heilige Naam waaraan wij ons schuldig maken. Maar dan kan daar ook de verzuchting uit ontstaan om door genade verwaardigd te worden om Zijn Naam te eren door Zijn beeld te vertonen. En hoe zou dit kunnen zonder gedurige smeking om het voorwerp te mogen zijn van de verkiezende liefde des Vaders, waarvoor Zijn Zoon voldaan heeft, toegepast door Zijn Geest en toegeëigend door waar geschonken geloof in de beoefening? En dat ondanks al mijn ongeloof, bijgeloof en kleingeloof?
Daar kan ook aan verbonden worden het gebed om voortdurend ontdekkend licht, ondanks mijn schuwen van dat licht, zodat ik laag aan de grond gehouden word en mij steeds schuldenaar weet van vrije genade. Ook past daarbij de bede om verwaardigd te worden om op Hem te zien, de overste Leidsman en Voleinder des geloofs, de verhoogde koperen Slang, de gekruisigde Christus, en dat ondanks mijn blindheid, mijn sluiten van de ogen, mijn afhoererende blikken. Dan wordt het ook de bede om Zijn stem te mogen horen, de stem Mijns Liefsten, ondanks mijn doofheid en mijn toestoppen van mijn oren. En ook om van Hem die witte keursteen te mogen ontvangen met een nieuwe naam daarop geschreven die niemand kent dan die hem ontvangt, evenals de bede om vervuld te worden en verzegeld te worden door de Heilige Geest.
Maar vervolgens geeft dit ook aanleiding om Zijn Naam te eren en te loven door Hem te danken voor alles wat Hij ons schenkt, niet alleen voor de tijd, maar ook voor de eeuwigheid. Het is goed om daarin specifiek te zijn, door de HEERE niet alleen te danken voor de dagelijkse weldaden voor de tijd en die te benoemen, maar ook voor alles wat Hij ons schenkt in Zijn algemene genade, zoals Zijn voorzienigheid, Zijn schepping en onderhouding, Zijn Woord en alle genademiddelen.
Maar vooral ook geeft dit Gods kinderen aanleiding om Zijn Naam te erkennen voor Zijn weldaden voor de eeuwigheid. Denk aan Zijn welbehagen, Zijn verkiezende liefde, Zijn vrederaad, Zijn verbond der verlossing, de komst van Christus in het vlees, en alles wat de HEERE deed om Zijn komst voor te bereiden, Zijn menswording, onderwijs, gebeden, wonderen, broederschap, Zijn verzoenend lijden en sterven, Zijn opstanding, Zijn hemelvaart, en de uitstorting van Gods Geest, waardoor het Evangelie verbreid werd over de hele wereld, en waardoor ook wij het door genade mogen horen.
Wat geldt voor de eerste bede, geldt voor alle gebeden die deel uitmaken van het gebed des Heeren. Ze vormen een uitnemend vertrekpunt voor onze dagelijkse persoonlijke gebeden. Zou het kunnen zijn dat de donkerheid van onze tijd er misschien deels mee te maken heeft dat dit persoonlijke gebed in het verborgene te weinig aandacht krijgt, vooral van Gods kinderen?
In een volgend stukje willen we ingaan op het onderwijs dat Theodorus à Brakel, de vader van Wilhelmus, hierover geeft in zijn boek ‘Het geestelijke leven’. Daarbij willen we, als de Heere het geeft, er ook op ingaan dat er geen dagelijks godvruchtig gebed kan zijn zonder dagelijkse bekering en dagelijkse geloofsoefeningen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 2024
De Wachter Sions | 12 Pagina's