Tweehonderd gulden opslag....
Leendert Grendel, geliefd predikant van Dirksland
Op zondag 12 april 1807 vertelde ds. Leendert Grendel van Dirksland aan het eind van de ochtenddienst, dat hij een mededeling aan de gemeente had te doen. Hij was namelijk beroepen te Nieuwerlierk in Duiveland; dit beroep wenste hij in serieuze overweging te nemen.
De mensen van Dirksland hielden hun hart vast. Zij wisten dat Nieuwerkerk een aantrekltelijke gemeente was. Bovendien lag dit dorp iets voordeliger dan Dirksland, namelijk vlakbij Zierikzee de hoofdstad van Schouwen-Duiveland. En ds. Grendel voelde voor de stad. Was hij niet een geboren Gouwenaar en had hij zich voor zijn komst naar Dirlcsland niet op zijn plaats gevoeld als huipprediker in Dordrecht?
De stemming in de gemeente van Dirksland kunnen we het best peilen bij het lezen bij het hier volgende bericht uit die dagen. Daarin wordt naar aanleiding van het beroep gezegd:
„De hartelijkheid met welke zijn Wel Eerwaarde door de hem roepende gemeente begeerd werd, gevoegd bij de voordelige aanbiedingen van dezelve, deed ons vreezen zyne Wel Eerwaarde in weerwil van onze aanzoeken te zullen verliezeni
Aan zyne verlcering gehecht, en op zynen nuttigen euangeliedienst prys stellende, verdubbelden wy onze pogingen om door een vereenigde commissie, uit de gemeentebesturen, van Dirksland, Meliszand en Oud en Nieuw Kraijer, zoo wel, als wegens den kerkenraad en kerkmeesters, te beproeven, of wy zyn Wel Eerwaarde tot een, langer verblyf onder ons gewegen Itonden; gevende by die gelegenheid, aan zyn Wel Eerwaarde kennis, van een by kericmeesteren genomen resolutie, omme de emolumenten uit de vervulling van eenige buitengewone predikbeurten voortvloeijende, jaarlyks te verhoogen met tweehonderd guldens".
Deze poging om ds. Grendel voor Dirksland te behouden, slaagde. Op 3 mei 1807 verklaarde ds. Grendel, dat hij voor het beroep naar Nieuwerkerk „beleefdelyk" had bedankt, waarna hij zich opnieuw aan zijn gemeente verbond, sprekenlde over 2 Corinthe 1 vers 13, 14 Want wy en schryven u geene andere dingen dan die gy kennet ofte ook erkennet; ende ick hope dat gyse ook tot den eynde toe erkennen suit . . .
Dat men in Dirksland verheugd was, spreekt vanzelf. Het was midden in de Franse tijd. De moeilijkheden werden steeds groter en vooral op de eilanden viel het niet gemakkelijk om in die tijd een vacature vervuld te krijgen. Zo ging ds. Grendel voort met zijn
Zo ging ds. Grendel voort met zijn werk. Hij was er in ieder geval niet slechter op geworden: tweehonderd gulden opslag per jaar voor het vervullen van de predikbeurten in Melissant, in welk dorp destijds nog geen gemeente bestond.
Moeilijkheden
Nog twee jaar zou ds. Grendel in Dirksland blijven; toen nam hij een beroep naar Maastricht aan. Hij ging dus toch naar de stad! Lang heeft hij niet meer geleefd. In 1813 stierf ds. Grendel, juist in het bevrijdingsjaar. De wederopduiking van het kerkelijk leven heeft hij niet meer meegemaakt.
Grendel was een merkwaardige persoonlijkheid. Zijn eerste gemeente, Sluipwijk bij Gouda, die hem als 23- larige proponent ontving, diende hij van 1789 tot 1797. In deze zeven jaar bleek, dat de godsdienstige richting van de predikant te zeer verschilde van de opvattingen in zijn gemeente. Dit gaf aanleiding tot grote onaangenaamheden, zodat ds. Grendel maar besloot zijn dien<!t te beëindigen.
Dit laatste geschiedde in volle vrede Met een preek over Handelingen 20 : 32a (vaak als afscheidstekst gebruikt) riep hij zijn gemeente een vaarwel toe De Sluipwijkers gaven hem deze wens na: „God trekke op met dezen zynen knecht, en geeve hem in zyne nieuwe betrekking de ondervinding van meerdere genoegens, en eenen ruimeren zegen op zynen nuttigen evangeliedienst."
Dat was op 18 september 1796. Even later verbond ds. Grendel zich als hulpprediker bij de g:emeente van Dordrecht. Hier hield hij zich ook bezig met de dichtkunst. Reeds in het volgende jaar riep Dirksland hem, waar hij weer predikant in volle rechten was.
Bijpassen
Ook in zijn laatste gemeente Maastricht was Leendert Grendel een geziene persoonlijkheid. Toch heeft hij zijn beste ambtsjaren te Dirksland doorgebracht.
Grendel was niet onbemiddeld. Daardoor kon hij in 1796 zijn dienst neerleggen, toen het hem te Sluipwijk niet beviel. In Maastricht kwam het hem van pas, dat hij over een „achterdeurtje" beschikte. Want met de uitbetaling van de predikantstraktementen vlotte het daar niet best.
Meermalen was de kerkelijke kas leeg. Toen de predikanten in 1809 voorstelden om gedurende het winterseizoen een woensdagavondbeurt te houden in de Janskerk, maakten de kerkmeesters daartegen bezwaar met het oog op de kosten van vuur en licht.
Hierop stelden de predikanten voor om in de diensten een collecte voor de kosten te houden. Maar de kerkmeesters zagen niet veel heil in de opbrengst van die collecte. Daarna verklaarde ds. Grendel, dat hij uit zijn eigen portemonnaie het tekort wel zou bijpassen. Hiermee gingen de kerkmeesters accoord, zodat de woensdagavondbeurt doorging.
Zijn dood in 1813 op 47-jarige leeftijd, was een slag voor de gemeente van Maastricht. Maar ook! in Dirksland zullen er velen met weemoed aan ds. Leendert Grendel teruggedacht hebben.
H. de J.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 februari 1957
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 12 februari 1957
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's