Christus’ troonsbestijging
“De Here heeft zijn troon in de hemel gevestigd, zijn koningschap heerst over alles.” Psalm 103 : 19
Al vroeg protesteerde (een deel van) de Duitse kerk tegen de opkomst van het nationaal-socialisme. Op een subtiele manier: door middel van haar lied, waarin ze Christus bezong als Koning: “Es ragt ein hehrer Königsthron” (Een heerlijke koningstroon rijst op), “Du aller Zeiten Herrscher bist” (U bent de Heerser van alle tijden). Zo nam men Hitlers Derde Rijk onder schot. Illustratief is een regel als deze: “Dein Reich ohn’ alle Grenzen ist, ohn’ Ende muß es währen” (Uw rijk is zonder grenzen, voor altijd zal het er zijn). -- Het regiem voelde ’m. Censuur volgde.
De Schrift zelf gaat ons voor in het bezingen van Gods koningschap. Zoals in de hierboven uitgeschreven tekst uit Psalm 103. Als nieuwtestamentische gemeente horen wij daarin een profetie van Christus’ hemelvaart.
Heel de geschiedenis door hebben stervelingen zich ingespannen de allerhoogste troon te bestijgen. Allerlei namen komen ons in gedachten. Liep het niet dikwijls uit op tirannie en terreur? Tot op de dag van vandaag hebben we ermee te maken, niet alleen in het groot, maar ook in het klein. Zit het niet in ieders aard een troon te beklimmen? Met alle negatieve en destructieve gevolgen van dien.
Één is er geweest die de troon heeft bestegen zonder zulke gevolgen: Christus. Hoe Hem dat gelukt is? Omdat Hij de macht niet veroverde met list en geweld. Omdat Hij geen rijk stichtte van uiterlijke pracht en praal. Integendeel, Hij streed met de overmacht van zijn liefde en ging de weg van lijden en kruis. Zo greep, nee, zo kreeg Hij de macht. Zo vestigde Hij zijn troon. Op een stevig fundament: van waarheid en gerechtigheid, van liefde en vergeving.
Tijdens Christus’ aardse leven leek het er amper op dat Hij bezig was de hoogste troon te bestijgen. Wat waren zijn regalia? Een voerbak, een martelwerktuig, een doornenkroon. Met bebloede handen en op doorboorde voeten beklom Hij de troon der tronen. Voor het oog een weg die de diepte in voert, maar in werkelijkheid omhoog leidt. Daarom zingt David terecht: “De Here heeft zijn troon in de hemel gevestigd.”
Inderdaad, in de hemel. Dus niet op aarde. Op zich zou dat mooi zijn geweest. Dan konden we die troon zien, ernaartoe. Niettemin, in de hemel. Daar hoort onze Here Christus thuis; daar woonde Hij al voor hemel en aarde werden geschapen; daar was Hij van eeuwigheid af met heerlijkheid en eer bekleed.
In de hemel: dat is ook opdat wij geloven. Krachtig en vaak heeft Luther dat onderstreept: God verbergt zich, opdat wij gelóven. Uit alle heilsfeiten blijkt dat. Vandaar dat we in het hemelvaartsevangelie lezen: “Een wolk onttrok Hem aan hun ogen.” God wil dat wij afgaan op zijn beloften en niet op onze zekerheden.
Daarom, onze Here Christus heeft zijn troon in de hemel gevestigd. Godzijdank! Daar is Hij – zeggen we met de Heidelberger er in één adem achteraan – ons ten goede. Dat wil zeggen dat Hij daar voor ons pleit, dat Hij vandaar ons zijn genade uitdeelt. Hebben wij dat – gezien al ons lek en gebrek – niet nodig? Daarom geven we de zaak van ons leven, met alles erop en eraan, bij Hem in behandeling. Reken maar dat Hij ons tot in alle eeuwigheid weet te helpen en te bevrijden.
Bovendien zendt Hij ons vanaf zijn troon zijn Geest. Die zal ons in alle waarheid leiden en doet ons dwars tegen alles in volharden in het geloof. Die werkt met zoveel kracht in ons hart dat we hoe langer hoe meer zoeken wat boven is, waar Christus is, tronend aan de rechterhand van zijn Vader, en steeds minder wat op aarde is.
Die Geest legt ook de zekerheid in ons hart waardoor we vertrouwen: als mijn Here Jezus hierboven is, kom ik er ook. Daar immers bereidt Hij een plaats voor mij.
In deze wetenschap kunnen wij op weg, het leven door. Totdat wij eenmaal zelf door de poort van de dood de hemel binnengaan en daar onze Heiland zien, op zijn troon, die Hij – ons ten goede – in de hemel gevestigd heeft.
Zou ik, Here, dan niet juichen,
zou ik, sterv’ling, mij niet buigen
nu Gij, hoogste Majesteit,
U verheft in heerlijkheid?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 mei 2023
Ecclesia | 8 Pagina's