Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De rijkdom van de ethische theologie (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De rijkdom van de ethische theologie (I)

10 minuten leestijd

Waarom ethische theologie – een pleidooi

Het begon allemaal zo’n twee jaar geleden met de dissertatie van dr. G. Bos1 . Hij promoveerde in de jaren ’80 van de vorige eeuw op het onderzoek naar de invloed van de christelijke theosofie2 op het denken van Johannes Hermanus Gunning jr. Gunning was samen met D. Chantepie de la Sausaye (1818-1874) een van de grondleggers van de ethische theologie die in de tweede helft van de 19e eeuw ontstond. Het lezen van deze dissertatie liet mij voor het eerst kennismaken met het denken van Gunning zelf.

Er ging een nieuwe wereld open. De manier waarop schepping, de wereld en de geschiedenis met elkaar verbonden worden, laat niet alleen een doordachte samenhangende denkwijze zien, maar het biedt ook hoop en verwachting op de toekomst van het Koninkrijk van de hemel. Die werkelijkheid is niet alleen iets van de toekomst maar is actueel in de Persoon van Christus. We zien volgens Gunning in Jezus Christus het einddoel en hoogtepunt van de mens en de mensheid. Zoals Hij is, mogen wij door genade worden. Gunning concentreert zich in zijn denken op Christus en de manier waarop hij dat doet is een verademing. Christologie en antropologie worden zo op elkaar betrokken dat de mens en de hele schepping tot hun recht komen.

Naar mijn idee heeft de ethische theologie ons veel te bieden. Dat gaat bijvoorbeeld op voor de verhouding tussen geloof en wetenschap, dat nog steeds een actueel thema is. Voor Gunning gaat geloof aan wetenschap vooraf. Hij durfde daarom te stellen dat geloof onmisbaar is om echte wetenschap te kunnen bedrijven. Dat is op zijn minst een prikkelende stelling, die ons kan helpen om met wat meer zelfbewustzijn en vertrouwen geloof en wetenschap met elkaar te combineren.

Het is mijn ervaring dat de ethische theologie voldoende in zich heeft om deze te delen met een breder publiek. Daarom neem ik u graag mee in een reeks artikelen over de ethische theologie zoals we die ontmoeten in het denken van Johannes Hermanus Gunning jr. Hopelijk weet ik de nieuwsgierigheid van de lezer te prikkelen, waardoor hij of zij ertoe gebracht wordt om de ethische theologie opnieuw te ontdekken, zodat de rijkdom ervan voor komende generaties en voor de Kerk niet verloren gaat.

Wie was Gunning – een paar biografische lijnen

Johannes Hermanus Gunning jr. werd in 1829 geboren. Dat was in Vlaardingen, waar zijn vader en tevens naamgenoot predikant was. Gunning trad uiteindelijk in de voetsporen van zijn vader maar studeerde eerst letteren aan de Universiteit van Utrecht. Zijn liefde voor taal en het geschreven woord is altijd gebleven. In zijn studententijd raakte Gunning geïntrigeerd door het denken van Baruch de Spinoza (1632-1677) maar uiteindelijk won Jezus Christus zijn hart. Iemand als J.J. van Oosterzee (1817-1882) die aan de Utrechtse universiteit hoogleraar Nieuwe Testament, geschiedenis van de dogmatiek en wijsbegeerte was, heeft veel voor hem betekend maar ook de hoogleraar filosofie C.W. Opzoomer (1821-1892). Door hem maakte Gunning kennis met Spinoza wiens Ethica hij met enthousiasme bestudeerde. De invloed die Spinoza op hem uitoefende, valt te proeven in de manier waarop hij later schepping, wereld en geschiedenis met elkaar verbond.

Gunnings carrière ging niet vanzelf. Nadat zijn geduld op de proef was gesteld met twee aanstellingen als hulppredikant, werd hij dominee in Blauwkapel, een klein dorp ten noorden van Utrecht. Daarna volgden Hilversum en Den Haag. Tijdens zijn Haagse jaren werd Gunning, namens de Nederlandse Hervormde Kerk, kerkelijk hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Later volgde het hoogleraarschap voor wijsbegeerte en ethiek aan de Universiteit Leiden. Niet onvermeld kan blijven dat Gunning later hard is aangevallen door de Abraham Kuyper. Deze viel hem aan omdat Gunning ontvankelijk was voor de resultaten van het historisch-kritische onderzoek naar de ontwikkelingsgeschiedenis van de Bijbel. Hij bleek in staat om de rijkdom ervan op te nemen in zijn denken, zodat deze vruchtbaar kon worden voor het geloof van de christelijke gemeente.

De laatste jaren van zijn leven woont Gunning in de omgeving van Arnhem. Daar woonde familie van zijn grootmoederszijde en lagen zijn jeugdherinneringen. Hij overlijdt er in 1905, slechts een paar maanden na het overlijden van zijn vrouw Johanna Jacoba Hoog. De begrafenis vindt plaats op de Arnhemse begraafplaats Moscowa.

Gunning en de verscheidenheid van de Hervormde Kerk

De 19e eeuw was voor de Nederlandse Hervormde Kerk een tijd waarin verschillende stromingen met elkaar in een stevig debat waren over de toekomst van het christelijk geloof en van de Kerk. De gevolgen van de wetenschappelijke bijbelbeoefening werden zichtbaar in de kerk. Ook kreeg het denken vanuit de Verlichting die met de Franse revolutie sterk aan invloed had gewonnen, vaste voet in de theologie.

De moderne richting voerde de spanning op door alles wat tegen de natuurwetten inging terzijde te schuiven. Het zogenaamde supranaturalisme werd ten stelligste ontkend. Dit kon niet zonder gevolgen blijven voor hoe men aankeek tegen de wonderen die Jezus Christus tijdens zijn aardse leven had gedaan.

Wat betreft de bijbelkunde nam Gunning een andere positie in dan de orthodoxe stroming in de Hervormde Kerk. Hun afwijzende houding ten opzichte van de opkomende historisch-kritische methode waarmee de bijbel onderzocht werd, deelde hij niet. Gunning zag in dat het onderzoek naar de historische Jezus vruchtbaar gemaakt kon worden voor het geloof van de christelijke gemeente. Hier ligt onder andere een deel van het tegoed van de ethische theologie ook voor vandaag. Dit betekende niet dat Gunning het in alles eens was met de modernen. Juist op hun radicale afwijzing van alles wat volgens ons tegen de natuurwetten ingaat, kwam van zijn kant op kritiek te staan. De weg die Gunning wijst, is fenomenaal en tot op vandaag ondergewaardeerd. Het antwoord op de vragen die het moderne bijbelonderzoek met zich meebracht, vond Gunning in de Persoon van Christus die hij als het Hoofd typeerde van de hele kosmos zoals de mens het hoofd is van de schepping.

Gunning ziet Christus als het einddoel en hoogtepunt van de ontwikkeling van de mensheid. Het gevolg is dat hij hierdoor kan zeggen dat de wonderen die Jezus tijdens zijn aardse optreden deed, niet tegen de natuurwetten ingaan maar er de hoogste vervulling van zijn.

In Groningen was een nieuwe richting ontstaan waarvan P. Hofstede de Groot, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, het boegbeeld was. Deze beweging is als de Groninger richting de geschiedenis in gegaan. Kenmerkend voor de Groninger theologen is hun kritische houding ten opzichte van de belijdenisgeschriften. Zij waren uitgesproken ondogmatisch en stelden daarentegen Christus en zijn Persoon centraal. Gunning had affiniteit met veel van hun standpunten. Ook voor hem was het gevoel van afhankelijkheid van de mens ten opzichte van schepping en werkelijkheid belangrijk. De Groninger theologen waren geporteerd van het denken van F.D.G. Schleiermacher. Dat gold ook voor Gunning. Bovendien deelde hij hun voorzichtige houding ten opzichte van kerkelijke leerstellingen, wat hem op kritiek kwam te staan van orthodoxe en confessionele zijde, waaronder G. Groen van Prinsterer. Wie de twee artikelen van Gunning over ‘Het ethische karakter der waarheid’ leest, begrijpt zijn voorzichtigheid. Waarheid begint in het hart en pas dan komt het verstand. Eerst is er het leven van de christelijke gemeente en dan haar leer. En dat leven ontspringt aan een ontmoeting met de Persoon van Christus. Niet vreemd dat Gunning met beide armen de nieuwe wetenschappelijke inzichten van zijn tijd incorporeerde, want ze brachten hem dichter bij de Persoon van Jezus.

Invloed op Gunning – over Schleiermacher en Spinoza

Twee belangrijke namen in het leven en denken van Gunning zijn inmiddels al genoemd. Zijn liefde en bewondering voor het denken van Schleiermacher deelde hij met de Groninger godgeleerden. Die invloed is terug te zien in de concentratie van Gunning op de Persoon van Jezus Christus in plaats van op de leer. Het gaat om een ontmoeting tussen de mens en de Here God die Persoon is. In het persoonlijke zit leven en daarin draagt de mens het beeld van de persoonlijke God.

Wat aanspreekt in Gunning en de ethische theologie is de balans die men aantreft in de verhouding tussen het verstand (de ratio) aan de ene kant, en het belang van het gevoel aan de andere kant. Het gaat Gunning allereerst om een ontmoeting met de levende Heer. Om die reden is het van grote betekenis dat God een Persoon, een Persoonlijkheid is. In die ontmoeting wordt eerst het hart van de mens aangeraakt en het hart komt tot leven. Hij begint dus niet bij de rede en het verstand maar bij het hart. Dat Gunning inzet bij het hart, bij het innerlijk van de mens, is uiteindelijk terug te voeren op het denken van Schleiermacher.

In de paragraaf met een paar biografische lijnen schreef ik al over zijn verhouding tot Spinoza. Gunning raakte tijdens zijn universitaire studie geïntrigeerd door zijn denken. Later heeft hij er bewust afstand van genomen. Toch denk ik dat het wijsgerige denken van deze Joodse filosoof grote sporen heeft nagelaten. Het grootste bezwaar van Gunning tegen Spinoza’s denken is het pantheïsme. Spinoza ziet over het hoofd dat de zonde en het kwaad in de schepping gekomen is. Wij mensen zullen het voorlopig moeten doen met een schepping die steeds weer corrumpeert. Ons bestaan is nog steeds onderweg naar de voltooiing. Spinoza’s idee van God in alle dingen is daarom een goddeloos vooruitgrijpen op de werkelijkheid zoals die zal zijn bij de voleinding van de tijden als Christus terugkomt. Intussen moeten wij het hier zien uit te houden en worden we ertoe aangezet om vanuit de ontmoeting met de levende Christus, onszelf te verloochenen totdat we zullen zijn zoals Hij is.

Vooruitblik – piketpaaltjes voor deze serie

In de laatste twee paragrafen van dit inleidende artikel zijn zowat alle piketpaaltjes geslagen voor waar het in deze serie over zal gaan. De eerstvolgende keer concentreren we ons op de manier waarop Gunning schepping, wereld en geschiedenis met elkaar verbindt. Hij doet dat vanuit het wezen van de drie-ene God. Daarna richten we ons op de christologie (het denken over Christus) en in het licht daarvan zijn antropologie (leer van de mens). Daarna stellen we aan de orde wat de ethisch theologie nu eigenlijk inhoudt. De beantwoording daarvan vraagt geduldige studie. Zij heeft te maken met de verhouding tussen geloof en wetenschap. Hoe deze er uitziet, proberen we in een artikel te vatten. De serie wordt afgerond met een slotbeschouwing over wat de ethische theologie ons in de 21e eeuw aan geestelijke rijkdom brengt.


Noten

1 Gijsbert Bos. Christus de gekruisigde voor en in ons. Gunning’s getuigenis van het verzoende leven. Dordrecht: Uitgeverij J.P. van den Tol, 1981.

2 De christelijke theosofie is een mystieke stroming die in de 16e tot de 18e eeuw in Duitsland ontstond. De meest bekende naam in deze stroming is Jakob Böhme (1575-1624). Een stroming die we niet moeten verwarren met de meer esoterische theosofische stroming van mensen als Rudolf Steiner.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 mei 2022

Ecclesia | 8 Pagina's

De rijkdom van de ethische theologie (I)

Bekijk de hele uitgave van woensdag 4 mei 2022

Ecclesia | 8 Pagina's