Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

David, de man naar Gods hart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

David, de man naar Gods hart

15. Doch David sterkte zich in de HEERE, zijn God

5 minuten leestijd

De bondgenoten van Achis hadden David ertoe gedwongen om met zijn mannen naar Ziklag terug te keren. Zij wantrouwden David en zijn mannen en vreesden dat zij tijdens de strijd met de Israëlieten naar hen zouden overlopen. Maar al te goed wisten ze zich te herinneren dat van David gezongen werd: ‘Saul heeft zijn duizenden, maar David zijn tienduizenden verslagen.’ Noodgedwongen stuurde Achis daarom David naar Ziklag terug. Zoals reeds werd opgemerkt, moet David daarin Gods voorzienigheid gezien hebben, omdat hij nu niet tegen zijn eigen volk Israël behoefde te strijden. De terugweg naar Ziklag was honderd kilometer en nam drie dagen in beslag.

Eindelijk kwamen David en zijn mannen vermoeid in hun plaats weer aan. Maar wat schrokken ze! Tot hun ontzetting hadden de Amalekieten tijdens de afwezigheid van David en zijn mannen het stadje platgebrand en geruïneerd. Bovendien hadden zij alle vrouwen weggevoerd van de kleinste tot de grootste (1 Sam. 30:2). Geen wonder dat we na die gruwelijke ontdekking lezen: Toen hief David en het volk dat bij hem was, hun stem op en weenden, totdat er geen kracht meer in hen was om te wenen (vers 4). Wat moet het voor David en zijn mannen geweest zijn om niet alleen een rokende puinhoop aan te treffen, maar bovendien geen levend wezen meer te vinden. Geen wonder dat zij het uitschreeuwden van grote ellende en bitter verdriet.

De Amalekieten hadden hun kans waargenomen om Ziklag te verwoesten, toen ze erachter kwamen dat David en zijn mannen met koning Achis en de andere Filistijnen naar het strijdtoneel waren vertrokken om daar tegen de Israëlieten te vechten. Dat ze erg verbeten waren op David en zijn mannen was heel goed te begrijpen. We vernamen reeds hoe David met de zijnen, zonder dat koning Achis het wist, de vijanden van Israël aanviel en vrouwen noch kinderen van de Girzieten en Amalekieten liet leven en bovendien hun ezels, kemels en klederen roofde (zie 1 Sam. 27:8 en 9). Vandaar dat de Amalekieten hun kans schoon zagen om tijdens de afwezigheid van David en zijn mannen wraak op hen te nemen om op hun beurt het stadje Ziklag in een puinhoop te veranderen en hun bewoners mee te nemen.

Ineens drong het tot de mannen van David door dat het optreden van hun leider de oorzaak was dat de Amalekieten Ziklag hadden verwoest en de vrouwen met hun kinderen hadden meegenomen. ‘Het is allemaal uw schuld dat ons deze ellende is overkomen en dat onze zonen en dochters zijn weggevoerd,’ schreeuwden ze woedend tegen David. Ze werden zó kwaad, dat ze zelfs van plan waren om David te stenigen. O, wat kreeg hij het toen bang! Niet alleen koning Saul was tegen hem, maar zelfs zijn eigen mannen keerden zich van hem af en stonden op het punt hem te doden. Wat moest hij nu beginnen?

Maar in dat meest hachelijke ogenblik lezen we: Doch David sterkte zich in de HEERE zijn God (vers 6). In die bange ogenblikken mocht hij vertrouwen op de beloften van de Heere Die hem toegezegd had eens koning over Israël te zullen zijn. Terwijl hij van iedereen verlaten werd en het rondom hem bang en benauwd werd, klemde hij zich door het geloof vast aan de Heere Die de Zijnen in nood en dood altijd bijstaat (zie ook kanttek. 8). Dat is het grote voorrecht van hen die de Heere mogen vrezen. Zij kunnen met Asaf getuigen: Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten en mijn Deel in eeuwigheid (Ps. 73:26).

Toen David met de dood bedreigd werd, vroeg hij aan de priester Abjathar of hij de Heere om raad wilde vragen. Nadat de priester dat gedaan had, antwoordde de HEERE David en sprak: ‘Jaag de Amalekieten achterna en u zult uw vrouwen, zonen en dochters weer uit hun hand verlossen.’ Meteen vervolgde David de Amalekieten met vierhonderd mannen, want tweehonderd mannen waren zo moe, dat zij niet meer over de beek Besor verder konden trekken. Onderweg troffen zij een Egyptische man aan, die helemaal uitgehongerd was en drie dagen en nachten geen eten had gehad. David gaf de man wat te eten en toen hij enigszins bijgekomen was, vertelde hij dat hij een knecht van een Amalekiet was, maar dat zijn meester, nadat de Amalekieten Ziklag verbrand hadden, hem wegens ziekte had verlaten. Op verzoek van David wees de knecht hem en zijn mannen de plaats van de verwoesters van Ziklag aan, die zich intussen te goed deden aan eten en drinken en volop genoten van de behaalde buit op de Filistijnen en Juda. David en zijn mannen vielen onverwachts op de feestvierende bende aan. Vierhonderd jonge Amalekieten wisten op hun kamelen te ontsnappen, maar alle anderen werden gedood. Alle door hen geroofde goederen kreeg David weer in handen, alsook tot hun grote blijdschap hun vrouwen en kinderen. Verder kwamen ze in bezit van talrijke schapen en runderen. Alle op de Amalekieten heroverde goederen werden door David onder zijn manschappen eerlijk verdeeld, ook al hadden sommigen gewild dat de tweehonderd mannen die bij de beek Besor niet verder hadden gekund, niets zouden krijgen. Ook de vrienden in de verschillende steden van Juda, die de voortvluchtige David tijdens de vervolging voor koning Saul gastvrijheid hadden gegeven, kregen uit dankbaarheid een gedeelte van de buit toegestuurd met de woorden: Zie, daar is een zegen (een geschenk) voor ulieden, van de buit van de vijanden des HEEREN.

Zalig hij, die, in dit leven,

Jakobs God ter hulpe heeft!

Hij, die door de nood gedreven,

Zich tot Hem om troost begeeft;

Die zijn hoop in ’t hach’lijkst lot

Vestigt op den HEER’, zijn God (Ps. 146:3).

(Volgende keer D.V. 16. Het einde van koning Saul)

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.gergeminned.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's

David, de man naar Gods hart

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 januari 2025

De Wachter Sions | 12 Pagina's